- Kunnen uitleggen wat de betekenis is van het woord
“psychopedagogiek”
- De begrippen “gedrag” en “bewustzijn” kunnen toelichten
- In eigen woorden kunnen uitleggen wat het belang is van dit OPO voor
een kleuteronderwijzer(es)
- Kunnen verwoorden waarom we binnen dit OPO de psychologische en
pedagogische inzichten met elkaar te combineren
2.1. Omschrijving van de term “psychologie”
In elk van ons schuilt een stukje psycholoog (= intuïtieve mensenkennis).
We proberen ons een idee te vormen over anderen
We proberen ons een idee te vormen over onszelf
We proberen de gedachten van iemand te achterhalen
We proberen gedrag te voorspellen
Mensenkennis is het inzicht in eigen gedrag en dat van anderen dat
gebaseerd is op toevallige en persoonlijke omstandigheden.
Mensenkennis is daardoor vaag, inconsistent, normatief* en
onkritisch.
*Normatief = gekleurd vanuit het idee hoe het zou moeten zijn
(aftoetsen aan de geldende norm)
2.1.1.Psychologie is een wetenschap
“De psychologie heeft een lang verleden, maar een korte geschiedenis”
Bovenstaande uitspraak verwijst naar het onderscheid tussen
intuïtieve mensenkennis en wetenschappelijke psychologie.
Goed psycholoog = iemand die veel intuïtieve mensenkennis heeft.
Definitie Psychologie:
- De wetenschappelijke studie waarbij het gedrag bestudeerd wordt en
waarbij die gedreagsevidentie gebruikt wordt om de interne processen
te begrijpen die aan dat gedrag ten grondslag liggen.
- De wetenschap van de mentale processen (de geest) en het gedrag
van de individuen.
Psychologie =
- Systematisch (gebruik makend van wetenschappelijke
onderzoeksmethodes)
, - Objectief (het resultaat van het onderzoek mag niet afhangen
van een persoonlijke voorkeur)
- Controleerbaar (in elk stadium van het onderzoek moet men
kunnen nagaan of de bevindingen wel kloppen met de
realiteit)
Psychologie = psycho (ziel) + logie (kunde) zielkunde of
geestesleer.
Psychologie = de wetenschappelijke studie waarbij het gedrag
bestudeerd wordt en waarbij die gedragsevidentie gebruikt wordt
om de interne processen te begrijpen die aan dat gedrag ten
grondslag liggen.
2.1.2.Evolutie en definiëring van het begrip ‘gedrag’
Begrip gedrag is niet eenvoudig.
Definitie gedrag:
Gedrag heeft te maken met handelen, iets doen.
Bv. een boek lezen, met de auto rijden, telefoneren, spelen…
Activiteit beschouwd als gedrag afhankelijk van meetbaarheid.
o Strikte behavioristen enkel waarneembaar en observeerbaar
gedrag als werkelijk ‘gedrag’
o Conflict tussen enerzijds de diepe behoefte om de psychologie
objectief en exact te houden en anderzijds haar gebied uit te
breiden tot cognitie en neurofysiologie om tot bevredigende
verklaringen te komen van wat mensen doen
Gedrag enkel bij levende organismen.
o Voor levenloze voorwerpen gebruiken we het woord
'gedragen' alleen maar in de figuurlijke betekenis
Gedrag activiteiten gecontroleerd door het bewustzijn.
o Hormonale processen niet gecontroleerd door het
bewustzijn = geen gedrag
o Spontaan ademhalen, zonder dat je hiervan bewust bent =
geen gedraging.
o Bewust diep ademhalen = gedraging
Gedragingen zijn dus activiteiten die bestuurd worden door het bewuste
deel van het zenuwstelsel (= cerebrale cortex)
,Echt gedrag kan alleen maar voorkomen bij organismen die over een
bewustzijn beschikken.
2.1.3 Definiëring van het begrip ‘bewustzijn’
Definitie Bewustzijn:
Mensen hebben een bewustzijn en dit bewustzijn is gebonden aan
een specifiek orgaan dat we de hersenen noemen. Wordt de werking
van dit orgaan verstoord, bv. door toediening van een
narcosemiddel, dan worden we ‘bewusteloos’.
o Soorten die over een analoog orgaan beschikken alsook dolfijn
en apen.
