, Hoorcollege #1 – Inleiding
Economische groei
Economische groei komt van productiviteitsgroei Waarom is er productiviteitsgroei?
- Markten: ‘Trade & exchange’ faciliteren specialisatie.
- Prijzen: Wat wordt er gemaakt? Door wie? Hoe wordt het gemaakt? Hoeveel moet er
worden gemaakt? Wie krijgt het?
- Bedrijven: investeringen, schaalvoordelen en technologie.
We worden allemaal geprikkeld om efficiënt en productief te zijn. Vaak leidt dit tot een
conflict tussen efficiency (grootte van de taart) en ongelijkheid (verdeling van de taart).
Economie & keuzes.
- Hoe maken we deze keuzes?
Binnen de traditionele economie gaan we uit van ‘rationeel’ en ‘optimaliserend’
gedrag/keuzes.
Inmiddels veel aandacht voor ‘bounded rationality’ en ‘cognitive biases’.
Overheden gebruiken wetten en prikkels om deze keuzes te beïnvloeden.
Economie
Het economische probleem:
- Wat moet er worden geproduceerd?
- Hoe moet dit worden geproduceerd?
- Wie krijgt de produceerde goederen en diensten?
De behoeften “oneindig”, de middelen niet ‘schaarste’
- Voor ons (consumenten) voornamelijk: tijd & geld.
Schaarste Keuzes
Keuzes Competitie
Competitie Optimale allocatie van middelen (resources)
Optimale allocatie van middelen Efficiency (& ongelijkheid)
Opportunity costs, economic costs & economic rents (!)
Soort kosten Wat is het? Berekening
Opportunity costs Nettowaarde van je tweede keuze NW = de waarde 2e K – kosten 2e K
Impliciete kosten
Expliciete kosten Wat kost deze K?
Impliciete kosten Wat moet ik voor deze K opgeven?
Opportunity costs
Nettowaarde 2e keuze
Economic costs Totale kosten van een keuze Expliciete kosten + Impliciete kosten
Economic rent Verschil tussen waarde en economic = waarde – economic costs
costs
Sunk costs (verzonken kosten)
Sunk costs kosten die niet (geheel) kunnen worden teruggedraaid.
Sunk costs fallacy (misvatting) onterecht rekening houden met verzonken kosten bij
besluitvorming.
- Verzonken kosten beïnvloeden onze emoties we ervaren ze als verlies.
- Grove regels:
o Als eerder gemaakte kosten niet meer kunnen worden teruggedraaid, dien je
deze niet mee te nemen in je huidige afwegingen;
o Als eerder gemaakte kosten (gedeeltelijk) kunnen worden teruggedraaid, dien
je de terug te draaien kosten als expliciete kosten mee te nemen in je huidige
afwegingen.
Marginale analyse
Marginale opbrengsten (MO): Wat levert één extra product op?
Marginale kosten (MK): Wat zijn de kosten van één extra product?
- Diminishing/increasing marginal costs/benifits.
,Opportunity costs spelen ook hier een rol – Meest efficiënte punt:
- Marginale opbrengsten = Marginale kosten;
- Of het punt hier dichts bij, zolang MO>MK.
Prikkels (en “unintended consquences”)
Overheden vinden dat de keuzes van mensen moeten worden beïnvloed.
Prikkels (incentives) goed/slecht gedrag:
- Accijns, boetes, subsidies, prijzen, nudging, bonussen;
- Hypotheekrenteaftrek vs. pensioenen..
Prikkels Unintended consequences:
- Voorbeeld: Kinderopvang in Israël of Mao’s spreeuwen.
- Elke ingreep (prikkel) heeft nooit enkel het gevolg dat het zou moeten hebben.
Terug naar groei
Economische groei Groei BBP per capita
- Productiviteitsgroei:
o Productiviteit van activiteiten;
o Gemiddelde productiviteit door allocatie.
Trade & exchange
Een mogelijke bron van gemiddelde productiviteit is specialisatie en handel:
- Specialiseren in datgene waarin zij relatief goed zijn laagste opportunity costs.
Hierdoor produceert iedereen meer & minder dan zelf nodig:
- Hoe meer handel op markten hoe meer specialisatie hoe hoger de gemiddelde
productiviteit hoe hoger de welvaart.
