Thema 1 Inleiding gerontologie en geriatrie
Gerontologie en geriatrie
- kan uitleggen wat wordt verstaan onder gerontologie en onder geriatrie en
het verschil aangeven tussen deze beide begrippen.
Gerontologie is de tak van wetenschap die het ouder worden bestudeert, zowel in
lichamelijk, maatschappelijk als in geestelijk opzicht.
Het specialisme geriatrie richt zich op de diagnostiek en behandeling van oudere mensen
met ingewikkelde ziekteproblemen. Het gaat om ziektebeelden die veroorzaakt worden
door veroudering, of die sterk door veroudering beïnvloed worden.
Geriatrie (het klinische vak), gerontologie (de wetenschap).
- kan het normale verouderingsproces uitleggen en de gebruikelijke
verschijnselen die hier bij optreden benoemen en verklaren.
Moleculaire verouderingsmechanismen:
Mechanisme Uitleg
Oxidatieve stress Met name door reactieve
zuurstofmoleculen die ontstaan in de
citroenzuurcyclus
Eiwitaggregatie Ontstaan van glycosyleringsprocuten
(AGE’s)
, Ontsteking Chronische ontstekingsreactie op
toenemende schadeprikkels, bijvoorbeeld in
de bloedvatwand
Wear en tear Mechanische slijtage, vooral in de
gewrichten
Somatische mutaties Veranderingen in het DNA door
bijvoorbeeld UV-straling, waardoor kanker
kan ontstaan.
Restafvalstapeling Stofwisselingsproducten hopen zich op,
intracellulair in bijvoorbeeld
lipofuscinekorrels, extracellulair in
bijvoorbeeld seniele plaques.
- kan de kenmerken van de geriatrische patiënt omschrijven.
Een geriatrische patient heeft de volgende kenmerken:
- Hoge leeftijd (>80 jaar)
- Multimorbiditeit
- Kwetsbaarheid in lichamelijke, psychische of sociale zin
- Andere behandeldoelen, meer op welzijn dan op overleving gericht
- Frequent geriatrische syndromen (vallen, verwardheid, duizeligheid)
- Complexiteit (interacties tussen lichamelijke, psychische of sociale zin/ gebruikte
medicijnen/ ziekte en verouderingsmechanismen).
- Kan de geriatrische reuzen benoemen.
Inmobiliteit
Incontinentie
Instabiliteit
Beperkte cognitieve vermogen/geheugen
- kan uitleggen waardoor de geneeskunde bij een oudere patiënt anders is dan
bij een jongere patiënt en waarom een functionele benadering belangrijk is.
Een ouder lichaam reageert heel anders.
Genezing is vaak niet mogelijk. Er wordt gekeken naar de beste kwaliteit van leven die
mogelijk is.
- kan uitleggen waarom comorbiditeit zo belangrijk is bij de behandeling van
oudere patiënten en wat de gevolgen daarvan kunnen zijn.
- kan uitleggen wat een Comprehensive Geriatric Assessment is en wat de
klinische relevantie hiervan is.
Dit is een geriatrisch, neurologisch, internistisch, psychiatrisch en orthopedisch
onderzoek om alle, mogelijk aanwezige problemen van een kwetsbare oudere op te
sporen en zo het geriatrisch syndroom zo goed en compleet mogelijk te verklaren en
behandelen.
- kan uitleggen welke factoren van belang zijn bij de behandeling van tumoren
bij oudere mensen.
* vaker voorkomend
* multifactorieel
* lagere afweer
* meer blootstelling
,Frailty en sarcopenie
- kan uitleggen wat verstaan wordt onder frailty en waarom het belangrijk is te
bepalen of hier sprake van is bij een oudere patiënt.
Frailty/Kwetsbaarheid: aan het verouderen inherente achteruitgang van de verschillende
orgaansystemen in het lichaam. Op hoge leeftijd valt niet per definitie samen met “frail”
worden, al neemt de prevalentie van frailty wel onvermijdelijk toe met de leeftijd.
- kan de gevaren benoemen van (langdurige) bedrust bij ouderen. En kan
strategieën voorstellen om bedrust te reduceren.
Decubitis
- kan het begrip sarcopenie uitleggen.
Sarcopenie: snellere afbraak dan aanmaak van spieren bij het ouder worden, waardoor
de spierkracht afneemt en het fysiek functioneren achteruit gaat.
Farmacotherapie
- kan de belangrijke farmacokinetische en farmacodynamische veranderingen
benoemen bij de oudere patiënt
- heeft kennis van de gevaren en problemen die polyfarmacie kunnen
veroorzaken
, - kan op systematische wijze (aan de hand van de Prescribing Opitmalisation
Method) de medicatie van een (oudere) patiënt evalueren en zo nodig
aanpassen (starten, wijzigen, stoppen)
Pre-, per- en postoperatieve zorg voor ouderen
- is in staat een aantal aspecten van orgaanveroudering, met somatisch en
psychische gevolgen, alsmede relevante functionele en sociale factoren, te
benoemen die relevant zijn als prognostische factoren voor beloop en herstel
van chirurgische ingrepen.
Er wordt gekeken naar veel voorkomende complicaties bij ouderen, namelijk het risico
op: ondervoeding, vallen, functieverlies en een delier.
- kan aangeven waar bij een preoperatieve screening bij een oudere patiënt op
gelet moet worden.
Ouderen patiënten hebben een verhoogd operatierisico. Enerzijds hangt dit samen met
de fysiologische veroudering, die gepaard gaat met een verminderd vermogen van de
orgaansystemen van het lichaam om te reageren op stressvolle situaties. Anderzijds gaat
een hogere leeftijd gepaard met een hogere incidentie van pathofysiologische processen,
die zich als perioperatieve risicofactoren manifesteren.
- is in staat diagnostische en functionele gegevens bij te dragen aan het proces
van besluitvorming rondom een operatieve ingreep bij hoogbejaarde
patiënten, met name gericht op de balans tussen risico’s, mogelijke winst en
wenselijkheid.
Wat kan een patiënt pre-operatief?
- kan de belangrijkste geriatrische complicaties postoperatief benoemen, en
aangeven hoe hierop gescreend kan worden.
- decubitis
- drukneuropathie
- allergie voor medicatie
- urineretentie
- urineweginfectie
- flebitis als gevolg van infuus
- postoperatieve ileus
- delier
Screening d.m.v. DOSS formulier en lichamelijk onderzoek
Pulmonaal: Hypoxie, verminderde ademarbeid, pneumonie, respiratoir falen, COPD
exacerbatie
Metaal: Volume overbelasting, elektrolytstoornissen
- weet welke factoren bepalend zijn in het postoperatief (functioneel) herstel
en het ontslag van geriatrische patiënten.
- vroeg mobiliseren
- vroeg starten met orale vocht- en voedingsintake
- niet routinematig gebruik van maagzonde en chirurgische drains, en zo spoedig
mogelijk verwijderen van urinekatheter
- streven naar euvolemie en normothermie
- multimodale pijnbestrijding, alleen epidurale anesthesie bij laparotomie
- multimodale profylace van misselijkheid en braken
- vermijden van routinematige sedatieve premedicatie