Maatschappijleer: pluriforme
samenleving
1) Je kan uitleggen wat een pluriforme samenleving is;
Een pluriforme samenleving is een land waarin mensen van verschillende sociale klassen,
godsdiensten en levensstijlen met elkaar samenleven.
2) Je kan uitleggen wat cultuur is en wat daar de functie van is;
Cultuur: alle waarden, normen, en gewoonten die mensen binnen een groep of samenleving
met elkaar delen.
De functie van cultuur is eigenlijk het voorspelbaar maken van ons gedrag. Omdat we
dezelfde cultuur delen weten we hoe we ons moeten gedragen en dus van elkaar kunnen
verwachten.
3) Je kan (kenmerken van) de drie soorten cultuur van elkaar onderscheiden;
Dominante cultuur: alle waarde, normen en gewoonten die de meerderheid van de
bevolking met elkaar deelt. Bijv. de Nederlandse taal, gelijkwaardigheid van mannen
en vrouwen. Nederlanders accepteren afwijkende levensstijlen makkelijk. Bijv.
verkopen van softdrugs, homo’s en asielzoekers accepteren etc.
Subcultuur: wanneer binnen een groep sommige waarden, normen en andere
cultuurkenmerken afwijken van de dominante cultuur. Vaak herken je subcultuur
aan een specifieke levensstijl bijv. gothics, boeren, Friezen, moslims, hipsters,
voetbalsupporters, studenten, milieuactivisten of skaters.
Mensen die bij de dominante cultuur horen, die horen ook bij de subcultuur.
Tegencultuur: groepen die zich verzetten tegen (delen van) de dominante cultuur of
daar zelfs een bedreiging voor vormen. Bijv. de feministen vroeger waren een
tegencultuur totdat veel van hun eisen zoals ‘de vrouw ook de mogelijkheid heeft om
te werken’ dat werd een onderdeel van de dominante cultuur.
4) Je kan uitleggen wat culturele diversiteit inhoudt en daar concrete voorbeelden van geven;
Culturele diversiteit betekent dat je meerdere vormen van cultuur hebt in een gebied.
Voorbeelden zijn rijk en arm, jong en oud, religie, etnische achtergrond, opleidingsniveau,
enz.
, 5) Je kan uitleggen waarom cultuur dynamisch is;
Cultuur is dynamisch omdat het verandert in de loop van de tijd, maar ook per plaats en
samenleving.
6) Je kan een definitie geven van sociale cohesie en de vier soorten bindingen van elkaar
onderscheiden;
Sociale cohesie: de samenhang tussen mensen in een gemeenschap, de sociale relaties
tussen mensen.
Affectieve bindingen: mensen hebben elkaar nodig voor vriendschap, liefde en
emotionele steun. Zoals in gezinnen, families, vriendengroepen en vaste relaties. Dat
zijn afhankelijkheden die om zulk soort gevoelens draaien.
Economische bindingen: gaan vooral om het hebben van werk en het kunnen
voorzien in je levensonderhoud.
Cognitieve bindingen: deze binding heeft te maken met de ontwikkeling van een
gemeenschappelijk referentiekader. Zulke bindingen bestaan tussen ouder en kind,
docent en leerling maar bijv. ook tussen journalisten en lezers van een krant.
Politieke bindingen: mensen moeten samenwerken en afspraken maken met elkaar.
Dit gebeurt onder andere via de politiek. Dit soort afspraken zijn In de wetten
vastgesteld en gelden als een soort sociaal contract: een afspraak van de bevolking
om zich te houden aan de regels die door de politiek zijn vastgesteld.
7) Je kan een uitleg geven van de begrippen socialisatie / socialiserende instituties /
internalisatie en verbanden leggen tussen deze begrippen;
Socialisatie: noemen we ook wel cultuuroverdracht: het proces waarbij iemand de
waarden normen en andere cultuurkenmerken van zijn samenleving of groep
aanleert. Hierdoor raak je als individu aangepast aan je omgeving en begrijp je
anderen beter.
Socialiserende instituties: dit zijn groepen, organisaties en collectieve
gedragspatronen die specifieke waarden, normen aan gewoonte overdragen. Bijv. Je
gezin, je school, je vriendenkring, je geloof en maatschappelijke groepen als
sportclubs of actiegroepen.
Internalisatie: uiteindelijk leidt socialisatie tot internalisatie: mensen zich waarden,
normen en gewoonten eigen maken en zich automatisch gaan gedragen zoals hun
omgeving van hen verwacht. Bijv. fietsen, telefoneren, begroeten, etc.
8) Je kan een beschrijving geven (en kenmerken bepalen van) een collectivistische en een
individualistische cultuur, en deze met elkaar vergelijken;
Collectivistische cultuur: het collectief staat boven het individu. dit betekent dat
Mensen vanaf hun geboorte al horen bij een hechte en sterke groep (vaak je familie).
Bijv. in Arabische en Afrikaanse landen word er verwacht dat je gastvrij bent en je