Psychologie Geest, gedrag en wetenschap week 1
Psychologie
- Psyche = geest
- Logie = gebied van de studie
- Psychologie gaat over geestelijke processen en gedragingen + de wetenschap
o Geestelijke processen zijn intern en indirect waarneembaar (denken, voelen
etc)
o Gedragingen zijn extern en direct waarneembaar (lopen, glimlachen, praten
etc)
3 soorten psychologen
- Experimenteel psychologen
- Psychologie docenten
- Toegepast psychologen
Psychiatrie
- Is een medisch specialisme en is geen deel van de psychologie
- Een psychiater is een arts en mag medicijnen voorschrijven, psychologen niet
Wetenschap of niet?
- Wie/wat is de bron?
- Bewering redelijk of extreem?
- Bewijsmateriaal?
- Conclusie door vervorming beinvloed?
- Veel voorkomende denkfouten vermeden (vooroordelen)?
- Zijn er verschillende standpunten nodig?
4 stappen van wetenschappelijke methoden
1. Hypothese ontwikkelen
2. Objectieve data verzamelen
3. Resultaten analyseren
4. Resultaten publiceren, bekritiseren, repliceren
Soorten onderzoek
- Experiment
- Survey (vragenlijst)
- Natuurlijke observatie
- Gevalstudie
- Correlatie onderzoek
,6 perspectieven van gedachten, gevoelens en gedrag
Alle perspectieven samen vormt het holistische beeld
- Biologisch perspectief
o Scheiding lichaam en geest
o Oorzaak gedrag (aangeboren) in zenuwstelsel, endocriene stelsel (hormonen)
en de genen
o Neurowetenschap (hersenen)
o Evolutionaire psychologie
- Cognitief perspectief
o Introspectie (naar binnen kijken)
o Nadruk : gewaarwording, leren, denken, geheugen
- Behavioristisch perspectief
o Waarneembaar gedrag
o Black box (wat er in je hoofd gebeurt kun je niet onderzoeken , je kan alleen
gedrag onderzoeken)
o Tabula rasa alles wat is aangeleerd (ongeschreven blad)
o Grote bijdrage in het begrijpen hoe mensen (gedrag) leren
- Whole-person vanuit de gehele persoon
o Psychodynamisch (Freud)
Onbewuste geest
Psychoanalyse
Nadruk geestelijke stoornissen
o Humanistische psychologie
Nadruk op: mogelijkheden, groei, potenties
o Psychologie van karaktertrekken en temperament
Verschillen tussen mensen ontstaan uit verschillen in blijvende
kenmerken en neigingen, die karaktertrekken en temperament
genoemd worden
- Ontwikkelingsperspectief
o Samenspel : Nature nurture
o Mensen veranderen op voorspelbare wijze naar mate de invloeden van
erfelijkheid en omgeving zich in de loop van de tijd ontplooiien
o Levenslooppsychologie
- Socioculturele perspectief
o Sociale invloeden
o Cultuur en culturele verschillen
, Psychologie sensatie en perceptie week 2
Sensatie = de sensorische fase -> de zintuigen
- Gewaarwording van de stimulus (prikkel) : we weten dat er iets is maar we weten
niet wat.
- Het proces waarbij gestimuleerde receptoren (zoals de ogen en oren) een patroon
van neurale impulsen creëren.
Perceptie = perceptuele fase
- Eigenlijke waarneming en interpretatie : je weet wat er is
- De psychologische processen die ervoor zorgt dat de sensorische boodschappen
die de zintuigen naar onze hersenen sturen een persoonlijke betekenis krijgt.
5 zintuigen = horen, ruiken, zien, voelen, proeven
5 receptoren = oren, neus, ogen, huid, tong
Waarnemen
- Zintuigelijke indrukken zijn neurale representaties, geen werkelijke stimuli (prikkel)
= Onze zintuigen vangen energie op, en die energie moet op zo’n manier vertaald
worden zodat onze hersenen en zenuwstelsel daar iets mee kunnen.
- Zintuigen maken ‘jouw’ werkelijkheid, de werkelijkheid is dus voor iedereen anders
- Zintuigen staan tussen mens en werkelijkheid in
- 3 kenmerken die alle zintuigen gemeen hebben : transductie, sensorische adaptie,
drempels.
= deze kenmerken bepalen welke stimuli in sensaties worden omgezet, wat de
kwaliteit en het effect van die sensaties zijn en of ze tot ons bewustzijn zullen
doordringen
Transductie: stimulatie in sensatie veranderen
- transductie = omvorming (vertaling) van fysische energie (bv lichtgolven)
in neurale (zenuw) impulsen
- bv het licht dat door wordt vertaald door zintuigen naar de hersenen
- transductie vindt plaats in de zintuigen
Werking transductie: Oftewel:
- stimulatie van zintuig - Er gebeurt iets (ruiken, zien)
- activatie van receptoren - De zintuigcel gaat aan
- transductie van receptoren - Wat er gebeurt wordt vertaalt naar
- sensatie (in de hersenschors) de hersenen
- perceptie - We zien, ruiken dat er iets is
- We weten wat we zien, ruiken