Case uitwerking
De Rechtmatigheid van de Bedreiging met of het Gebruik van Kernwapens
834 keer bekeken
33 keer verkocht
VUB Inleiding tot internationaal en Europees recht - Prof.dr. Smis
[Meer zien]
Voorbeeld 2 van de 7 pagina's
Geupload op
25 december 2015
Aantal pagina's
7
Geschreven in
2015/2016
Type
Case uitwerking
Docent(en)
Onbekend
Cijfer
Onbekend
smis
kernwapens
bedreiging
gebruik
rechtmatigheid
igh
8 juli 1996
vub
Instelling
Vrije Universiteit Brussel (VUB)
Studie
Rechten
Vak
Inleiding tot het internationaal en Europees recht
Alle documenten voor dit vak (9)
Door: mjseptember • 4 jaar geleden
Door: nicolasvannieuwenhuyse25 • 4 jaar geleden
Door: bartroels • 4 jaar geleden
had arrest niet gelezen, enkel SV en was geslaagd :-)
Door: louissegers • 6 jaar geleden
Door: natachadierickx • 6 jaar geleden
Door: zakariyamaroukisse • 6 jaar geleden
Door: Dorinenys • 7 jaar geleden
Bekijk meer beoordelingen
€4,99
Toegevoegd
In winkelwagen
Op verlanglijstje
100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na betaling
Zowel online als in PDF
Je zit nergens aan vast
ADVIES
van
het
Internationaal
Gerechtshof
De
Rechtmatigheid
van
de
Bedreiging
met
of
het
Gebruik
van
Kernwapens
Officia1 citation :Legality of the Threat or Use of Nuclear Weapons, Advisory Opinion, 1. C.J. Reports
1996, p. 226
Bron: http://www.icj-cij.org/docket/files/95/7495.pdf (website van ICJ = IGH)
Samenstelling
van
het
Hof:
President
(Bedjaoui),
vice-‐president
(Schwebel),
+
13
rechters.
+
Registrar
(=
griffier)
Datum
advies:
8
juli
1996
Achtergrond
De
Algemene
Vergadering
van
de
VN,
vroeg
aan
het
Internationaal
gerechtshof
om
advies
(=
advisory
opinion)
uit
te
brengen
over
de
vraag:
Is
de
bedreiging
met
of
het
gebruik
van
kernwapens
in
enigerlei
omstandigheden
toegestaan
volgens
internationaal
recht?
(Is the threat or use of nuclear weapons in any circumstance permitted under international law?)
De
resolutie
van
de
AV
werd
genomen
op
basis
van
art.
96
§1
van
de
VN-‐Handvest.
De
vraag
was
geformuleerd
in
Resolutie
94/75
van
de
AV
op
datum
15
december
1994
en
aan
de
griffie
van
het
IGH
per
fax
overgemaakt.
De
griffier
heeft
de
mededeling
gestuurd
naar
alle
Staten
die
voor
het
Hof
mogen
verschijnen.
Het
hof
heeft
besloten
een
openbare
zitting
te
houden,
beginnende
30
oktober
1995,
voor
het
afleggen
van
mondelinge
verklaringen
door
Staten
of
organisaties,
die
informatie
kunnen
verschaffen
aan
het
hof.
Andere
staten
hebben
een
schriftelijke
verklaring
mogen
afleggen.
Ø Rechtsmacht
(jurisdictie)
van
het
IGH
(par.
10-‐18)
Het
hof
moet
eerst
oordelen:
1. of
het
de
rechtsmacht
bezit
om
gehoor
te
geven
aan
het
verzoek
van
de
Algemene
Vergadering.
Zo
ja,
is
er
enige
reden
om
af
te
zien
van
het
uitoefenen
van
deze
rechtsmacht?
Antwoord:
de
rechtsmacht
van
het
Hof
is
terug
te
vinden
in
Art.
65
§1
van
het
Statuut
van
het
IGH:
Het
Hof
kan
op
verzoek
van
elk
orgaan
door
of
overeenkomstig
het
Handvest
van
de
VN,
inzake
elke
rechtsvraag
(=
legal
question)
advies
geven.
2. bezit
de
AV
de
rechtsmacht
(jurisdictie)
om
een
juridisch
advies
aan
het
Hof
te
vragen?
Antwoord:
Art.
