BAS1 praktijk
Door: Nina de Rooij
Fysiotherapie jaar 1
1
,Inhoudsopgave
1.07VT: anatomie patella, inspecteren observeren..................................................................................................... 3
2.05VT: anatomie art genus........................................................................................................................................ 4
2.06VT: spierkracht en osteokinematica..................................................................................................................... 8
2.07VT+: inspecteren en palperen knie regio............................................................................................................ 11
SPB 2.09: anamnese en hulpvraag........................................................................................................................... 13
3.05VT: anatomie buigers en strrkkers art.genus...................................................................................................... 14
3.06VT communicatie (techniek)............................................................................................................................... 17
3.07VT+: specifieke testen art genus gericht op ligamentair.....................................................................................18
4.05VT rode vlaggen................................................................................................................................................. 25
4.07vt+: inspecteren en observeren.......................................................................................................................... 26
5.05VT: Informeren, adviseren, huiswerkoefeningen ontstekingsfase instrueren......................................................28
5.06VT: ROM vergroten............................................................................................................................................ 30
2
,1.07VT: ANATOMIE PATELLA, INSPECTEREN OBSERVEREN
Criterialijsten: anatomie
Bronnen: anatomie in vivo, Sobotta, extremiteiten
(14.1, 14.4, 14.5)
Uitgangshouding: 90graden gebogen knie
Anatomie structuren:
1. Tibia
2. Fibula
3. Patella
4. Femur
5. Gewrichtsspleet van de art. Genus
Gewricht art genus
Patella: hefboom
Waarom en hoe?
Vast punt tussen 2 botten zorgt dat de kracht veel makkelijker over wordt gebracht. Wat levert het op?
Meer kracht in je bovenbeen
Patella zorgt als het ware voor een hefboom je hoeft minder kracht te leveren en als resultaat zorgt het
voor meer beweging
Observatie van vaardigheid hurken:
Beweging gelijkmatig niet gelijkmatig
Knieen naar binnen of naar buiten
Patella omhoog
Links rechts verschil
Zakt de knie door of niet
Komen ze beide even ver
Patiënt vragen naar sensaties
Kwaliteit van de beweging
3
,2.05VT: ANATOMIE ART GENUS
Benige gewrichtsuiteinden (kop-kom) Bronnen: anatomie in vivo, Sobotta,
filmpjes DLO
Patella en femur -> patellofemorale gewricht
Tibia en femur ->tibiofemoralis
Samengesteld gewricht= te maken met 3 botdelen
Art genus= art tibiofemoralis + art. Patellofemoralis
Art tibiofemoralis: oppervlakken incongruent
o instabiel
art. Patellofemoralis: oppervlakken congruent (kop en kom zijn goed op elkaar aangepast)
o stabiel
Welke structuren vergroten de stabiliteit tibiofemorale gewricht?
Gewrichtsstructuren
Spieren rondom gewricht
Kraakbeen- synovia (waar? Functie?)
Bursa ligt boven de patella, met gewrichtssmeer
Functie: voorkomen dat de pees over het bot schuurt
Hyalien (glad en glanzig) kraakbeen gevoed vanuit synovia
Kraakbeen bevat geen bloedvaten alle voedingsproducten
en afvalproducten gaan via de synovia
Functie: wrijving verminderen en optimale drukverdeling
Eigenschappen kraakbeen en synovia
o Kraakbeen: glas en vervormt onder druk (schokdemper)
o Synovia: smeermiddel, hecht zich aan kraakbeen
Bursa suprapatellaris: verminderen wrijving pees- bot
Op röntgenfoto -> zichtbaar kraakbeenvermindering door ruimte tussen gewricht
Menisci (waar? Functie?)
