Jurisprudentie Materieel Strafrecht
Inhoudsopgave
HR 14 februari 1916, NJ 1916, 681 (Melk en water).......................................................................3
HR 20 februari 1933, NJ 1933, 918 (Huizense veearts)...................................................................3
HR 10 september 1957, NJ 1958, 5 (Zwarte Ruiter)........................................................................4
HR 21 november 1995, NJ 1996, 452 (Laadbak).............................................................................4
HR 17 januari 2006, NJ 2006, 303 (Taxibus)...................................................................................5
HR 9 februari 1971, NJ 1972, 1 (Dreigbrief)....................................................................................6
HR 25 juni 1996, NJ 1997, 563 (Dwarslaesie)..................................................................................7
HR 13 juni 2006, NJ 2007, 48 (Bloedvergiftiging)............................................................................8
HR 27 maart 2018, ECLI:NL:HR:2018:435 (Koolmonoxidevergiftiging)...........................................8
HR 27 maart 2012, NJ 2012, 301 (Groningse hiv-zaak)...................................................................9
HR 14 november 2000, NJ 2001, 37 (Apothekersassistente in opleiding).......................................9
HR 25 maart 2003, NJ 2003, 552 (Hiv I)........................................................................................10
HR 1 juni 2004, NJ 2005, 252 (Black-out)......................................................................................10
HR 6 september 2005, NJ 2006, 50 (Schieten op bovenwoning)...................................................11
HR 29 juni 2010, NJ 2010, 674 (Kampvuur te Castricum)..............................................................11
HR 17 mei 2016, NJ 2017, 67 (Vrijspraak voormalig neuroloog)...................................................12
HR 19 september 2017, NJ 2017, 426 (Roekeloos rijden)..............................................................12
HR 29 mei 2018, ECLI:NL:HR:2018:718 (Aanmerkelijke kans).......................................................12
HR 22 november 1949, NJ 1950, 180 (Motorpapieren).................................................................13
HR 13 juni 1989, NJ 1990, 48 (In de steek gelaten vrouw)............................................................13
HR 30 november 2004, NJ 2005, 94 (Moord te Capelle aan den IJssel).........................................13
Gerechtshof Arnhem 17 februari 2010, NJFS 2010, 123 (Tolbert-zaak)........................................14
HR 14 maart 2017, NJ 2017, 269 (Hulp bij zelfdoding door niet-arts)...........................................14
HR 24 oktober 1978, NJ 1979, 52 (Cito)........................................................................................15
HR 8 september 1987, NJ 1988, 612 (Grenswisselkantoor)...........................................................15
HR 17 februari 2004, NJ 2004, 400 (Brief in jaszak)......................................................................16
HR 20 februari 2007, NbSr 2007, 125 (Samir A.)...........................................................................16
HR 3 maart 2009, NJ 2009, 236 (Remkabel).................................................................................17
HR 28 januari 2014, NJ 2014, 107 (Bepaaldheid van het misdrijf)................................................17
HR 27 mei 2014, NJ 2014, 338 (Ondeugdelijke voorbereiding?)...................................................18
HR 4 april 2017, NJ 2017, 290 (Ondeugdelijke poging?)...............................................................19
1
,HR 30 maart 2021, ECLI:NL:HR:2021:389 (Bevrijdingsactie).........................................................19
HR 17 november 1981, NJ 1983, 84 (Containerdiefstal)................................................................20
HR 20 januari 1998, NJ 1998, 426 (Opzet op medeplegen diefstal met geweld)...........................20
HR 12 december 2000, NJ 2002, 516 (Peter en Peter)...................................................................21
HR 26 oktober 2004, NJ 2004, 682 (Benzinestation).....................................................................21
HR 22 maart 2011, NJ 2011, 341 (Medeplichtigheid bij/tot).........................................................22
HR 2 december 2014, NJ 2015, 390 (Balletjespistolen).................................................................23
HR 20 februari 2018, RvdW 2018, 308, ECLI:NL:HR:2018:241 (Nijmeegse scooterzaak)..............23
HR 13 oktober 2020, NJ 2021/30, m.nt. J.M. Reijntjes (Enschedése voogdijmoord).....................23
HR 23 februari 1954, NJ 1954, 378 (IJzerdraad)............................................................................24
HR 15 oktober 1996, NJ 1997, 109 (Gezondheidscertificaat)........................................................24
HR 21 oktober 2003, NJ 2006, 328 (Drijfmest)..............................................................................25
HR 26 april 2016, NJ 2016, 375 (Overzichtsarrest feitelijke leiding geven)...................................26
2
, HR 14 februari 1916, NJ 1916, 681 (Melk en water)
Feiten
In Amsterdam was het volgens artikel 303 van de Algemene Politie Verordening verboden om
aangelengde melk als volle melk te verkopen. Een veehouder had melk met water verdund zonder dit
te openbaren en liet dit product door zijn knecht als volle melk verkopen. De knecht had geen weet
van dit bedrog.
