In dit document staat alle informatie die nodig is voor de toets van inclusie verkregen vanuit de powerpoint van de docent en artikelen die gelezen moesten worden.
Wat is inclusie: de insluiting in de samenleving van achtergestelde groepen op
basis van gelijkwaardige rechten en plichten. Inclusie staat voor
gelijkwaardigheid en volwaardig burgerschap en wil een samenleving creëren
zonder drempels.
In de jaren 70 werd eerst de term exclusie gebruikt. Ze merkten dat er groepen
mensen waren die niet mee konden doen. In de jaren 90 kwam er sociaal beleid,
de regering ging er wat tegen doen. We zagen mensen die niet mee konden doen
en gingen denken hoe we hen dus wel weer mee konden laten doen.
Relationele autonomie: regie voeren over je leven, gebonden aan de grenzen van
je sociale, lichamelijke en geestelijke staat van zijn
Inclusieve maatschappij: is een maatschappij waarin niemand zich
buitengesloten voelt.
Intersectionaliteit Verschillende vormen van sociale stratificatie, zoals klasse, ras,
gender, seksuele geaardheid, leeftijd, handicap en geslacht staan niet los van
elkaar, maar zijn integendeel op een complexe manier met elkaar verweven.
Netwerksamenleving: een meer open samenleving waarbij mensen makkelijk lid
kunnen worden van verschillende groepen zoals economisch, beroepsmatig,
sociaal-maatschappelijke politieke en vrijetijdsnetwerken
3 belangrijkste partijen in de sociale zorg (18 e eeuw)
De verlichte burgerij
De katholieke kerk
Protestantse kerk
Mensen werden opgesloten in dollhouses en kinderen die crimineel waren of
verwaarloosd konden terecht in huizen waar ze opnieuw werden opgevoed. Ze
gingen er vanuit dat psychische problemen te genezen waren en werden uit hun
omgeving weggehaald om hun genezingsproces te stimuleren
Tot midden 19e eeuw was de sociale hulp particulier en lokaal georganiseerd.
De staat werd steeds belangrijker en het ging van nachtwakersstaat (uitsluitend
verantwoordelijk voor veiligheid waarborgen en rechtsorde) naar een
welvaartsstaat waarin de overheid steeds meer taken kreeg ook op het gebied
van zorg en welzijn. De staat stelde belastingen in om burgers te laten
participeren in het sociale stelsel. Het duurde tot eind 19 e eeuw voordat de staat
zich actief ging bemoeien met het wel en weer van kwetsbare burgers.
Model van de verenigde naties voor inclusie
Uitsluiting
o Als een bepaalde groep word uitgesloten
Segregatie
o Scheiding’
o Rassensegregatie is het scheiden in rassen
Integratie
o Een specifieke doelgroep ergens plaatsen waar zij zich moeten
aanpassen aan de vereisten van de samenleving.
Inclusie
, o Drempels doorbreken met een visie die iedereen, ongeacht de
doelgroep, een rechtvaardige en participatieve ervaring en
omgeving biedt.
Equivalentiebeginsel: alleen degene die premie betaalde konden aanspraak
maken op uitkering
Solidariteitsprincipe: iedereen betaald inkomensafhankelijke premies en
belastingen voor sociale verzekeringen en voorzieningen voor de gehele
bevolking. De overheid werd in toenemende mate verantwoordelijk voor de
spreiding van de welvaart
Met de invoering van de bijstandswet in 1965 werd de armenzorg voor het eerst
een overheidsaangelegenheid en werd ondersteuning een recht in plaats van een
gunst
Ideaaltypische verzorgingsstaat
Liberale verzorgingsstaat: voorzieningsniveau laag. Ondersteuning is
inkomsten afhankelijk, sociale rechten zijn beperkt met als doel het
functioneren van de makrt te stimuleren. Vrije markt staat centraal en
verantwoordelijkheden worden zoveel mogelijk bij het individu gelegd
bijvoorbeeld VK en VS
Sociaal democratische verzorgingsstaat: sociaal beleid en collectieve
voorzieningen zijn middel om sociale verschillen te verminderen. Nadruk
op gelijkheid bij toegagn tot sociale voorzieningen en een uitgebreid
stelsel van sociale zekerheid met hoge, algemeen toegankelijke
uitkeringen. Word gekenmerkt door hoge premies en belastingen om
ouderschapsverlof en andere regelingen te kunnen financieren.
