Afasie – Roelien Bastiaanse
samenvatting
Hoofdstuk 1 Inleiding
Definitie van afasie
Afasie = een verworven taalstoornis ten gevolge van plotseling optredend focaal
hersenletstel dat is ontstaan nadat de taal verworven is. Het gaat om een
centrale stoornis die enerzijds zowel de taalproductie als het taalbegrip en
anderzijds zowel gesproken als geschreven taal betreft.
Het is geen spraakstoornis, geen taalontwikkelingsstoornis, geen psychogene
oorzaak (bij schizofrenie zie je niks aan de hersenen bij een scan, bij mensen met
afasie wel), geen diffuus letsel (het moet focaal letsel zijn, dwz. dat er een focus
van letsel moet zijn die de taalstoornis veroorzaakt).
Prevalantie (hoe vaak het voorkomt): 30.000 afasiepatiënten in Nederland.
Incidentie (hoe veel erbij komen): 10.000 elk jaar. Bij veel van deze patiënten
verdwijnt de afasie binnen een paar weken. Ongeveer een derde van de
patiënten die afasie krijgen, overleeft het eerste jaar niet.
Oorzaken van afasie
Hersencellen kunnen alleen goed functioneren als zij van voldoende zuurstof en
voedingsstoffen, zoals glucose, worden voorzien (necrose = afsterven van
hersencellen, als er te weinig bloed wordt aangevoerd). Er is vooruitgang en
herstel mogelijk als: Door zuurstoftekort ontstaat oedeem (vochtophoping), dit
oefent druk uit op gezonde hersencellen, die daardoor onvoldoende zuurstof en
glucose krijgen, maar wel genoeg om te overleven. Ook kan het zijn dat bepaalde
intacte hersengebieden niet meer functioneren omdat een hersengebied
waarmee ze in verbinding staan, afgestorven is (=diaschise). Na een x aantal
weken/maanden kan verbetering/herstel optreden. Ook kunnen andere
hersengebieden bepaalde functies overnemen, maar over het algemeen is de
vooruitgang dan niet erg groot. Beschadiging = laesie.
4 oorzaken van afasie:
- Beroerte (Cerebrovasculair accident): deze kan op drie manieren ontstaan:
1. Hersenbloeding: een arterie (slagader) in de hersenen scheurt,
waardoor de gebieden die deze arterie verzorgt onvoldoende
voedingsstoffen krijgt waardoor zij niet langer kunnen functioneren. Het
bloed dat uit de arterie stroomt, kan ook nergens heen waardoor de
druk verhoogt op de omliggende gebieden.
2. Trombose (herseninfarct), een bloedprop in een slagader. Dit komt door
beschadiging van de wand van de slagader, waardoor bloed stolt
doordat het in contact komt met lucht. Hierdoor kan de slagader
verstoppen.
3. Embolie (herseninfarct), dit is een trombose die niet in de hersenen zelf
zit, maar in de halsslagader of het hart, afgebroken stukken kunnen
meegevoerd worden door de bloedstroom. Dit kan een kleinere
slagader in de hersenen afsluiten, waardoor het gebied dat door deze
arterie wordt verzorgd afsterft.
- Trauma (contusio cerebri = hersenkneuzing): het gaat om een oorzaak van
buitenaf; zoals verkeersongeval, val van grote hoogte, geweld, schotwond.
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen open en gesloten schedelletsel.
Open letsel verhoogt de kans op complicaties, zoals infecties. De laesie is
vaak groter en diffuser dan bij focaal hersenletsel. Als gevolg hiervan gaat
, afasie bij traumatisch letsel vaak gepaard met andere cognitieve
stoornissen. Een uitzondering is schotwonden, dit zijn kleine laesies.
- Tumor: een groeiende tumor drukt altijd op gezond weefsel en als dit
weefsel relevant is voor taal, kan er afasie ontstaan.
- Ontsteking: zoals meningitis (hersenvliesontsteking) of encefalitis
(hersenontsteking). Leiden maar zelden tot taalstoornissen.
Taal en hersenen
De hersenen bestaan uit drie delen: grote hersenen (cerebrum), de hersenstam
(truncus cerebri) en de kleine hersenen (cerebellum). De hersenen bestaan uit
twee min of meer symmetrische helften (hemisferen) die door een diepe,
overlangse groeve van elkaar worden gescheiden en o een lager niveau met
elkaar verbonden zijn door een dikke vezelbundel, de hersenbalk (corpus
callosum).
Cortex = grijze buitenkant van de windingen, subcorticale gebieden = witte
oppervlakten, vertrikels = vlindervormige holtes die met vocht zijn gevuld. Beide
hemisferen bestaan uit vier hersenkwabben: frontaalkwab, pariëtaalkwab,
temporaalkwab, occipitaalkwab
Groeve van Roland = scheiding tussen frontaal en pariëtaalkwab. De frontaal
kwab en temporaalkwab zijn echt gespleten = fissuur van Sylvius.
Hersenschors = dunne laag (5 mm) grijze stof aan buitenkant van de hersenen
bestaat uit zenuwcellen. Daaronder ligt een dikke laag witte stof bestaat uit
zenuwvezels die de verschillende hersendelen met elkaar verbinden en waardoor
de neuronen in de vorm van neurale netwerken met elkaar kunnen
communiceren.
Afasie wordt meestal veroorzaakt door een laesie in de linkerhemisfeer en is
corticaal.
Functies van de linkerhemisfeer:
- Frontaalkwab:
o Attentie
o Initiatie van activiteiten
o Motorische vaardigheden: motorische cortex hierop de motorische
vaardigheden van rechterkant lichaam (=contralateraal
motorische homunculus). De meer beweeglijke delen van het
lichaam hebben een grotere corticale representatie. Afasiepatiënten
zijn vaak verlamd aan de rechterzijde en hebben
articulatieproblemen.
o Taal: onderste deel/voet van de derde frontaalwinding aan de
linkerzijde is het gebied van Broca. Als een patiënt een laesie heeft
in (de buurt van) het gebied van Broca, zal hij problemen met de
grammatica hebben. (grammatica is niet alleen in dit gebied
gerepresenteerd).
- Temporaalkwab:
o Auditieve analyse: analyseren en herkennen van binnenkomende
geluiden.
Auditieve agnosie is als dit deel van de hersenen bilateraal (=beide
zijden van de hersenen) beschadigd is. Ze begrijpen dan niet wat er
gehoord wordt.
o Grenzend aan het gebied voor de auditieve analyse ligt het gebied
van Wernicke: het achterste gedeelte van de bovenste
temporaalwinding. Dit is de plaats waar woordvormen zijn
opgeslagen en het is daardoor cruciaal voor zowel taalbegrip als
taalproductie.