Inhoudsopgave
Probleem 1: Stress.....................................................................................................................................................2
Probleem 2: anxiety...................................................................................................................................................6
Behandeling:..........................................................................................................................................................8
Probleem 3: PTSS......................................................................................................................................................9
Behandeling:........................................................................................................................................................10
Probleem 4: Social anxiety disorder......................................................................................................................13
Behandeling:........................................................................................................................................................16
Probleem 5: Paniekstoornis....................................................................................................................................18
Behandeling:........................................................................................................................................................22
Probleem 6: OCD.....................................................................................................................................................24
Behandeling:........................................................................................................................................................26
Probleem 7: Generalised Anxiety Disorder...........................................................................................................27
Behandeling:........................................................................................................................................................30
Probleem 8: Specifieke fobieën...............................................................................................................................31
3 manieren om componenten te onderzoeken:
- Omgeving > stress is een stimulus
- Reactie > wordt strain genoemd
- Proces > relatie persoon en omgeving = transactions
Stress = situatie waarin tegenstrijd wordt ervaren tussen fysieke en psychologische eisen
Cognitive appraisal = mentaal proces waarbij 2 factoren worden beoordeeld:
- Of iets fysiek/psychologisch welzijn bedreigd
- Beschikbare bronnen om hiermee om te gaan
Primary appraisal = eerste beoordeling > beoordeelt op:
- Harm-loss = hoeveel schade er al is
- Threat = verwachting toekomstige schade
- Challange = voordeel mogelijkheid van oplossingen
Secondary appraisal = beoordeling van middelen die beschikbaar zijn voor coping
Beoordeling van stressvolle situaties hangt af van:
- Persoonlijke factoren
o Intelligentie
o Motivatie
o Persoonlijkheid
- Situationele factoren
Biologische aspecten van stress:
- Reactivity = fysiologische reactie op stress
o Sympathische en endocriene systeem veroorzaakt arousal
- Fight-or-flight response = hoe lichaam reageert in noodtoestand
General Adaption Syndrom (GAS). Heeft 3 fases:
1. Alarm reactie > mobiliseren bronnen lichaam
a. Bijnieren geven (nor)adrenaline af
b. Hypothalamus, pituitary-adrenal axis (HPA) worden geactiveerd
2. Stage of resitance > als stressor aanhoudt wordt zenuwstelsel minder belangrijk.
HPA belangrijker
a. Verslechtering vermogen om nieuwe stressors te weerstaan
(lagere drempelwaarde)
b. Kan leiden tot gezondheidsproblemen (hoge bloeddruk, maagzweren,
imuunziektes)
3. Stage of exhaustion > chronische stress verzwakken imuunsysteem en putten
energiereserves uit
2
,Allocasted load = effect van steeds opnieuw aanpassen van het lichaam aan stressors > hoge
levels zijn slecht voor de gezondheid
4 factoren die bepalen hoe goed/slecht stress voor je is:
1. Amount of exposure = frequentie, intensiteit, aanhoudendheid
2. Magnitude of reactivity = verschil tussen personen in reactiviteit
3. Rate of recovery = sommige mensen sneller herstel
4. Resource restoration = bv. slaap
Patroon fysiologische arousal en stress afhanelijk van 2 factoren:
- Effort > streven, interesse, vastberadenheid van iemand
- Distress > angst, onzekerheid, verveling, ontevredenheid
- Effort + distress = verhoging catecholamine en cortisol
- Effort – distress = veel controle, verhoging catecholamine en verlaging cortisol
- Distress – effort = gebrek aan controle, verhoogd cortisol
Psychosociale aspecten van stress
Cognitie en stress
- Hoge stresslevels invloed op geheugen en aandacht
- Kan ook zorgen voor afleiding/slechte concentratie
- Executive functioning = cognitieve mogelijkheden voor reguleren gedrag
Emoties en stress
- Cognitieve beoordeling van invloed op emoties
- 2 categorieën:
o Fobie = irrationele angst voor specifieke stimuli
o Anxiety = gevoel van ongemak/vrees voor niet-specifieke dreiging
Daily hassles = stressbronnen die we vaak ervaren
- Hassle scale = meet aantal- en soort stressmomenten
- Uplifts scale = meet leuke momenten
Niet alle stress is ongezond Selye:
- Distress = schadelijk
- Eustress = voordeling
Amygdala:
- Betrokken bij emotieprocessen
- Leren, geheugen, aandacht
Fear conditioning:
- Klassieke conditionering waarin US wordt gevreesd
- Schade aan amygdala belemmert gecondictioneerde angstreactie
3
, 2 paden:
- Laterale nucleus van amygdala:
o Informatie komt samen uit meerdere regio’s
o Verbonden met centrale nucleus > zorgt voor emotionele reactie als stimulus
wordt gezien als gevaarlijk
- Superieure dorsale laterale amygdala
o Cellen hierin ondergaan verandering die CS aan US verbinden
o Na meerdere trials resetten deze cellen zich
- Inferieure dorsale laterale nucleus
o Cellen die na trials zijn gereset veranderen waardoor associatie CS en US blijft
bestaan
Informatie over angst bereikt amygdala via:
- Low road = pad direct van thalamus naar amygdala zonder filter door bewuste
controle
o + snelle signalen
o – informatie is niet specifiek
- High road = informatie naar thalamus > sensorische cortex voor verdere analyse >
en dan amygdala
o + informatie complexer/meer detail
o – trager
Amygdala:
- Leren van angst gebeurt impliciet
- Indirecte uiting door gedragsmatige of fysiologische reacties
- Schade amygdala > associaties negatieve gebeurtenis kunnen wel geleerd worden
maar geen lichamelijke reactie
- Schade aan hippocampus > mensen wel lichamelijke angstreactie door
conditionering, maar weten niet waarom
Angstsysteem heeft 4 kenmerken:
- Selectiviteit = angst getriggerd door specifieke stimuli
- Automatisme = door evolutie
- Inkapseling = angstreactie moeilijk te beïnvloeden of stoppen als hij is begonnen
- Angstsysteem geassocieerd met gespecialiseerd neuraal gebied
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper EmmaKarlsen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.