De rol van Alzheimer op de mondgezondheid
Alzheimer is een chronisch neurodegeneratieve aandoening die ervoor zorgt dat de hersenen
krimpen en hersencellen afsterven. De meest voorkomende oorzaak van dementie is de ziekte van
Alzheimer. Dementie is een voortdurende achteruitgang in denk-, gedrags- en sociale vaardigheden
die van invloed zijn op het vermogen van een patiënt om zelfstandig te kunnen functioneren, zo ook
op de zelfzorg en de mondgezondheid. Om te achterhalen in hoeverre Alzheimer de
mondgezondheid nadelig beïnvloed is er aan de hand van literatuuronderzoek gebruik gemaakt van
twee actuele studies. Uit zowel een systematic review als een case-controle studie blijkt dat
patiënten met Alzheimer vaker last hebben van parodontitis, verminderde dentitie en kauwfunctie.
De resultaten van zowel de systematic review als de case-control studie tonen beiden een associatie
tussen de ziekte van Alzheimer en de algehele mondgezondheid. Echter zal er nader onderzoek
gedaan moeten worden wat betreft dit onderwerp.
De ziekte van Alzheimer is een chronische neurodegeneratieve aandoening die tot 60% van alle
gevallen van dementie vertegenwoordigt. Over de hele wereld leven circa 50 miljoen mensen met
dementie en elk jaar worden er ongeveer 10 miljoen nieuwe gevallen gediagnosticeerd (World
Alzheimer report, 2018). De ziekte van Alzheimer wordt gekenmerkt door de progressieve
achteruitgang van geheugen, spraak, probleemoplossend vermogen en cognitieve vaardigheden in
de dagelijkse fysieke activiteiten (World Alzheimer report, 2018). Het vermogen om regie te houden
over het eigen leven komt in gevaar, mogelijk kan de kwaliteit van de mondgezondheid ook worden
aangetast daarom is het van belang om de relatie tussen alzheimer en de mondgezondheid vast te
stellen. Aan de hand van literatuuronderzoek wordt antwoordt gezocht op de onderzoeksvraag. Deze
paper is zowel bedoeld voor studenten in de mondzorg als praktiserende mondzorg professionals.
Het doel van deze paper is om ervoor te zorgen dat mondzorg professionals effectief kunnen
handelen op het gebied van de mondgezondheid van patiënten met Alzheimer en weten waar zij
extra op moeten letten.
Zowel de probleemstelling als de onderzoeksvraag zijn aan de hand van de PDO samengesteld. De
probleemstelling van deze paper luidt als volgt: ‘’Hoe kan de mondzorg professional de
mondgezondheid van een patiënt met Alzheimer positief beïnvloeden?’’. De onderzoeksvraag die
voortgekomen is uit de probleemstelling is: ‘Wat is het effect van Alzheimer op de
mondgezondheid?’’. Om antwoord te vinden op bovenstaande vragen is er aan de hand van PubMed
een literatuuronderzoek uitgevoerd. Om het zoekresultaat van de studies zo specifiek mogelijk te
maken is er gebruik gemaakt van MeSH zoektermen. Ook zijn er enkele filters aangezet om het
zoekresultaat af te bakenen. Zo zijn enkel de gepubliceerde studies vanaf 1 januari 2020 met een
Engelse of Nederlandse voertaal en enkel de menselijke studies meegenomen in het zoekresultaat. Er
is gebruik gemaakt van verschillende ‘key words’ om te voorkomen dat relevante studies uitgesloten
werden. De key words waren: alzheimer’s, alzheimer’s disease, alzheimer disease, alzheimer,
dementia, oral health, periodontitis, periodontal disease, gingivitis. Na het invoeren van de
zoekopdracht met de aangegeven MeSH zoektermen, key words en filters, kwamen er 6646 studies
voort uit het zoekresultaat. Aan de hand van de titels zijn de verschillende onderzoeken gescreend
op basis van bruikbaarheid, hieruit zijn de twee meest relevante artikelen geselecteerd die mogelijk
antwoord kunnen geven op de onderzoeksvraag. Overige onderzoeken kwamen niet door de
screening doordat zij geen specifiek verband weergave tussen Alzheimer en de mondgezondheid of
tekortdeden in het beantwoorden van de onderzoeksvraag.
Een van de artikels is een systematic review wat hoog op de ladder van evidence staat en het andere
artikel is een case-control studie wat laag op de ladder van evidence staat.
