Een voorbeeld van een supply chain is: leverancier, productie, distributiecentrum en
een ontvanger. Tussen deze verschillende partijen vindt er vaak transport plaats. Tussen
de partijen in de supply chain vindt er bijna altijd een transactie van informatie en geld
plaats.
Supply chain management: het managen van de supply chain om ontwikkeling,
productie en levering van een product of dienst, tijdig, correct, compleet en tegen
minimale kosten te kunnen implementeren.
10 ontwikkelingen van de laatste jaren die invloed hebben op de structuur en
aansturing van de supply chain zijn:
1. Klanten worden veeleisender Verschuiving van push naar pull.
2. Klanten zijn steeds sneller en beter geïnformeerd. Dit door de nieuwe
informatietechnologie
3. Economische globalisatie. Steeds meer onderlinge concurrentie op het gebied van
kwaliteit, betrouwbaarheid, flexibiliteit en innovatie
4. Groter assortiment en steeds kortere levenscyclus van producten en diensten. De
klant wordt kieskeuriger en de variatie in consumptiemogelijkheden wordt steeds
groter
5. Duurzaamheid is een serieuze markteis geworden. People, Planet, Profit
6. Voortdurende overnameactiviteiten. Door de globalisering
7. Hechte maar dynamische allianties
8. Verschuiving van de macht in de supply chain. Macht ligt meer bij de klant i.p.v. bij
het bedrijf
9. Verschuiving van de competitieve focus, van individuele bedrijven naar clusters en
ketens. Clusters zijn geografische concentratie van gespecialiseerde bedrijven en
organisaties. Clusters zorgen voor een hogere productiviteit, versterken het
innovatievermogen en stimuleren de oprichting van nieuwe bedrijven.
10. Steeds strengere regelgeving.
Ontwikkeling 3, economische globalisatie, neemt enkele gevolgen met zich mee,
namelijk:
- Kleinere verschillen tussen producten
- Kleinere verschillen in kwaliteit en betrouwbaarheid, klanten willen dus vooral
laagste prijs
- Supply chains moeten goed op elkaar afgestemd zijn om de kosten zo laag
mogelijk te houden
In afbeelding 1.1 is de waardeketen van Porter te zien. Hier is onderscheid gemaakt
tussen ondersteunende activiteiten en primaire activiteiten
Afbeelding 1.1 Waardeketen van Porter
1
,Ontwikkeling 4, een groter assortiment en steeds kortere levenscyclus van
producten en diensten, is te zien aan dat de klant een steeds grotere verscheidenheid
verwacht van een bepaald product en een snelle vervanging van bestaande modellen.
Hierdoor moet er in de gehele keten voortdurend aan innovatie van producten gewerkt
worden
Enkele voorbeelden van de voortdurende overnameactiviteiten en de hechte maar
dynamische allianties zijn: Nestlé, Unilever, PepsiCo en Mars
De verschuiving van de competitieve focus is het best uit te leggen met een verschil
tussen nu en vroeger. Sinds enkele jaren, rond het jaar 2000, is men een
concurrentiestrijd gaan voeren met lagere kosten, schaal & omvang, stabiliteit,
kapitaalgoederen en beheersing. Hiervoor deed men dit voornamelijk met kwaliteit,
snelheid, flexibiliteit, kennis, duurzaamheid en netwerken en clusters.