Rechtsregel
Overweging HR:
- dat toch niets, bepaaldelijk niet de geschiedenis van het WvSr er toe dwingt om aan te nemen,
dat bij het niet-vermelden van schuld als element in de omschrijving van een strafbaar feit, in
het bijzonder van een overtreding, onze wetgever het stelsel huldigt, dat bij gebleken
afwezigheid van alle schuld niettemin strafbaarheid zou moeten worden aangenomen, tenzij er
een grond tot uitsluiting daarvan in de wet mocht zijn aangewezen
Concrete rechtsregel:
- Afwezigheid van alle schuld bij de verkoper (de feitelijk dader) impliceert volgens de Hoge
Raad niet dat ook zijn baas (de middellijk dader) vrijuit gaat. Er is sprake van doen plegen als
iemand een ander een delict laat plegen waarvoor die ander zelf niet kan worden gestraft.
- Let op: afwezigheid van alle schuld is een buitenwettelijke schulduitsluitingsgrond
HR 20 februari 1933, NJ 1933, 918 (Huizense veearts)
Feiten
Tijdens een epidemie van mond-en-klauwzeer bracht een veearts opzettelijk 7 gezonde koeien in
contact met zieke koeien die in een stal stonden. Dit was een strafbaar feit in de Veewet. Op de
rechtszitting heeft de veearts uitgelegd, dat hij dit deed om de koeien een lichte graad van besmetting
te laten oplopen, zodat zij antistoffen zouden ontwikkelen, om daarmee hetzelfde effect te verkrijgen
als vaccinatie.
Rechtsregel
- De veearts deed een beroep op een ongeschreven rechtvaardigingsgrond: het ontbreken van
materiële wederrechtelijkheid. (buitenwettelijke strafuitsluitingsgrond/ rechtvaardigingsgrond)
- Criteria ontbreken materiele wederrechtelijkheid
o Redelijk middel tot redelijk doel, proportionaliteit
o Evident voordeel voor rechtsorde
o Bescherming van belang in verlengde van het door de overtreden bepaling
beschermde belang
o Onvervangbaar middel, subsidiariteit
Noot
- HR heeft in het arrest een andere weg bewandeld en daarbij voor het eerst geopereerd met het
in de doctrine niet onbekende begrip van wegvallen van onrechtmatigheid der handeling
- Onder overmacht (Pompe) valt: zelfstandige constructie van het wederrechtelijkheidsbegrip
op buitenwettelijke en buitenrechtelijke gronden althans met erkenning van zulke elementen.
- Wegvallen van onrechtmatigheid en het niet vallen onder de delictsomschrijving, hoewel
formeel verschillend, komen in wezen op hetzelfde neer
- Woord ‘wederrechtelijkheid’ opgenomen in artikel zou deze kwestie hebben kunnen
voorkomen
3