Hoorcollege #2 – Specificatie, Handel & Markten
Voordelen van specialisatie en handel (absoluut voordeel)
Beide landen moeten op een prijs uitkomen die handel voordeliger maakt voor beiden. Dit is
een “prijs” (ruilvoet) die tussen de
“opofferingskosten” van beide landen ligt.
Interne opportunity costs:
- Duitsland: 1 auto = ¼ fiets
- Frankrijk: 1 auto = 3 fietsen
Mogelijke “prijs” = 1 auto = ¾ fiets
- Ze besluiten 300 fietsen te ruilen
voor 400 auto’s.
Potentie van specialisatie (comparatieve voordelen)
Dit geldt niet enkel voor “absolute voordelen”, maar ook voor “comparatieve voordelen”.
Comparatieve voordelen: Het goed dat je relatief goedkoop kan produceren.
- In termen van andere goederen Opportunity costs.
Vrijhandel?
Specialisatie verhoogt de gemiddelde productiviteit in een gebied/periode.
- Hoe meer transacties, hoe meer specialisatie, hoe hoger de gemiddelde
productiviteit.
Consequenties van vrijhandel:
- (Internationale) Handel leidt tot specialisatie;
- Hierdoor zijn er actoren die “winnen” en actoren die “verliezen”.
Winnaars:
- Iedereen betrokken bij sectoren waarin een land een comparatief voordeel heeft;
- De rest: via lagere prijzen.
Verliezers:
- Iedereen betrokken bij sectoren waarin een land geen comparatief voordeel heeft.
Wie zijn de economische verliezers en winnaars van globalisatie en immigratie in de
geavanceerde economieën? Hoogopgeleiden en laagopgeleiden.
, Handel & Markten
Handel (transacties) Specialisatie Gemiddelde productiviteit Welvaart
- Transacties worden gefaciliteerd via markten.
Op markten bepalen vraag & aanbod (prijzen):.
Vragers kopen enkel goederen als de prijs lager of gelijk is aan de waarde (utility) die zij
eraan ontlenen. Aanbieders verkopen enkel goederen als de prijs hoger of gelijk is aan de
(marginale) kosten van productie (incl. winst).
Markt
Er zijn enkele “aannames” met betrekking tot competitieve markten:
- Er moeten “veel” kopers en verkopers zijn;
- Er is vrije toe- en uittreding;
- Niemand is machtig genoeg om de prijzen te beïnvloeden (price takers);
- Goederen zijn homogeen;
- Iedere koper en verkoper heeft “perfecte informatie”;
- Iedereen handelt rationeel en optimaliserend;
- Iedereen handelt enkel als dit in zijn/haar voordeel is;
- Markten functioneren in “isolatie”.
Kritiek: Wat als deze aannames (gedeeltelijk) niet kloppen?
Vraag
We kijken naar de totale vraag op één markt één homogeen goed;
Vraag = totaal aan “Willingness to pay” van kopers (bij een prijs).
- Individuele “willingness to pay” = individuele marginale opbrengsten:
o Voor welke prijs is iets kopen een goede deal?
Negatieve relatie tussen de prijs en de gevraagde hoeveelheid (“Quantity demanded”).
Law of demand: ceteris paribus, de “gevraagde hoeveelheid” van een goed neemt af als de
prijs stijgt.
Dit kan waar zijn voor een individu, maar is meer van toepassing op de gehele markt.
“Law of Diminishing Marginal Utility”
Elasticiteit
Hoe gevoelig is de vraag voor een
prijsverandering?
- Gevoelig Prijs elastisch goed;
- Niet gevoelig Prijs inelastisch goed.
Verandering vraag
De gehele vraagcurve verschuift als er een
verandering in de vraag is, die onafhankelijk is
van de prijs.
- Prijzen van gerelateerde goederen:
o Substitutie goederen;
o Complementaire goederen.
- Inkomen:
o Normal goods;
o Inferior goods.
- Voorkeuren:
o Smaak, mode, reclame, etc.
- De grootte van de bevolking;
- Verwachtingen over toekomstige prijzen.
Aanbod
- Aanbod = totaal van “willingness to accept” van individuele verkopers.
- Individuele “willingness to accept” = marginale kosten;
- Voor welke prijs is het verkopen van iets een goede deal?
o Prijs > MK (incl. winst)
Ook hier: verandering aangeboden hoeveelheid (1) vs. verandering van aanbod (2).
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper victorfrijns. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,98. Je zit daarna nergens aan vast.