Primaire processen
Videocollege 1
Hoofdstuk 1 (zelfstudie)
Operation Management= primaire processen, alle activiteiten die van toepassing zijn voor het transformeren van
inputs naar outputs. Hierbij gelden zowel goederen als diensten.
Functie van operation managers zijn; plannen, organiseren, leiding geven, controleren en human resource
management.
Primaire processen zijn primaire aspecten in het bedrijf. Er zijn 3 essentiële functies, (1) marketing: het creëren van
vraag; (2) primaire processen: vraag zich af hoe we deze markt gaan vervullen; (3) finance: gaat over het
afhandelen van betalingen én financiële instantie van het bedrijf.
Bijvoorbeeld – McDonalds
Hoge kwaliteit: proces waarmee McDonalds werkt.
Strak geregistreerde operatie: hamburger in Nederland is het zelfde geprepareerd als in USA.
Hoofdvraag bij primaire processen: Hoe kan de McDonalds zo iets consistent maken?
Organizational Charts (p.37)
Voorbeeld – Fabriek: hier vallen de meeste taken onder primaire processen
Voorbeeld – Airline: hier zijn primaire processen erg belangrijk. ! Let op de Airline verkoopt diensten geen goederen!
Voorbeeld – Bank: primaire processen: alles wat we in dit vak leren kan worden toegepast voor de bank.
Bij elke organisatie vinden primaire processen plaats en zijn primaire processen ook relevant.
The Supply Chain
Bachelor 3: Er wordt gekeken naar connecties tussen bedrijven.
Supply Chain: Er is niet één bedrijf die alles alleen produceert er is een hele keten die van elkaar afhankelijk is.
Tussen bedrijven stroomt: informatie, geld, ideeën, materialen en credit flows. In dit vak kijken we naar de situatie
binnen bedrijven.
AFBEELDING 1
Er zijn drie hoofdgebieden:
1. Welke eisen er zijn om tot een bepaalde prestaties te komen om dat te kunnen analyseren.
2. Ontwerp van processen.
3. Hoe de processen kunnen worden ingericht.
Wat is productiviteit?
Productiviteit is een maatstaf van procesverbetering. Als we de productiviteit verbeteren, dan willen we het proces
verbeteren voor een hogere productiviteit. => Relatie tussen inputs en outputs.
Units produced
Single factor of productivity =
Input used
Single factor of productivity= het aantal producten dat geproduceerd wordt t.o.v. het aantal “input” dat gebruikt
wordt. Er wordt hier maar één factor “single factor”, waar rekening mee wordt gehouden.
Als de productiviteit omhoog gaat, dan gaat het leefniveau (van iedereen) omhoog. Als “iedereen” meer productiever
wort, dan hebben we meer producten om van te leven, wat zorgt voor een beter leven.
Voorbeeld – McDonalds
1000 hamburggers per 500 uur, dus 2 hamburger per uur. Eén hamburger kost een half uur werk. Echter, dit is niet
helemaal realistisch want er spelen meerdere factoren een rol.
, Output
Multifactor productivity=
Labor +material+ energy+ capital+ miscellaneous( potentiële
kosten) Alles in de
breuk moet in dezelfde eenheid, bijvoorbeeld in euro’s.
Voorbeeld – McDonalds
1100 hamburgers per dag, 500 uur arbeid (€20 per uur) en uitrusting en kosten zijn €1000 per dag.
1100 1100
Multifactor productivity= = =0.10 hamburger per Euro Dus één hamburger is
(500∗20)+1000 11000
€10,00-
Modularisation: modularisatie heeft ervoor gezorgd dat McDonalds “custom services” biedt.
Proces ontwerp
Kiezen tussen verschillende manieren om hetzelfde te bereiken. De klant kan hetzelfde eindproduct ontvangen. Maar
het is mogelijk dat de processen heel erg verschillend zijn. Twee bedrijven die hetzelfde produceren kunnen
verschillende processen hebben.
Planning & Scheduling
Als een proces is ontworpen, dan is de volgende stap het inrichten van het proces. Daarbij kan je verschillende
termijnen aanhouden. Plannen kan op zowel lange als korte termijn. De hoofdvraag is hierbij “Wat wil een bedrijf
gaan doen?”.
Lange termijn planning (capacity planning)
- ligt aan de grootte van het bedrijf
- welke machines worden er gebruikt?
Intermediate term (aggregate planning)
- wat wordt er gebruikt?
- hoeveel personeel?
- hoe gaan we de fabrieken benutten?
- subcontracten
Intermediate term (master schedule)
- hoe gaat dit eruit zien per dag, welke volgorde?
Korte termijn
- wie gaat deze tak op welk moment uitvoeren?
, Hoofdstuk 2 (zelfstudie)
Leercurve(effect) heeft betrekking op de tijd die nodig is om een bepaald product of unit te produceren. Maar door
ervaring neemt de tijd hiervan af. Het tweede product gaat sneller, maar afname is niet constant. Het leereffect
verschil zal in het begin groter zijn dan later. Dus van 1e naar 2e product zal er sneller worden gewerkt, maar 100e
naar 101e al dit verschil niet meer zo groot zijn. De tijd om te produceren neemt af, maar die afname neemt zelf ook
weer af wanneer de productie toeneemt. De afname is een exponentiële curve (learning/experience curve). Hierbij
geldt dat elke extra unit veel productiviteit en winst meegeeft, maar na x units neemt de productiviteit steeds
minder toe.
Leertempo (learning rate L): Het feit dat als de productie verdubbeld, dan zal de tijd die nodig is om te produceren
gelijk zijn dan originele productie tijd * L.
Voorbeeld – Leertempo studenten
Stel stdenten leren op een tempo van L= 0,60 (60%). Eén student kostte het 25 minuten om zijn eerste leercurve te
maken dan:
2e opgave= 0,60*25= 15
minuten 4e opgave= 0,60*15= 9
minuten 8e opgave= 0,60*9= 5,4
minuten
Dit geeft: T2N= L*TN
TN= tijd die nodig is voor het “Nth”
product L= learning rate
Deze formule kan je alleen gebruiken als de waarde verdubbeld. Dit is een makkelijke formule, maar deze is ook
beperkt.
log (L)
TN=T1*
N log (2)
N= het aantal units waarvan je de tijd wil
weten T1= de tijd die nodig is voor unit 1
Deze formule kan je voor elke waarde gebruiken.
Examen opgaven
Een schipper wil 17 schepen verkopen. Wat is de minimale learning rate als het 17e schip niet meer dan 65 dagen
nodig mag hebben om te bouwen. Ga ervan uit dat het eerste schip 100 dagen kostte om te maken.
log (L)
TN=T1*
N log (2)
TN= 65 dagen N= 17e schip
T1= 100 dagen
log (L)
log (L) log (L)
Geeft 65=100* 0.65 = log(0.65)=log(
17 log (2) 17 log (2) 17 log (2) )
log ( log ( o .65)
log(0.65)= log(17)* *log(2)= log(L) -0.046= log(L)
L) log (17)
log (2)
−0.046
L= 10 L= 0.89997 L= 0.90
Wachtrijen
onderdeel van prestatie analyse. De prestatie analyse kan worden gemeten d.m.v.
- Educated guess: Onderbouwde gok, dus gokken, waarbij een formule werd gebruikt
- Experimentation with real system: Echte systemen gebruiken, dit kost echter veel geld
- Eperimentation with physical models: met modellen als het echte systeem niet beschikbaar is.