VOLKENRECHT
JURISPRUDENTIE , VERDRAGEN EN RESOLUTIES
, VOLKENRECHT 21/22
Inhoudsopgave
1. BRONNEN EN VERDRAGSRECHT .............................................................................................................. 2
The Case of the S.S. Lotus (1927) ➔ p. 25 ................................................................................................... 3
Reservations to the Genocide Convention (1951) ........................................................................................ 8
Rawle Kennedy v Trinidad and Tobago (1999) ......................................................................................... 12
2. RECHTSSUBJECTEN ................................................................................................................................. 15
UNGA Resolution 1514: Declaration on the Granting of Independence to Colonial Countries and Peoples
(1960).......................................................................................................................................................... 16
International Covenant on Civil and Political Rights ................................................................................ 18
Reparation for Injuries Suffered in the Service of the United Nations (1949) .......................................... 24
Secession of Quebec (Supreme Court of Canada, 1996) ............................................................................ 29
Kosovo Opinion (ICJ, 2010) ......................................................................................................................... 36
3. JURISDICTIE EN IMMUNITEITEN ........................................................................................................... 41
UN Convention on Jurisdictional Immunities of States and their Properties (2004) ............................... 42
Arrest Warrant of 11 April 2000 (ICJ, 2002) ➔ p. 21 ............................................................................... 49
Jurisdictional Immunities of the State (ICJ, 2012) ..................................................................................... 57
4. AANSPRAKELIJKHEID ............................................................................................................................. 60
Responsibility of States for Internationally Wronful Acts 2001 ................................................................ 61
Corfu Channel (ICJ 1949) ............................................................................................................................ 73
Tehran Hostages case (ICJ 1980) ............................................................................................................... 79
Srebrenica-zaak, Hoge Raad 2019, samenvatting NJCM) ......................................................................... 87
5. VREDE EN VEILIGHEID ............................................................................................................................ 90
Nicaragua case (1986) ➔ p. 34 ................................................................................................................. 91
Wall Opinion (2004) ................................................................................................................................. 102
Legality of the Threat or Use of Nuclear Weapons (1996) ...................................................................... 104
Brief Irak aan VN-Veiligheidsraad, 22 september 2014 .......................................................................... 107
Brief VS aan VN-secretaris Generaal, 23 september 2014 ...................................................................... 109
Prof. Nollkaemper, ‘Advies Luchtaanvallen IS(IS)’, 24 september 2014 ................................................. 110
Prof. Nollkaemper, ‘Nader Advies Geweldgebruik tegen ISIL in Syrië’, 23 juni 2015 ............................. 115
Pagina 1 van 120
, VOLKENRECHT 21/22
1. BRONNEN EN VERDRAGSRECHT
STOF
Literatuur: • Klabbers - H. 1, 2, 3 en pp. 163-170 (‘Jurisdiction’ – ‘Admissibility’)
Regelgeving: • Verdrag van Wenen inzake het verdragenrecht (1969) (“Weens
Verdragenverdrag”) (wettenbundel)
Jurisprudentie: • Lotus Case (PCIJ, 1927) (reader)
• Reservations to Genocide Convention (1951) (reader)
• Rawle Kennedy v. Trinidad and Tobago (HRC, 1999) (reader)
LEERDOELEN:
In deze week staan de bronnen van het internationaal recht centraal.
Na afloop van deze week dien je:
- De bronnen van het internationaal recht te kennen;
- Uiteen te kunnen zetten hoe de decentrale structuur van het internationaal recht is
weerspiegeld in de bronnen van het internationaal recht;
- De verschillende opvattingen over de toelaatbaarheid van voorbehouden bij verdragen te
begrijpen en toe te kunnen passen op een concrete casus;
- Te begrijpen welke elementen aanwezig dienen te zijn in een volkenrechtelijk betoog.
Pagina 2 van 120
, VOLKENRECHT 21/22
JURISPRUDENTIE
The Case of the S.S. Lotus (1927) ➔ p. 25
PERMANENT COURT OF INTERNATIONAL JUSTICE
Na een botsing tussen het Franse schip de S.S. Lotus en het Turkse schip de Boz-Kourt op de
hoogzee, waarbij 8 personen om het leven kwamen, gaat Turkije over op strafrechtelijke
vervolging van de kapitein van de S.S. Lotus, luitenenant Demons. Frankrijk voerde vervolgens
aan dat Turkije onder internationaal recht buiten het Turkse grondgebied geen jurisdictie kan
uitoefenen over een persoon met de Franse nationaliteit.
Het PCIJ bepaalt dat er geen regel in het internationaal recht is, die de jurisdictie van Turkije op
deze manier inperkt én -cruciaal- dat, gezien het feit dat Saten alleen gebonden zijn aan
internationaal recht wanneer zij daar zelf mee hebben ingestemd, beperkingen op de
onafhankelijkheid van Staten niet zomaar aangenomen kunnen worden. Hiermee duidt het PCIJ
internationaal recht als “permissive system” (zie Klabbers).
File E. c.
Docket XI
Judgment No. 9
7 September 1927
Twelfth (Ordinary) Session
(France v. Turkey)
JUDGEMENT
Het Hof,
(...)
Doet het volgende arrest:
Bij bijzondere overeenkomst, op 12 oktober 1926 te Genève ondertekend tussen de regeringen
van de Franse Republiek en van Turkije, en op 4 januari 1927 door de diplomatieke
vertegenwoordigers van genoemde regeringen te 's-Gravenhage ter griffie van het Hof
nedergelegd overeenkomstig artikel 40 van het Statuut en artikel 35 van het Reglement van het
Hof, hebben deze regeringen aan het Permanente Hof van Internationale Justitie de kwestie
voorgelegd van de rechtsmacht die tussen hen is gerezen naar aanleiding van de aanvaring op 2
augustus 1926 tussen de stoomschepen Boz-Kourt en Lotus.
Volgens de bijzondere overeenkomst dient het Hof over de volgende vragen te beslissen:
Pagina 3 van 120
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper berfintarsuslugil. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,49. Je zit daarna nergens aan vast.