College 1
Historiografie Franse revolutie
Thomas Carlyle, 1837, The French revolution: a history
Alexis de Tocqueville, 1856, L’Ancien régime et la revolution
Ancién regime
Oude regime, koningsschap, absolutistische monarchen
Visies Franse revolutie
Eerste helft 20e eeuw: Marxistische visie
- Gelijkheid, standensamenleving + feodaliteit afgeschaft
Tweede helft 20e eeuw: revisionistische visie
- Meer afstand, was dat oude regime nou zo slecht?
Loop 20e eeuw: nieuwe inzichten
- Invloed verlichting, - Publieke opinie, - Rol van bepaalde groepen (Vrouwen), - Regionale
geschiedenis
Marxistisch – revisionistische visie
Marxistisch Revisionistisch
- Sociaaleconomische factoren - Politieke factoren
- Standensamenleving – Klassenstrijd Als de koning anders had gereageerd…….
- Gelijkheid
- Vooruitgang Meer aandacht voor verhaal en personen
- Oog op graanprijzen, inkomen en bezit
- Overgang feodalisme Kapitalisme Voor de revolutie was er al sprake van overgang
naar kapitalistische, industriële samenleving,
Revolutie betekende vooruitgang was de revolutie wel een vooruitgang? Was er
Revolutie was onvermijdelijk, regime was zo wel een klassenstrijd?
verrot.
Verlichting
Culturele en intellectuele beweging die op 1750 op zijn hoogtepunt was.
Kenmerken:
- Rationeel denken (Menselijke samenleving)
- Vooruitgangsgeloof
- Kritiek op bestaande samenleving en absolutisme
Wetenschappelijke revolutie: kennis van de fysieke wereld, niet meer op grond van bijbel en
autoriteit maar op grond van waarnemingen en wiskundige berekeningen.
Verlichte denkers
Rousseau: kritiek op de maatschappij
- Nadruk ligt op gevoel, natuur is het belangrijkst
,- Algemene volkswil – enige bron staatsgezag
- Maatschappelijk verdrag, vrije individuen vormen gemeenschap Een wil
Voltaire (1694 – 1778) Godsdienst
- Filosoof
- God heeft wereld gecreeërd, maar daarna niks meer gedaan Deïsme
- Voltaire is voor verdraagzaamheid van geloven
Montesquieu (1689 – 1755) Politiek
- Trias politica: Rechterlijke macht (rechters), Wetgevende macht (Parlement), Uitvoerende macht
(Regering).
Verschillende oorzaken voor gebeurtenissen in 1789
- Vrijheid voor onderdrukte volken, - Vrijheid van meningsuiting, - Rechtstaat, - Kleingeestige jaloezie,
- Seksuele roddels, - Bescherming van privileges en rijkdom.
Voluntarisme
Motieven van de mens
Het maatschappelijk verdrag
Sociaal contract tussen vrije individuen, die besluiten een gemeenschap te vormen. De wil van het
gezamenlijke volk als enige en onbeperkte bron van het staatsgezag, wetgevende macht voor het
volk.
Verspreiding en invloed van de verlichting
- verspreiding van de ideeën via boeken, tijdschriften, salons, koffiehuizen (Public Shere)
- Aanvankelijk stroming maatschappelijke elite maar….. al snel ook van de lagere klassen
- Reading Revolution: Geletterdheid en boeken namen toe. Lezen wordt individuele bezigheid.
Invloed op de lange termijn:
- Verlicht absolutisme (Pruisen, Oostenrijk)
- Amerikaanse vrijheidsoorlog, Patriotten in Nederland, Franse revolutie
Wat is het verband tussen de Verlichting en de revolutie die in 1789
uitbrak?
- Vrijwel alle verlichtingsfilosofen behoorden tot geprivilegieerde groepen.
- De verlichting is stroming van de elite
- In adellijke kringen en zelfs aan het hof (koningin, broers van de koning) waren de idealen van de
verlichting zeer populair.
Publieke opinie
Verspreiding van de ideeën van wetenschap en verlichting, Mensen kwamen samen en voerden
discussies. Publieke opinie gaat hele belangrijke rol spelen tijdens de Franse revolutie Voorbeeld:
de spotprenten van Marie-Antoinette (L’Autrichienne) en Lodewijk XVI.
, Marie Antoinette & Lodewijk XVI
1770: Huwelijk
Marie Antoinette van Habsburgse afkomst. Habsburgers hadden veel oorlogen met Frankrijk
(Gehad). Ze werd als koningen erg gehaat vanwege haar afkomst.
Wat deed zij fout?
- Nageslacht (Duurde heel lang voordat ze kinderen kon baren)
- Habsburgse
- Geen concessies aan haar rol als koningen
- Haar vrienden waren niet Frans
- Veel geld uitgegeven
- Niet loyaal aan Frankrijk
- Uiterlijk: Kleed zich als een boer
College 2
Frankrijk tijdens het oude regime (Ancien Regimé)
1. De Monarchie (Huis van Bourbon)
Lodewijk XIV (1638-1715)
Sinds 1643 koning - Regeerde vanaf 1661
Frankrijk bestond uit staatjes binnen de staat Feodaal
Nog geen eenheid voor Lodewijk XIV
‘l’ état c’est moi’ (De staat, dat ben ik).
- Centralisatie neemt aanvang
Intendanten (Functionaris in provincie Frankrijk)
Colbertisme (Mercantilisme = export is groter dan import) Colbertisme is deel van mercantilisme,
vooral gericht op handel en industrie.
- Rechten van steden en parlementen ingeperkt
Oude adel (noblesse d’’epée) verliest macht - Hofcultuur op Versailles
Absolutisme
Goddelijk recht der koningen (Droit Divin)
- Door god op de troon gezet
Louis XV (1715 – 1774)
Minnaressen: een was Madame de Pompadour
- Geen goede koning Veel kritiek
Zwak koningschap
Hoge staatsschuld, pogingen om het belastingstelsel te hervormen lukken niet.