Bevat Vezelig kraakbeen, collagene vezels -> dit zorgt voor een grote trekbelasting
Bevestiging aan: area intercondylaris tibiae
Laterale meniscus: relatief klein, sterker gekromd
Mediale meniscus: relatief groter, meer een maan vorm
Zit vast aan ligament collaterale mediale (aan het kapsel):
minder bewegelijk dan lateraal, meer risico op
beschadiging
Functie:
Stabiliteit verbeteren
Druk is beter verdeeld op de gewricht oppervlakken,
demping schokken
4
, Begeleiden van de ronde kop over de vlakke kom (verschuiven en vervormen)
Bij scheuren: hechten, losse delen verwijderen
Alleen buitenzijde van menisci is voorzien wordt doorbloed vanuit membrana synovialis
Nadeel: als er scheur optreedt-> genezing nagenoeg uitgesloten
Ligamenten:
Intra articulair: in de gewrichtsholte liggen de banden. Binnen
het gewricht
Capsulair: onderdeel van gewrichtskapsel
Extra capsulair: buiten het gewricht kapsel gelegen
Lig. Collaterale mediale: capsulair en lig collaterale laterale: extra capsulair
Functie:
o Remming extensie beweging
o Remmen endorotatie tibia, en exorotatie femur
o Voorkomen Ab- en adductie
o Voorkomen zijwaartse bewegingen
Ligg. Cruciata anterius/ posterius (voorste en achterste kruisband): intra articulair
Functie:
o Remmen endorotatie tibia, en exorotatie femur
o Voorkomen van schuifbewegingen in voor- achterwaartse beweging
Lig patellae: bewust beïnvloedbaar, door middel van het spierweefsel dat eraan
vastzit
Eigenschappen ligamenten algemeen: rekbaar, maar beperkt, spanning is variabel
Functies:
Bewegingen geleiden controleren
Bewegingen begrenzen (maximale rek)
Stabiliteit waarborgen (beweegt in de gewenste beweging)
Kop en kom bij elkaar houden, voorkomen van te grote glij- en schuifbewegingen
Flexie extensie, slotrotatie
Flexie femur vanuit strekstand
Femurcondylen: rollen naar achter, dan slippen
Menisci: schuiven naar achter, rekken uit
Collaterale ligamenten: spanning neemt af
Contactoppervlak tussen kop en kom: neemt af
Flexiestand: instabiele stand, endo- exo mogelijk
5
,Extensie femur
Femurcondylen: slippen en rollen naar voren
Menisci: verschuiven naar ventraal, ontspanning
Collaterale ligamenten: spanning neemt toe
Contactoppervlak kop en kom: neemt toe
Slotrotatie(closed packed position): endorotatie femur van enkele graden
Flexie remming-> spieren
Extensie remming-> Banden
VOORBEREIDING
Doelen, voorbereiding en vaardigheidstabel ✔️
AANTEKENINGEN LES
Art Patellofemoralis
Facies Patellaris (kop) en facies patellaris femoris (kom), congruent
Art tibiofemoralis
Tibia plateau condylen (kom) en condyle femur (kop), incongruent
Proximale delen van tibia en fibula
Uitgangshouding: 90 graden Flexie knie
Tuberositas tibiae
Condylus medialis tibiae
Condylus lateralis. Tibiae
Caput fibulae
Het lig. Patellae
Uitgangshouding: 90 graden Flexie knie, zorg voor aanspanning van het lig.
Patellae
Patella
Tuberositas tibiae
Distale delen van het femur
Uitgangshouding: 90 graden Flexie knie
Condylus lateralis femoris
Condylus medialis femoris
Facies patellaris femoris
De gewrichtsspleet van de art. Genus. Voorzijde, mediale en laterale
Uitgangshouding: 90 graden Flexie knie
6
, Corpus adiposum infrapatellare AKA vetlichaam van Hoffa
Uitgangshouding: 90 graden Flexie knie, en volledig actief gestrekte knie
Vetlichaam onder de patella pees
Wordt zichtbaar bij extensie knie, ook zichtbaar bij achterzijde vd knie
Bij knie klachten neemt het veel vocht op, kan door pijnklachten zorgen aan de achterzijde terwijl het
probleem elders ligt
Distale delen van het femur
Uitgangshouding: 90 graden Flexie knie
Epicondylus lateralis femoris
Epicondylus medialis femoris
Lig. Collaterale laterale identificeren/lokaliseren
Uitgangshouding: onderbeen op het andere bovenbeen (exorotatie heup)
Epicondylus lateralis femoralis
o Eerste botpunt wat je tegenkomt vanaf femur
Caput fibulae
Lig. Collaterale mediale identificeren/ lokaliseren
Uitgangshouding: been naar buiten brengen (endorotatie heup)
Epicondylus medialis femoris
Condylus medialis tibiae
Gewrichtsspleet mediaal van lig. patellae
Ligging menisci medialis en lateralis
Ligg. Cruciata
7