Integratie is het ontwerpen van de supply chain door geschikte partners te zoeken en te
vinden. Tussen partners worden samenwerkingsverbanden aangegaan. Enkele
voorbeelden van samenwerkingsverbanden zijn:
- Klantintegratie. Het identificeren van de lange termijn behoefte en voorkeuren
van huidige en potentiële klanten. Alleen op basis van dit inzicht kan een bedrijf
waarde toevoegen voor een klant
- Interne integratie. De integratie van alle functionele activiteiten binnen een
bedrijf om zo excellente logistieke prestaties te realiseren tegen acceptabele
logistieke inspanningen
- Toeleverancier integratie. Niet alleen de toelevering van diensten,
grondstoffen, hulpstoffen en halffabricaten maar ook de uitwisseling van
informatie moet perfect georganiseerd en afgestemd zijn. Dan is er sprake van
één integraal proces
- Technologische- en besturingsintegratie. Het bouwen en onderhouden van
integrale informatietechnologie. Dit maakt het mogelijk klanten daadwerkelijk te
verbinden met toeleveranciers
- Op prestatiemeting gebaseerde integratie. Het volgen van de prestatie van
en door alle partijen in de supply chain op basis van dezelfde, eenduidige prestatie
indicatoren. Dit is nodig om adequaat in te grijpen bij afwijkingen in de
afgesproken prestaties door een of meer partijen in de supply chain
- Relatie-integratie. Een gezamenlijke visie van klanten en leveranciers over de
doelstellingen die men voor samenwerking wil bereiken. Alle inspanningen moeten
gericht zijn op het leveren van de beste waarde voor de klant, tegen de laatste
kosten
Coördinatie wil zeggen dat één partner de goederen-, informatie- en geldstromen
aanstuurt
Enkele gevaren van supply chain management:
1. Logistieke innovaties zonder de noodzakelijke logistieke basis
2. Gebrek aan vertrouwen bij ketenpartners.
3. Slecht voorbereide uitbesteding
4. Omslingereffecten door slechte coördinatie en gebrekkige informatievoorziening
Supply chain management is van strategische waarde omdat:
- Bedrijven specialiseren zich
- Produceren op een centrale locatie en leveren wereldwijd
- Transportafstanden worden groter en de distributie complexer
2
, - Veel activiteiten worden uitbesteed
- Planning en besturing vragen meer aandacht
Variabiliteitmanagement: informatie uitwisseling in een keten. Zoals gegevens over
afzet en omzet
De supply chain moet producten leveren op basis van een beleid gericht op twee soorten
producten:
1. Order qualifiers. Product dat minimaal voldoet aan goede kwaliteit en lage prijs
2. Order winners. Innovatief product, aangeboden in een breed assortiment en met
korte levertijden
Het denken in een keten wordt end-to-end denken genoemd. End-to-end denken wil
zeggen dat de spelers op spelers in een supply chain door goede samenwerking en onder
coördinatie van een van de partijen wordt ingericht. Het gaat daarbij om de leveranciers
van grondstoffen, fabrikanten, groot- en kleinhandel.
Dit bestaat uit vier onderdelen:
1. Denken vanuit Point-Of-Sale (verkooppunt) tot in fabriek. Aan de hand van de
vraagvoorspelling zal de fabrikant zijn productieomvang bepalen en op basis
daarvan grondstoffen inkopen
2. SCM-structuur van fabrikant naar retailer (pijplijn structuur). Inrichten van de
distributieketen van fabrikant naar retail.
3. Opzetten informatienetwerk om een betere planning mogelijk te maken. Met als
doel flexibiliteit en zichtbaarheid in de keten creëren.
4. Managen supply chain door het vaststellen van tijd-, diensten en kostenfactoren.
Betreft het vaststellen en beheren van levertijden, serviceniveaus en kosten e.d.
Het begrip consumer service bestaat uit 3 onderdelen:
1. Pre-transactioneel. Toegankelijkheid van gegevens, compleetheid van
gegevens, toegankelijkheid van de organisatie en aansluiting van systemen
2. Transactioneel. Betrouwbaarheid, beschikbaarheid, informatie, flexibiliteit.
3. Post-transactioneel. Ondersteuning installatie en gebruik, beschikbaarheid
reservedelen, product-traceability, klachtenafhandeling en administratief-
organisatorische afhandeling.
Afbeelding 1.2 laat de impact van supply chain management bij groeistrategieën zien.
Deze matrix is grotendeels vergelijkbaar met de product/markt matrix van Ansoff
3