Dit document is een uitwerking van het vak Circulatie & Respiratie / CR. Het bevat alle hoorcolleges en de meeste werkcolleges, zelfstudies en een aantal practica.
De samenvatting bevat vele afbeeldingen en kleurtjes, zodat het gemakkelijk te leren is.
Hoorcollege 2 & 3:
Fysiologie van de ademhaling
Inleiding CiRe
Circulatie en respiratie zijn sterk met elkaar verbonden:
1. Cellen van de weefsels onttrekken O2 van het arteriële bloed en voeren CO2 toe
aan het veneuze bloed
2. Bloed komt binnen in het rechteratrium en gaat naar het rechterventrikel
3. Via de pulmonale arterie gaat het bloed naar de longen
4. In de longblaasjes wordt CO2 afgegeven en O2 toegevoegd
5. Via de pulmonaire vene gaat het bloed naar het linker atrium en ventrikel
6. Bloed gaat naar de weefsels met het arteriële bloed
Transport van O2 en CO2is een combinatie van:
▪ Convectie: transport over grote afstanden, zo snel mogelijk (bv ventileren)
Om convectie te kunnen laten plaastvinden zijn drukverschillen nodig
▪ Diffusie: lokale uitwisseling van een specifiek molecuul door een dun
membraan (O2 uit alveolus naar bloed)
- Om O2 te transporteren is er een drukverschil nodig.
Pleurabladen
▪ De longen zitten in de thorax en worden begrensd door de ribwand en het diafragma. De longen zitten tegen de
ribwand ‘geplakt’. Met twee lagen pleura:
- Viscerale blad: aan longen
- Pariëtale blad: tegen ribwand
▪ Tussen de twee bladen bevindt zich interpleurale vloeistof. Deze vloeistof zorgt ervoor dat de twee
pleurabladen stevig aan elkaar zitten geplakt / gezogen.
▪ Eigenlijk zijn de longen te klein voor de thorax: de longen staan constant onder spanning. Er zijn hierdoor twee
tegenwerkende krachten.
- Kracht naar binnen door de longen= elastic recoil
- Kracht naar buiten door de ribwand
▪ De tegengestelde krachten veroorzaken een drukverschil: de intrapleurale druk → Pip
o De Pip is altijd negatief ( ook bij het eind van een uitdaeming)
❖ Bij een pneumothorax / klaplong is er een
gaatje, waardoor de negatieve druk
verdwijnt. De twee pleurabladen laten los en
de longen gaan naar hun gewenste positie.
2
, Door MvdM
Alle aspecten die bijdragen aan O2-opname in het bloed
De hoeveelheid O2 die totaal aanwezig is in het arteriële bloed hangt af van een groot aantal dingen. Deze factoren
zullen worden besproken. (niet allemaal, sommigen zijn logisch)
1. De hoeveelheid O2 die kan oplossen in het plasma
A) Samenstelling van de ingeademde lucht (moet wel O2 in zitten)
B) De alveolaire ventilatie
a. Long compliantie (stugheid)
b. Verhoging van luchtweg-weerstand (astma aanval)
c. Frequentie en diepte van de ademhaling
C) O2-diffusie tussen bloed en longblaasje/alveoli
a. Oppervlak
b. Diffusie-afstand (oedeem bv)
i. Dikheid membraan
ii. Hoeveelheid interstitiële vloeistof
D) Perfusie van de alveolie
2. De hoeveelheid (van het opgeloste) O2 die kan binden aan Hb
a) Saturatie van Hb
a. pH
b. pCO2
c. temperatuur
d. 2,3-DPG
b) Totaal aantal bindingsplekken
a. Hb per RBC
b. Aantal RBC’s
3
, Door MvdM
1. De hoeveelheid O2 die kan oplossen in het plasma
A) Samenstelling ingeademde lucht
Geen toelichting: als er geen O2 in de lucht zit, kun je die ook niet oplossen in het bloed
B) Alveolaire ventilatie
= in – en uitademing = verversing van lucht
De alveolaire ventilatie wordt beïnvloed door:
a. Long compliantie (en elastic recoil) = stugheid
b. Luchtwegweerstand = alveolaire druk
- Bij een negatieve alveolaire druk kan lucht makkelijk naar binnen; bij een positieve Palv kan lucht
moeilijk naar binnen.
c. Snelheid en diepte van ademhaling
◼ Ademhaling - thorax
Situatie in rust
▪ Diafragma is ontspannen
▪ Er werken altijd twee tegengestelde krachten op de longen
> Elastic recoil: inwaartse kracht van elastisch longweefsel > longen willen kleiner worden
> Uitwaartse kracht van thoraxwand met spieren > willen altijd groter worden
o Dankzij de vloeistof in de pleurale ruimte kunnen ze niet uitwijken
o Er heerst altijd een onderdruk in de intrapleurale ruimte (t.o.v. atmosferische druk)
Situatie inhalatie
▪ De longen zelf hebben geen spieren. Ademhaling is dus mogelijk door andere spieren in de thorax.
> Diafragma contraheert → vlakt af
> Extra hulp van externe intracostaalspieren
▪ De Pip moet nog negatiever → longen uitzetten
▪ De Palv (= druk in alveoli) moet negatief worden (= onder Patmosfeer) → lucht aanzuigen
Dus Pip heeft te maken met elasticiteit van de longen en Palv. heeft te maken met de
luchtwegweerstand
Situatie expiratie
▪ Ontspanning van diafragma
▪ Extra hulp van interne intercostaalspieren & buikspieren
◼ Ademhaling - arbeid
Om adem te halen moet er arbeid worden verricht. De arbeid kan worden verdeeld in 2 soorten:
A) Elastische arbeid = compliantiearbeid
= arbeid die nodig is om de elastische kracht van de longen te overwinnen en de longen te
laten uitrekken
B) Niet-elastische arbeid = luchtwegweerstandarbeid
= Arbeid die nodig is om de luchtwegweerstand te overwinnen
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper MvdM1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,49. Je zit daarna nergens aan vast.