Samenvatting Sociaal Medische Wetenschappen
Epidemiologie
• Epi = op, demos = volk: onder het volk voorkomend
• Ook wel de inlichtingendienst van de gezondheidszorg genoemd, omdat het ingaat
op hoe het gaat met ziekte en gezondheid in de wereld.
• Nauw verwant aan epidemieën
• Tellen (Hoe vaak komt de ziekte voor)
o Vb: Hoeveel nieuwe COVID-19 infecties komen er wekelijks bij in NL?
• Verbandenleer
o Vb: Welke groepen (mannen/vrouwen, leeftijd) hebben een hoger risico op
een ernstig verloop van COVID-19?
Demografie
• Demos = volk, graphoo = beschrijven: volksbeschrijving of bevolkingsleer
• De omvang, structuur en spreiding van de bevolking (Hoe ziet de bevolking eruit)
o Vb: Hoeveel mannen ouder dan 70 jaar wonen er in NL?
(Medische) sociologie
• Ziet de gezondheidszorg als sociaal systeem (net als onderwijs)
• Sociologie toegepast op gezondheid, ziekte en gezondheidszorg
• Ziekte als sociaal(-cultureel) proces
o In de sociologie wordt gezondheid gezien als een sociaal sociaal systeem en
ziekte is een sociaal(-cultureel) proces. In Oosterse landen worden
bijvoorbeeld psychische ziekten meer erkend, waardoor ze meer gesteund
worden en in de Westerse landen is dit nog meer een taboe.
Gezondheidspsychologie
• Micro/individueel niveau
• Biopsychosociale benadering
• Menselijk gedrag ten aanzien van ziekte en gezondheid (genetische factor een rol? Of
steun vanuit omgeving effect op ziekte?)
o Vb: Waarom leven personen niet (altijd) de corona-maatregelen na?
Biomedische geneeskunde
• De biologie van het menselijk lichaam
• Lichaamsprocessen in gezonde en zieke mensen
• Bestudeert de etiologie van ziekten (wat zijn de symptomen v.d. ziekte)
o Vb: Welke adviezen krijgen personen met COVID -19
1
,Gezond en ziekte
Twee modellen bij ziekte en gezondheid:
Biomedisch model
Biomedische model ziet ziekte en gezondheid bijna als binair, je bent of ziek of gezond
Ziekte wordt gezien als:
• Verstoring van een normaal functionerend organisme
• Verstoorde biologische/lichamelijke processen als oorzaak
Gezondheid wordt gezien als:
• Afwezigheid van ziekte
Focus
• Behandeling van verstoorde biologische processen door arts
• Preventie door wegnemen van biologische oorzaken
Biopsychosociaal model
Ziekte is minder dichtoom, je kan in meer of minder mate ziek zijn.
Ziekte en gezondheid
• Continuüm
• Je kan je natuurlijk heel slecht tot heel goed voelen
of heel ongezond tot heel gezond. Verschillende
gradaties tussenin.
Focus
• Samenspel van biologische, psychologische en
sociale factoren bij ontstaan en beloop van ziekte
en gezondheid
• Verschillende aangrijpingspunten voor
ziektepreventie en gezondheidsbevorderingen
Definitie van gezondheid:
WHO, 1948: “A state of complete physical, mental and social well-being and not merely the
absence of disease or infirmity”
Problemen met deze definitie:
• Het woord ‘compleet’
o Wanneer ben je compleet fysiek, mentaal en sociaal gezond? Er is mogelijk in
een van de drie gebieden altijd iets van verbetering mogelijk.
• Acute à chronische ziekten
o Door verbetering van wetenschap meer chronische ziekte i.p.v. acute ziekten.
• Operationalisatie v.d. definitie
o Meetbaar maken van fysieke, mentale en sociale status. Hoe?
Daarom gekomen tot een nieuwe definitie:
“Gezondheid als het vermogen om je aan te passen en je eigen regie te voeren, in het licht
van de sociale, fysieke en emotionele uitdagingen van het leven” (Huber, 2011)
à Verschil: Het concept benadruk de potentie om gezond te zijn of te worden, zelfs
wanneer er sprake is van een ziekte, en ook het vermogen van persoonlijke groei en
ontwikkeling in de richting van het vullen van persoonlijke doelen in het leven.