Het bewustzijn is een activiteit van het zenuwstelsel, meer bepaald
van onze hersenen. De hersenen zijn het orgaan van ons bewustzijn,
zij vormen de basis van alle gedrag en ervaring.
Het bewustzijn is het momentane besef van externe of interne
stimuli of het ‘besef’ van gebeurtenissen in onze mentale ruimte.
Er zijn verschillende graden of niveaus van bewustzijn
1. Bewuste gebeurtenissen:
Externe of interne stimuli waar een persoon zich op het
moment bewust van is.
Ik schrijf, ik zit op mijn stoel,…
2. Voorbewuste gebeurtenissen:
Gedachten en herinneringen waar we op een bepaald moment
niet aan denken, maar die we gemakkelijk uit ons
langetermijngeheugen in het bewustzijn kunnen roepen.
Herinneringen
3. Niet-bewuste gebeurtenissen:
Processen die door hun aard nooit in het bewustzijn geroepen
kunnen worden
Kloppen van de gehoorbeentjes als we een geluid horen,
de processen die onze bloedsomloop regelen, de
maagsecreties tijdens het eten,…)
4. Onbewuste gebeurtenissen:
Deze liggen tussen het niet-bewuste en het voorbewuste. Dit
zijn processen en gebeurtenissen die niet gemakkelijk in het
bewustzijn geroepen kunnen worden, maar ze beïnvloeden wel
de werking van het bewustzijn
Dromen (zie Freud) (men zegt soms ‘je bent er ergens
onbewust mee bezig’)
2.1.4 Wetenschappelijke psychologie
, 2.1.4.1 Doelstellingen en toepassingen
Globaal schrijft men aan de psychologie vier doelstellingen voor:
1. Beschrijven
Vooraleer vragen kunnen worden beantwoord, moet een
fenomeen nauwkeurig worden beschreven. (Wat gebeurt er?
Hoe dikwijls?)
2. Verklaren
Nadat een fenomeen nauwkeurig werd beschreven, probeert
men de oorzaak (de gedragsdeterminant die het gedrag
bepaalt) ervan te ontdekken (Waarom stelt hij/zij dit gedrag?
Hoe komt dit?)
3. Voorspellen
Als de psycholoog de oorzaak van een fenomeen kent, weet hij
dat de gevolgen zich zullen herhalen als de oorzaak nog eens
optreedt. (Is er een samenhang tussen de gegevens? Kunnen
het ene voorspellen door het andere?)
Ook al zijn veel aspecten van het menselijk gedrag redelijk
voorspelbaar, toch zal het vermoedelijk onmogelijk blijven het
menselijk gedrag volledig in wetmatigheden vast te leggen. De
uniciteit van elke mens maakt immers dat waterdichte
voorspellingen vrijwel zijn uitgesloten.
4. Beïnvloeden
Op basis van diepgaande kennis van het menselijk gedrag, kan
men mensen begeleiden naar verandering (vb. Therapie).
Voorbeeld: Onderzoek naar ADHD / dyslexie
- beschrijven: kenmerken van ADHD/dyslexie beschrijven
- Verklaren: oorzaken van ADHD/dyslexie onderzoeken (erfelijk,
problemen tijdens de zwangerschap, complicaties bij de geboorte,…)
- Voorspellen: welke kenmerken zien we bij jonge kinderen die later
de diagnose van ADHD of dyslexie krijgen? (overbeweeglijkheid,
moeilijk concentreren, taalproblemen,…)
- Beïnvloeden: wat kunnen we doen om de symptomen van
ADHD/dyslexie te beperken (op school, thuis, medicatie,…)
Concrete toepassingen van de psychologie vinden we terug op
verschillende terreinen
Daar waar men mensen wil helpen op basis van wat men weet en
kent van het menselijk gedrag psychologen
Menselijk gedrag als onderzoeksterrein de pedagogie, sociologie,
(cultuur)antropologie…
o Menselijk gedrag als materieel voorwerp van hun onderzoek
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper BUGA2122. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,48. Je zit daarna nergens aan vast.