Organisatie van de gezondheidszorg
1. Ziekte en gezondheid
1.1 Definities, benaderingen en modellen
Ziekte:
- Medisch-biologische afwijking
- Aanwezigheid van een ontsteking, virus of handicap
- Medisch, objectief vast te stellen
Een uitzondering hiervan is de geestelijke gezondheid.
Invloeden op gezondheid:
1) Biologische factoren > erfelijke factoren, veroudering, sekse.
2) Omgeving > Sociaal: naasten, sociale cohesie, voorzieningen. Fysiek: natuur &
milieu, verkeer, huisvesting.
3) Zorgvoorzieningen > Welke en hoeveel? Kwaliteit? Betaalbaar? Beschikbaar?
Toegangkelijk?
4) Leefstijl > bewegen, roken, alcohol, veilig vrijen, ontspannen, voeding.
Gezondheid kan in drie dimensies onderscheiden worden:
1) Lichamelijke gezondheid > ontbreken van lichaamsstoornissen en
lichaamsbeperkingen.
2) Psychische gezondheid > Örientatievermogen van tijd, plaats en persoon.
Aanwezigheid van korte- en langetermijngeheugen. Afwezigheid van angst en
stress.
3) Sociale gezondheid > participatie en functioneren in de samenleving.
Zelfstandig en zelfredzaam.
De Wereldhandelsorganisatie (WHO) heeft sinds 1948 een definitie voor
gezondheid. Deze luidt als volgt: ‘Een toestand van volledig lichamelijk,
psychisch en sociaal welbevinden.’ Deze is echter niet of nauwelijks haalbaar.
,1. Onopgemerkte ziekte die wel medisch-biologisch aanwezig is.
2. Klachten die vaker voorkomen, waarbij men zich nog wel gezond bij gedraagt.
3. Men gedraagt zich als zieke maar heeft geen klachten of afwijkingen.
4. Wel klachten, maar geen medisch-biologische ziekte vastgesteld.
5.Patiënt heeft een ziekte, gedraagt zich ernaar maar ervaart niet daadwerkelijk
de klachten.
6. Iemand voelt zich ziek en is dat ook maar gedraagt zich er niet naar.
7. Modelpatiënt. Ervaart klachten, gedraagt zich ernaar en heeft een medische
diagnose.
Het aantal modelpatiënten neemt af. Vaak is er geen goede medisch-biologische
diagnose voor de klachten of problemen. Patiënten zoeken daarom naar een
andere oplossing. Bijvoorbeeld een alternatieve geneeswijze. Het percentage wat
jaarlijks een alternatieve behandelaar raadpleegt is de afgelopen 25 jaar erg
toegenomen.
1.2 Gezondheid en ziekte in Nederland
De levensverwachting neemt toe. De verwachting in 2013 was voor vrouwen 82,8
jaar en voor mannen 79,2 jaar. Dit is gemiddeld vergeleken met de andere
Europese landen.
Tot 64 jaar leven mannen en vrouwen in een goed ervaren gezondheid. Voor
chronisch zieken is de leeftijdsgrens waarop men gemiddeld gezondheid goed
ervaart voor mannen tot 48 en voor vrouwen tot 42 jaar.
De levensverwachting neemt toe. Ook zullen Nederlanders tot een steeds hogere
leeftijd vrij zijn van lichamelijke beperkingen. Wel neemt de vergrijzing erg toe.
Vooral vanaf het zestigste levensjaar neemt de vraag naar zorg erg toe. Mede
door de toename van vergrijzing zal het aantal chronische zieken erg stijgen.
Ruim een kwart van de Nederlandse bevolking is chronisch ziek. Chronische
zieken voelen zich niet altijd ziek. Vaak is de oorzaak van een chronische zoelte
niet goed vast te stellen. Daarom is de behandelmethode ook niet altijd optimaal.
De chronische ziekten als diabates, osteoporose en COPD nemen toe.
2. Beroepen in de Gezondheidszorg
2.1 Professies en beroepsorganisaties
De eerste wettelijke regeling tussen artsen begon in 1865 als de Wet op
uitoefening van de geneeskunst. (WUG) Ook was er de Medische Tuchtwet in
1928. Deze twee wetten waren vooral op de relatie tussen artsen, tandartsen,
apothekers en verloskundigen van toepassing. Een eeuw later (1963) kwam er
, een wet voor paramedici. Deze wet heette de Wet op de paramedische beroepen.
Voorbeelden van paramedici zijn: fysiotherapie, logopedie, psychiatrie etc.
Deze drie wetten zijn in 1997 vervangen tot de Wet op de beroepen in de
individuele gezondheidszorg. (de wet BIG) In deze wet wordt het tuchtrecht
opnieuw geregeld voor alle beroepen in de gezondheidszorg. (zie hoofdstuk 7)
De BIG wet houdt vooral in dat niet iedereen zich zomaar arts of paramedicus
kan noemen. En dat aan de titel ook bepaalde waarden, normen en beroepscodes
vast zitten. Een voorbeeld hiervan is de Nationale beroepscode van
verpleegkundigen en verzorgenden. (zie blz. 25)
Om deze beroepscodes, normen en waarden allemaal te controleren zijn er
beroepsverenigingen. Wanneer een arts of paramedicus zich daarbij aansluit,
stemt hij in met de eisen die er aan zijn beroep vast zitten. Zo kan een patiënt
checken of zijn/haar arts/paramedicus ingeschreven staat bij een
beroepsvereniging. Voorbeelden van beroepsverenigingen zijn; Koninklijke
Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG),
Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (NMT), Nederlands
Instituut van Psychologen (NIP) etc.
2.2 Artsen, tandartsen, apothekers en verloskundigen
Het aantal artsen neemt sterk toe in Nederland. Er zijn heel wat meer artsen dan
tandartsen, apothekers en verloskundigen. Huisartsen worden ook wel
poortwachters genoemd. Dit omdat de huisarts de eerste stappen in de
zorgverlening zet. Huisartsen leveren niet alleen diagnoses en behandelingen,
ook zorgen ze voor preventieve of langdurige zorg.
Tandartsen hebben de verantwoordelijkheid voor een goede kwaliteit van
spreken, kauwen, lachen en kussen, maar ook de schoonheid van het geheel. Een
gedifferentieerde tandarts is een tandarts die zich richt op een specifiek deel van
de tandheelkunde.
De apotheker is sinds 2007 een zorgverlener geworden. Ze leveren wettelijk een
geneeskundige behandeling. De taken van een apotheker zijn
geneesmiddelenvoorziening, advies geven aan patiënt, zorgverlener en
zorginstelling, en het begeleiden van het gebruik van geneesmiddelen.
Onder verloskundige zorg wordt zorg verstaan die plaatsvindt vanaf het begin
van de zwangerschap tot en met de bevalling en het kraambed. Na de bevalling
begeleidt de kraamzorg.
2.3 Psychotherapeuten, gezondheidszorgpsychologen en creatief
therapeuten.
Voor psychotherapeuten en gezondheidszorgpsychologen geldt een registratie op
de Wet BIG. Een psychotherapeut verleent psychologische hulp met toepassing
van psychotherapeutische behandelmethodes. De gezondheidszorgpsycholoog is
werkzaam in alle sectoren van de gezondheidszorg. Daar behandelt hij