2
,1. Positieve gezondheid
Zes dimensies van gezondheid (Huber)
• Lichaamsfuncties
• Mentaal welbevinden
• Zingeving (toekomstperspectief)
• Kwaliteit van leven (mate van gelukkig zijn)
• Sociaal maatschappelijke participatie
• Dagelijks functioneren
Response shift: het effect van het verschuiven van waardepatronen.
Meer een profile dan een score. Kritiek: Gaat over eigen regie voeren,
aanpassingsvermogen, maar is dit wel gezondheid of is dit gedrag? Desondanks toch positief
2. Onderscheid lichamelijke vs. psychische ziekten
Klassieke oudheid
• Hippocrates was de eerste die een natuurlijke oorzaak toekende aan lichamelijke én
psychische ziekten
o “Krankzinnigheid” (madness) is evenzeer een lichamelijke ziekte als jicht of
astma
o Leer der lichaamssappen: onbalans tussen lichaamssappen (bloed, slijm, gele
en zwarte gal) veroorzaakt psychische ziekte
§ Doel van behandeling is herstellen van balans
17e – 18e eeuw
• Descartes à substantie dualisme
o Twee substanties: mentaal en materieel
• Morele, religieuze & psychosociale therapie
• Opkomst termen ‘disease of the mind’ en ‘mental illness’
o Vooral gevolg van verkeerde denkprocessen
o Doel van behandeling: veranderen van denkprocessen
e e
19 – 21 eeuw
• Artsen à pathologie van ‘disease of the mind’ wel somatisch
• Mentale stoornissen zijn ‘ziektes van het brein’
o Psychofarmaca vanaf 1990 (antidepressiva, antipsychotica)
o Organische en functionele aandoeningen vanaf 1955
Organische aandoeningen: aandoening waarvoor een somatische oorzaak is
gevonden. Bijvoorbeeld een tumor bij kanker.
Functionele aandoeningen: zoals buikpijn of rugpijnklachten zonder
somatische oorzaak.
• Op dit moment
o Lichamelijke en psychische ziekten niet strikt gescheiden
o Wisselwerking tussen lichamelijke een psychische processen
Waarom maken we het onderscheid nog?
• Classificatiesysteem aandoeningen
o ICD: International Classification of Diseases
o DSM: Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders
3
, • Behoefte aan een kader, uniformiteit
o Praktijk: overdracht; Onderzoek à Bedoeld als classificatiesysteem
• Systeem krijgt bredere betekenis
o Verzekeraars/financiers; Definieert normaal en abnormaal
Rol van DSM bij onderscheid
1952: De Amerikaanse Psychiatrische Associatie (APA) bracht het eerste handboek, de
DSM I, uit. In dit handboek werken 112 “psychische stoornissen” gedefinieerd.
1968: De DSM II kwam uit met ditmaal 163 “psychische stoornissen” gedefinieerd
1980: De DSM III komt uit met 61 nieuwe “stoornissen” zodat het totaal op 224
“stoornissen” komt.
1987: De DSM III werd hernieuwd uitgegeven als de DSM III R. Het aantal “stoornissen” steeg
van 224 naar 253.
1994: De DSM IV kwam uit met 374 “stoornissen”.
2013: De DSM V kwam uit met 350 “stoornissen”.
3. Context- en tijdsgebonden ziekten
• Westerse landen à Welvaartsziekten: Obesitas, diabetes, hart- en vaatziekten
• Oosterse landen àGenitaal retractiesyndroom: koro of suo yang
• Tijd à epilepsie door tijd veranderd:
o Hippocrates & Plato à geheiligde ziekte
o Middeleeuwen à door duivel bezeten
o Nu à neurologische aandoening
• Label beïnvloed ziektegedrag
o Voorbeeld schizofrenie Japan: van ‘gespleten geest’ naar Integratie
dysregulatie syndroom
o Grotere therapietrouw en verminderd terugval, zelfs minder suïcide.
Samengevat: Wat ziekte en gezondheid is, en wat normaal en abnormaal is, is tijd- en
contextgebonden. Sociale constructie van ziekte à gezondheidsgedrag en behandeling
ziekte.
4