Samenvatting Bewegen & Presteren
Voeding en energiesystemen
Basisbrandstoffen/substraten – koolhydraten, vetten en eiwitten
Bio-energetica – proces waarbij energie door de cel zelf of door andere cellen in het lichaam
gebruikt kan worden.
Metabolisme – Alle chemische reacties in het lichaam samen, ook wel stofwisseling .
Energie = de capaciteit om arbeid te verrichten, uitgedrukt in joules (J) of calorieën (kcal). 1 kcal
– 4,2 joules
6 voedingsstoffen:
Koolhydraten, Eiwitten, Vetten > leveren wel energie
Mineralen, Vitaminen, water > leveren geen energie
Koolhydraten (brandstof)
Koolstof (C), waterstof (H), zuurstof (O), levert 4,1 kcal.
Enkelvoudig > in het bloed (snoep, gebak, honing, zoet) > Suikers worden omgezet en tot glucose
(C6 H12 O6 )
Meervoudig > in spieren of lever (havermout, graanproducten, noten) > In het bloed gaat een
deel naar de spieren/lever, waar er glycogeen van gemaakt wordt.
Vetten (brand- en bouwstof)
Energierijke tri-glycerides (belangrijkste vetten) moeten afgebroken worden, voordat er energie
vrij kan worden gemaakt.
- Vet bestaat bestaat uit 1 glycerol en 2 kleine Free Fatty Acids, ook wel vetzuren (ook keten van
CHO).
- Vet moeilijker af te breken, daarom meer zuurstof nodig. Levert 9,2 kcal.
In rust 50% energie uit koolhydraten, 50% uit vetten. Bij hogere hartslag 100% uit koolhydraten.
Eiwitten (bouwstof)
Hormonen, spieren (actine/myosine) en celwanden bestaan uit eiwitten. Deze maak je kapot als je
eiwitten verbrandt. Alleen wanneer er geen koolhydraten of vetten meer zijn.
- Eiwitten bestaan uit aminozuren. Levert 4,1 kcal.
Glucogenese = Wanneer eiwit of vet wordt omgezet naar glucose.
Lipogenese = Wanneer eiwit of vet wordt omgezet in vet(zuren).
Enzymen
- Enzymen beïnvloeden de snelheid van de stofwisseling en energieproductie. Ze kunnen de
snelheid van de totale reactie verhogen door de benodigde activatie-energie te verlagen en het
katalyseren (afbraak bevorderen) van verschillende stappen in de reactieketen. Meestal eindigt de
naam op -ase.
- Enzymen kunnen worden afgeremd door negatieve feedback uit de reactieketen (vaak door ATP),
waardoor de snelheid van de reactie afneemt. Meestal een specifiek enzym vooraan in de keten,
ook wel snelheidsbeperkend enzym.
- Bij katabolisme van een stof komt energie vrij.
Adenosine-Tri-Fosfaat (ATP)
= de energiebron voor alle lichaamsfuncties
Fosforylering/ ATP-resynthese =
Omzetting van adenosinedifosfaat (ADP)
naar adenosinetrifosfaat (ATP).
Het vrijmaken van energie voor de opbouw
1|Pagina
, van ATP kan vanuit 3 energiesystemen en verloopt door afbraak van brandstoffen en met behulp
van enzymen.
Energiesystemen
1. ATP-CP-systeem/fosfaat-systeem >> creatine fosfaat
2. Glycolytische/melkzuursysteem >> glycogeen
3. Oxidatieve (fosforylering)/zuurstofsysteem >> glycogeen of vrije vetzuren
1. ATP-CP systeem /
Fosfaatsysteem
Snelst werkende systeem met
creatinefosfaat als brandstof. Werkt
anaëroob.
Slechts 1 reactie mogelijk. ATP-opbrengst
= 1 mol ATP bij afbraak van 1 mol CrP
Enzym: Creatine-kinase
CrP ->Creatine + Fosfaat + Energie
Zeer hoog vermogen, hele kleine capaciteit > korte sprint (3-15 sec. maximale kracht)
Halfwaarde herstel is 20/30 seconden.
2. Glycolytische / Melkzuursysteem
Anaeroob systeem met glycogeen en glucose als brandstof. Zorgt voor een onvolledige
afbraak.
Afbraak van glucose levert netto 2 ATP opbrengst op. Afbraak van glycogeen levert netto 3
ATP opbrengst op.
Enzym: Fosfofructokinase (FFK)
Hoge concentraties ADP en P versnellen de glycolyse.
Hoge ATP-concentraties remmen de glycolyse.
Glucose en glycogeen worden omgezet naar glucose-6-fosfaat (dit kost de glucose 1 ATP). Daarna
10 tot 12 enzymatische reacties >> pyruvaat/pyrodruivenzuur.
geen zuurstof = zuurstofsysteem
wel zuurstof = omzetting naar melkzuur (C3H6O3).
> In rust kan melkzuur worden omgezet naar glucose.
> Wanneer melkstof de molecuul waterstof (H) verliest, wordt er
lactaat gevormd. Te veel melkzuur leidt tot verzuring van de
bindingscapaciteit van calcium aan de vezels, wat spiercontractie
belemmerd.
Hoe hoger de concentratie lactaat (te meten in bloed), hoe hoger
de verzuring.
Vermogen lager dan fosfaat-systeem, maar de capaciteit is hoger.
3. Oxidatieve fosforylering / Zuurstofsysteem / aerobe systeem
Aeroob systeem met koolhydraten (glucose/glycogeen) en vetten (FFA: vrije vetzuren) als
brandstof.
Complex systeem, belangrijk bij duursportprestaties en overige lichaamsfuncties.
Levert 32/33 mol ATP opbrengt bij koolhydraten en 129 mol ATP opbrengst bij vetten als
brandstof.
Laag vermogen, maar hoge capaciteit. Productie vindt plaats in de mitochondria (in de sieren
naast myofribrillen en verspreid over het sarcoplasma).
Bevat 3 processen:
* Aerobe glycolyse – Vergelijk baar met anaerobe glycolyse. Bij aanwezigheid van zuurstof wordt
pyrodruivenzuur omgezet in acetyl-co-enzy A, ook wel acetyl CoA.
2|Pagina