Inhoud
Psychologie samenvattend.................................................................................................................1
Seksualiteit, intimiteit en hulpverlening.................................................................................................2
Genderidentiteit.................................................................................................................................2
Transgender personen....................................................................................................................2
Intersekse.......................................................................................................................................2
Seksuele gerichtheid: hetero-homo-bi...........................................................................................2
Aseksualiteit...................................................................................................................................3
Maatschappelijke acceptatie..............................................................................................................3
Homoseksualiteit............................................................................................................................3
LHB-jongeren..................................................................................................................................4
Biseksualiteit...................................................................................................................................5
Transgenders..................................................................................................................................6
3.1 Kinderen en jongeren...................................................................................................................6
3.1.5Seksuele ontwikkelingsfase bij jongeren................................................................................6
3.1.6Seksuale ontwikkelingen bij homojongeren...........................................................................6
3.1.7 Seksueel gedrag van jongeren...............................................................................................7
3.1.8 Wetgeving..............................................................................................................................8
3.1.9 Sexting...................................................................................................................................8
3.1.10 Beleving van seksualiteit bij jongeren..................................................................................9
3.1.11 Cultuur en seksuele ontwikkeling........................................................................................9
Samenwerker aan gezondheid.............................................................................................................10
Het biopsychosociaal model.............................................................................................................11
Positieve gezondheid van Huber......................................................................................................11
Psychologie een inleiding.....................................................................................................................13
Samenvattingen volgens de PowerPoint..........................................................................................13
Bijeenkomst 1:..............................................................................................................................13
Bijeenkomst 2:..............................................................................................................................14
Bijeenkomst 3:..............................................................................................................................16
Bijeenkomst 4:..............................................................................................................................18
Bijeenkomst 5:..............................................................................................................................19
Bijeenkomst 6:..............................................................................................................................22
,Seksualiteit, intimiteit en hulpverlening
Genderidentiteit
De meeste baby’s worden geboren als jongetje of meisje. Vervolgens ontwikkelen ze zich tot man of
vrouw. Er zijn echter uitzonderingen: het bestaan van tansgender personen en mensen met een
intersekse-conditie toont dat de mensheid niet in twee exclusieve geslachten in verdeeld.
Transgender personen
Transgender personen ervaren een conflict in de genderidentiteit. Niet alle transgenders zijn
genderdysfoor (bijvoorbeeld transgenders die de transitie al achter de rug hebben) Bij transitie
besluiten transgenders tot medische ingrepen zodat anatomisch (operatief) en ten dele fysiologisch
(hormonaal gestuurd) een uiterlijke verandering wordt aangebracht in de geslachtskenmerken.
Nogal wat meisjes hebben weleens gewenst dat ze een jongen waren. Dit lijkt in de meeste gevallen
echter geen kwestie van een conflict over genderidentiteit, maar heeft veel meer te maken met
genderexpressie: ze verlangen naar de sociale voordelen die een jongensrol hun kan opleveren. Ook
jongend kunnen last hebben van hun geslachtsrol en bedenken af en toe dat ze liever een meisje
zouden zijn.
Sommige kinderen vertonen cross-gendergedrag (gedrag dat als afwijkend voor het biologische
gedrag wordt gezien). Maar heel weinig van deze kinderen vertonen dit gedrag zo extreem en
hebben zo’n afkeer van hun eigen geslacht, dat er gesproken kan worden van een
genderidentiteitsstoornis. En weer bij een minderheid van deze groep speelt de genderdysforie nog
een rol bij het betreden van de puberteit.
Er zijn meer als man dan als vrouw geboren transgenders. Tot 2014 kon een transgender in
Nederland zijn geslacht alleen laten wijzigen bij de burgerlijke stand, als hij aan ingrijpende
voorwaarden had voldaan. Zo moest iemand gesteriliseerd worden, diende de aanvraag ondersteund
te zijn door een medisch en psychologisch advies en moest iemand de zo volledig mogelijke
geslachts-veranderende operaties hebben ondergaan. Deze eisen ervaarden veel transgenders als
zeer ingrijpend en een onterechte inperking van hun recht op zelfbeschikking. Volgens de nieuwe
Transgenderwet, die op 1 juli 2014 in werking trad, kunnen transgenders hun registratie eenvoudig
laten wijzigen op de gemeentehuis van hun geboorteplaats. Daarvoor is alleen nog een deskundige
verklaring nodig.
