Arbeids- en organisatiepsychologie
Toegepaste Psychologie jaar 1
H1, H2, H7, H8, H9.4, H9.5, H10/H12, H13.1/H13.5, H13.9, H14/H17
, Hoofdstuk 1: inleiding op gedrag en organisaties
1.1 gedrag in organisaties: nader bepaald
Gedrag in organisaties (GiO)= het wetenschappelijk onderzoek naar menselijk gedrag in
arbeidssituaties
→ bestudeerd invloed die de individuele factoren, groepsprocessen en
organisatietructuren hebben op menselijk gedrag in organisaties
Het is een toegepaste wetenschap met als doel de effectiviteit van organisaties te
verbeteren
GiO houdt zich bezig met:
• Motivatie
• Leiderschapsgedrag en macht
• Interpersoonlijke communicatie
• Groepsstructuur en groepsprocessen
• Attitudeontwikkeling en perceptie
• Persoonlijkheid, emoties en waarden
• Veranderingsprocessen
• Conflicten en onderhandelingen
• Werkstructuering
Managementactiviteiten:
• Traditioneel management: besluiten nemen en controle uitoefenen
• Communicatie: info uitwisselen en papierhandel afwerken
• HRM: motiveren, belonen, corrigeren, conflicten hanteren,
werven/selecteren/scholen van personeel
• Netwerken: borrels, politieke spelletjes spelen en contacten onderhouden met
mensen van buiten de organisatie
Luthans: bij effectiviteit van manager had communicatie grootste bijdrage en netwerken de
kleinste
→ managers die hun besluiten toelicten en hun collega’s/werknemers om info vragen zijn
het effectiefst (ookal is die info negatief)
1.2 intuïtieve kennis aanvullen met systematisch onderzoek
In veel beroepen is een goed inzicht in menselijk gedrag van wezenlijk belang voor succes
→ je dient je intuïtieve meningen aan te vullen met wetenschappelijke kennis
Gedrag is niet toevallig; er liggen wetmatigheden achter
→ als we deze begrijpen, kunnen we het functioneren van organisaties positief
beïnvloeden
GiO levert kennis die managers, HRM-adviseurs en andere professionals in staat stelt het
gedrag van medewerkers/collega’s te begrijpen en te beïnvloeden
Systematisch onderzoek=
• Het onderzoeken van verbanden tussen verschijnselen
• Het onderscheiden van oorzaken en gevolgen
• Conclusie baseren op wetenschappelijk bewijs
, → oftewel: gegevens die zijn verzameld onder gecontroleerde omstandigheden die
op verantwoorde wijze zijn gemeten en geïnterpreteerd.
Evidence-based management (ERM)= maakt gebruikt van uitkomsten van systematische
onderzoek door beslissingen (mede) te baseren op de meest recente wetenschappelijke
bewijzen
→ kan je intuïtieve kennis verbeteren en aanvullen
=vorm van verkregen kennis die niet op redenering, feiten of harde kennis berust, maar
meer op ervaring, gevoel en inzicht
Een verstandige beslisser houdt rekening met de extra info; een intuïtieve beslisser niet
→ om goede besluiten te nemen is een combi van beiden het meest effectief
Big data is belangrijk om dingen te voorspellen
→ een manager die data gebruikt om doelen te bepalen en om oorzaak-en-
gevolgtheorieën op te stellen en te toetsen, kan vaststellen welke werknemersactiviteiten
relevant zijn voor de doelen.
Belofte GiO: als je dit verstandig gebruikt en ook goed inzicht hebt in het gedrag dat
mensen geneigd zijn te vertonen, kan dat bijdragen aan een goede besluitvorming en je
vooringenomenheid verkleinen
1.3 bijdragen van uiteenlopende takken van wetenschap
GiO draagt bij bij fundamentele gedragswetenschappen
=wetenschap die fundamenteel onderzoek doet op een bepaald gebied naar
onderliggende relaties en wetmatigheden
→ kennisgerichte wetenschap
b.v. psychologie, sociale psychologie, sociologie, antropologie
, Psychologie= de wetenschap die het gedrag van mensen wil meten, verklaren en oms ook
veranderen.
→ bestuderen individueel gedrag
Vroeger: psychologen richtten zich op vermoeidheid en verveling van
werkomstandigheden
Nu: persoonlijkheid, perceptie, emoties, opleiding, effectief leiderschap, behoeften,
motivatie, werktevredenheid, besluitvormingsprocessen, prestatiebeoordelingen,
attitudemetingen, technieken voor selectie, functieontwerp en stress op het werk
Sociale psychologie= wetenschap die bestudeert hoe mensen in groepen elkaars gedrag
beïnvloeden
→ onderzoek naar implementatie en acceptatie van orgsanisatieveranderingen
Sociologie= wetenschap die mensen en hun gedrag in relatie tot hun sociale omgeving of
cultuur bestudeert
Antropologie= de wetenschap die verschillende samenlevingen vergelijkt om meer te
weten te komen over mensen en hun acitiviteiten
1.4 GiO: weinig absolute uitspraken
De mens is complex en divers wat het moeilijk maakt eenvoudige, nauwkeurige en
generaliseerbare uitspraken over gedrag te formuleren
→ Er zijn redelijk nauwkeurige verklaringen en voorspellingen voor menselijk gedrag
mogelijk
Voorwaarde: aangeven onder werlke omstandigheden een voorspelling geldig is
Contigentievariabelen= gedrag X leidt tot gevolg Y, maar alleen onder de voorwaarden die
in Z worden gespecificeerd
b.v. een taakgerichte leiderschap (X) leidt tot grotere productiviteit (Y) maar alleen als het
gezag van de leider wordt geaccepteerd (Z)
1.5 uitdagingen en kansen voor GiO
Nieuwe werkmogelijkheden
Omstan
dighede
n waar
modern
e
manage
r mee in
aanraki
ng komt:
• R
eageren
op
econom