1
, Momenteel bestaan er geen curatieve therapieën voor Alzheimerpatiënten of de bredere categorie
van dementie daarom is het primaire doel van de behandeling om de kwaliteit van leven te
maximaliseren door het verbeteren van de functionele en cognitieve prestaties en het vertragen van
achteruitgang in activiteiten van het dagelijks leven. Er zijn al vele onderzoeken uitgevoerd naar
gezondheid gerelateerde kwaliteit van leven (HR-QoL) vanuit de perceptie van de
Alzheimerpatiënten. De OHRQoL geeft interacties tussen aandoeningen van de mondholte,
gezondheid algemene gezondheidstoestand en kwaliteit van leven weer. Er zijn nog geen specifieke
OHRQoL tandheelkundige vragenlijsten voor Alzheimerpatiënten ontwikkeld.
In de systematic review van Ming et al. (2020) werden zes van de 54 records die de elektronische
databasezoekopdracht opleverde daadwerkelijk gebruikt. 39 studies waren dubbele records en
werden daardoor uitgesloten. Acht van de overige studies werden ook uitgesloten; een studie
gebruikte OHRQoL niet als uitkomstvariabele, zes onderzoeken betrokken deelnemers die niet de
ziekte van Alzheimer hadden en een studie kwam niet in aanmerking omdat de meetinstrumenten en
deelnemers niet voldeden aan de inclusiecriteria. Van de overige zeven onderzoeken was een
onderzoek uitgesloten omdat de Alzheimer-diagnose niet duidelijk was bepaald. Binnen de case-
control studie van Oliveira Araújo et al. (2021) mochten patiënten die niet voldeden aan de
inclusiecriteria niet deelneming aan het onderzoek. De deelnemers (n= 352) die niet door de
screening kwamen waren compleet edentaat (n=229), weigerde om mee te doen (n=32) of kwamen
niet opdagen (n=41).
De opgenomen studies binnen de systematic review van Ming et al. (2020) gebruikten de Decayed,
Missing, Filling Toot-index (DMFT) en klinische inspectie om de mondholte en sondeerdiepte van de
pockets te evalueren. Er werden ook andere parameters gebruikt zoals de gingivale bloeding index,
biofilmindex maar ook werd de mate van tandmobiliteit geregistreerd. Drie studies gaven aan dat er
bij patiënten met Alzheimer sprake was van een verminderde mate aan eigen dentitie. Een
onderzoek gaf aan dat deelnemers met de ziekte van Alzheimer die beschikken over een
verminderde eigen dentitie een hogere waarden voor zowel de DMFT (P<.001) als Oral Hygiëne-index
(OHI; P=002) hebben dan de controlegroep. Slechts een onderzoek vond dat deelnemers met de
ziekte van Alzheimer een lagere kauwefficiëntie hadden dan de controlegroep. Uit de systematic
review van Ming et al. (2020) is gebleken dat patiënten met neuromusculaire en cognitieve
beperkingen minder in staat zijn om mondhygiëne instructies goed uit te voeren. Ze zijn niet in staat
om voedselresten te verwijderen of te herkennen. Daarnaast blijken zij vaker last te hebben van
cariës en primaire symptomen gerelateerd aan parodontale aandoeningen, dit wordt voornamelijk
gemanifesteerd door bloeding, diepe pockets of mobiliteit. Parodontitis, tandverlies en het dragen
van ongeschikte prothesen leidt tot beperkingen in kauwen en spraak en kan van invloed zijn op
iemands sociaal leven. Binnen de case-controle studie van Oliveira Araújo et al. (2021) presenteerden
de onderzoeksgroep in vergelijking met de controlegroep statistisch significant gemiddeld minder
tanden en een grotere prevalentie van parodontitis. De parameters die in dit onderzoek gebruikt
werden waren: PD, CAL, BOP, PL en CL. Bij het vergelijken van de subgroepen met milde (n=26) en
matige (n=24) ziekte van Alzheimer, met betrekking tot het kauwvermogen bleek er een statistisch
significant verschilt te zijn (p=0,003). Terwijl 100% van de patiënten in de subgroep-mild geen
ongemak tijdens het kauwen rapporteerde, daalde dit aandeel bij de subgroep-matig tot 75%. Na
correctie van leeftijd, geslacht, inkomen en opleidingsniveau, bleek parodontitis geassocieerd te zijn
aan de ziekte van Alzheimer te zijn binnen de case-controle studie van Oliveira Araüjo et al. (2021).
Geconcludeerd kan worden dat de ziekte van Alzheimer wel degelijk invloed heeft op de
mondgezondheid. Er bestaat een associatie tussen het hebben van de ziekte van Alzheimer en het
ontwikkelen van parodontitis, het beschikken over een verminderde kauwfunctie en een eigen
dentitie. Het is niet mogelijk om met de huidige studies een causaal verband vast te stellen. Verder
wetenschappelijk onderzoek wordt aangeraden.
2