96
§1
VN-‐Handvest:
De
Algemene
Vergadering
of
de
Veiligheidsraad
kan
het
Internationaal
Gerechtshof
verzoeken
een
Advies
uit
te
brengen
betreffende
juridische
kwesties.
© Walter Saelens
1
, Reactie
van
sommige
staten:
De
Algemene
Vergadering
en
de
Veiligheidsraad
hebben
niet
het
recht
advies
te
vragen
over
zaken
die
geen
relatie
hebben
met
hun
werk.
Ø Legal
question
(paragraaf
13)
Vervolgens
bespreekt
het
Hof
de
vraag
die
door
de
AV
is
gesteld:
gaat
het
om
een
juridische
vraag
of
een
politieke
vraag?
Belang
van
deze
overwegingen?
Omdat
het
Hof
enkel
advies
kan
geven
op
een
juridische
kwestie,
niet
op
een
politieke
kwestie.
Tegenstanders
van
dit
advies
beweerden
dat
de
vraag
over
de
rechtmatigheid
van
de
dreiging
met
of
het
gebruik
van
kernwapens
een
politieke
vraag
is.
Volgens
het
Hof
is
deze
vraag
wel
degelijk
een
rechtsvraag,
het
feit
dat
deze
kwestie
ook
politieke
aspecten
heeft
is
niet
voldoende
om
het
karakter
van
rechtsvraag
te
ontnemen.
Ø Discretionaire
bevoegdheid
van
het
IGH
om
al
dan
niet
advies
te
geven
(paragraaf
14-‐19)
Een
aantal
lidstaten
hebben
in
hun
conclusies
redenen
opgeworpen
waarom
het
Hof
niet
moet
ingaan
op
deze
vraag
tot
advies:
(bijvoorbeeld:
het
gaat
om
een
hypothetische
vraag,
te
vaag,
te
abstract,
niet
duidelijk
waarom
de
AV
deze
vraag
stelt
enz).
Standpunt
van
het
Hof:
het
Statuut
van
het
Hof
(art.
65)
geeft
het
hof
een
discretionaire
bevoegdheid,
om
al
dan
niet
in
te
gaan
op
een
verzoek
om
advies,
zodra
het
heeft
vastgelegd
daartoe
bevoegd
te
zijn.
Het
Hof
stelt
dat
het
in
principe
het
geven
van
advies
niet
moet
weigeren,
omdat
het
zijn
verantwoordelijkheid
als
het
voornaamste
rechterlijk
orgaan
van
de
Verenigde
Naties
moet
opnemen.
Enkel
dwingende
redenen
kunnen
tot
een
dergelijke
weigering
leiden.
Ø De
formulering
van
de
vraag
(paragraaf
20-‐22)
(the
formulation
of
the
question)
De
gestelde
vraag:
Is
de
bedreiging
met
of
het
gebruik
van
kernwapens
in
enigerlei
omstandigheden
toegestaan
volgens
internationaal
recht?
Reactie
sommige
staten:
de
voorgelegde
vraag
is
vaag
&
abstract
en
stelt
complexe
problemen
tussen
belanghebbende
staten
en
binnen
organen
van
de
VN.
Een
advies
zou
de
Algemene
Vergadering
geen
praktische
hulp
bieden
bij
het
uitvoeren
van
haar
taken
volgens
het
handvest.
Andere
staten
stelden
dat
er
geen
specifiek
geschil
was.
Hof:
de
adviesfunctie
is
er
niet
om
geschillen
tussen
staten
te
beslechten,
maar
om
gerechtskundig
advies
te
bieden
aan
de
organen
en
instellingen
die
om
advies
vragen.
Op
het
andere
argument
heeft
het
Hof
beslist
dat
het
Hof
eigenlijk
bevoegd
is
om
advies
te
geven
inzake
iedere
juridische
kwestie,
al
dan
niet
abstract.
Staten:
de
abstracte
aard
van
de
vraag
zou
ertoe
kunnen
leiden
dat
het
Hof
hypothetische
of
speculatieve
verklaringen
aflegt
buiten
het
kader
van
de
rechterlijke
functie.
Hof:
zal
eenvoudigweg
de
kwesties
die
zich
voordoen
in
alle
aspecten
bekijken
door
de
rechtsregels
toe
te
passen
die
voor
de
situatie
van
belang
zijn.
© Walter Saelens
2