Corporatistische verzorgingsstaat: bescherming van status en
klassenverschil staat centraal. Gezin neemt een belangrijke plaats in.
Kostwinnersbeginsel staat bij verschillende regelingen centraal. Door
sociale verzekeringen en voorzieningen is er sprake van een zekere
garantie van sociale zekerheid.
Enabling state: een staat die de voorwaarden schept voor maatschappelijke en
private partijen om kwetsbare burgers te ondersteunen bij het participeren in de
samenleving
Pas vanaf de jaren 60 ging de regering zich met welzijnswerk bezighouden.
Daarmee werd haar werkgebied opgerekt van het verdelen van welvaart naar het
vergroten van welzijn
Sociale uitsluiting (verschillende definities)
Als mensen niet volledig aan het economisch, sociale en burgerlijke leven
kunnen deelnemen en/of wanneer hun toegang tot inkomen en andere
hulpmiddelen dermate ontoereikend is dat zij niet van de
levensstandaarden kunnen genieten.
Mensen die niet in staat zijn zich als gelijkwaardig burger te bewegen in
het maatschappelijk verkeer zonder dat hun lichamelijke en persoonlijke
integriteit in het geding is.
Mensen die niet in staat zijn hun individuele en gedeelde identiteit vorm te
geven. Als je geen erkenning krijgt van anderen kan dit leiden tot een
identiteitscrisis.
, Mensen moeten in staat zijn te participeren in belangrijke instituties van
een samenleving
Factoren die sociale uitsluiting verhogen
Laag inkomen
Laaggekwalificeerde arbeid
Laag opleidingsniveau
Schooluitval
Een zwakke gezondheid
Immigratie
Discriminatie en racisme
Ongelijkheid tussen mannen en vrouwen
Arbeidsongeschiktheid
Ouderdom
Echtscheiding
Dakloosheid
Drugsmisbruik
Alcoholisme
Wonen in een probleemcumulatiegebied
Sociale uitsluiting ontstaat als een bepaalde ontwikkeling in 1 dimensie ook
gevolgen heeft voor andere dimensies. Processen van uitsluiting kunnen op
hetzelfde moment plaatsvinden en elkaars effect versterken, bijvoorbeeld als het
verlies van een baan samenvalt met het verlies van een partner
Er niet bij horen kan ook betrekking hebben op er niet bij mogen horen, er niet bij
kunnen horen of er niet bij willen horen. (Ervaringen van uitsluiting)
Er bestaat ook zoiets als zelfuitsluiting. Dat is als mensen sociaal of economisch
uitwijkgedrag vertonen als reactie op de manier waarop zij worden benaderd.
Bijvoorbeeld na een groot aantal keer solliciteren en afwijzingen stoppen met
solliciteren en breken hun sociale contacten af.
Je kunt dus altijd kijken naar het handelen van de persoon zelf maar ook naar hoe
de persoon behandeld word.
Stereotypen kunnen op verschillende manieren ontstaan. Door onze eigen
ervaring, door de geschiedenis, door onze opvoeding…
Stigmatisering: als je negatief denkt over een bepaalde groep mensen
Sociaal categorisatie: het ordenen van personen in groepen op grond van
gemeenschappelijke kenmerken
De logica van sociale ongelijkheid: er wordt onderscheid gemaakt tussen
gevestigden en buitenstaanders. Met het bestrijden van beelden over een
specifieke groep worden deze tegelijkertijd in stand gehouden. Wanneer je
bijvoorbeeld opkomt voor de belangen van een psychiatrisch patiënt bevestig je
tegelijk dat de patiënt een categorie is met bepaalde kenmerken.
Habitus, veld en kapitaal
De samenleving bestaat uit elkaar overlappende en uitsluitende velden, zoals
cultuur, politiek, wetenschap, bedrijfsleven en economie. Op elk veld streven
burgers naar een maximaal rendement. We willen overal het meest uithalen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ischaschaap. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.