Ongeveer 3% van de Nederlanders brengt travestieverlangens in de praktijk. Heir is geen sprake van
een identiteitsverwarring maar van een verwisseling van genderexpressie. Het is een spel met
gender: niet altijd met seksualiteit. Travestie biedt vaak een theatraal effect. Deze vorm van theatrale
travestie is eerder gericht op het doorbreken van maatschappelijk vastgestelde stereotiepe
geslachtsrollen dan op seksuele opwinding.
Intersekse
Intersekse is een parapluterm voor alle mensen die volgens de medische professie bij geboorte
afwijken van wat algemeen gesproken als man of vrouw wordt gezien. Het gaat om verschillen in de
chromosomen, geslachtsklieren of de anatomie. Bij intersekse-conditie is niet zozeer de perceptie
van de eigen sekse het vraagstuk – personen met een vorm van intersekse voelen zich bijna altijd
man of vrouw.
Bij veel minder dan 80.000 waarbij intersekse voorkomt is bij de geboorte al zichtbaar dat het
lichaam kenmerken van zowel het mannelijk als het vrouwelijk geslacht vertoont. Vaker zijn deze
geslachtskenmerken zonder gespecialiseerd onderzoek onzichtbaar.
Seksuele gerichtheid: hetero-homo-bi
Bij seksuele gerichtheid gaat het over het geslacht waar je seksueel op gericht bent in seksuele
verlangens. De seksuele gerichtheid kan worden verdeeld in de drie hoofdgroepen:
1. Heteroseksualiteit: seksualiteit gericht op het andere geslacht
, 2. Homoseksualiteit: seksueel gericht op het eigen geslacht
3. Biseksualiteit: seksueel gericht op zowel het mannelijk als vrouwelijk geslacht
Feitelijk is deze driedeling te schematisch. Het doet niet geheel recht aan de diversiteit van
menselijke beleving. Ook heteroseksuele mensen zijn niet geheel ongevoelig voor homoseksueel
getinte contacten.
Individueel seksueel gedrag is te plaatsen in de volgende categorieën:
1. Exclusief heteroseksueel
2. Overwegend heteroseksueel, incidenteel homoseksueel
3. Overwegend heteroseksueel, vaker dan incidenteel homoseksueel
4. Gelijkmatig heteroseksueel en homoseksueel
5. Overwegend homoseksueel, vaker dan incidenteel heteroseksueel
6. Overwegend homoseksueel, incidenteel heteroseksueel
7. Exclusief homoseksueel
Tegenwoordig wordt ook wel de driedeling beleving/gedrag/zelfbenoeming gehanteerd. De drie
kunnen los van elkaar voorkomen. Iemand kan homoseksueel gedrag vertonen en dit niet als
homoseksueel beleven of voor zichzelf zo benoemen. Andersom kan iemand in zijn beleving homo
zijn en dit zo benoemen, maar geen homoseksueel gedrag vertonen.
Aseksualiteit
Op kleine schaal komt het ook voor dat mensen geen enkele seksuele beleving hebben. Dan spreken
we van aseksualiteit. De verlangens en lusten die meestal worden opgewekt wanneer individuen
worden blootgesteld aan seksuele prikkels, worden door hen niet herkend. Aseksuele zijn wel in
staat verliefd te worden of om liefde te voelen voor iemand anders. Aromantische aseksuele kunnen
ook niet verliefd worden. Het gaat dus om het ontbreken van enig gevoel van seksuele lust.
Maatschappelijke acceptatie
Aan de discussie over tolerantie voor seksueel gedrag dat afwijkt van het gemiddelde, zitten
verschillende kanten:
Maatschappelijk-ethisch: wat hoort wel en niet in de samenleving.
Juridisch: wat word wel en niet door de overheid verboden
Medisch-psychiatrisch: wat is gestoord en wat is ‘normaal’
Historisch-cultureel: wat zijn gegroeide gewoontes
Persoonlijk: wat vind ieder individu zelf, vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid
Ten aanzien van alle genoemde varianten geldt, dat de maatschappelijk waarden en normen een
belangrijke rol spelen in het welzijn van de betrokken mensen. Kennis van achterstelling en
discriminatie is van belang voor sociaal werkers.
Homoseksualiteit
Maatschappelijk-ethisch vindt een grote meerderheid van het Nederlandse volk dat homoseksuele
mensen geaccepteerd dienen te worden. Juridisch is er veel bereik met de openstelling van het
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper annasophiaasdw. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.