Probleem één: De mens als speelbal van driften
Hoe wordt ons gedrag en onze persoonlijkheid gevormd volgens Freud?
Sigmund Freud, geboren als Sigismund Schlomo Freud (Freiberg (Moravië, nu Fribor in Tsjechië), 6
mei 1856 – Londen, 23 september 1939) was een zenuwarts uit Oostenrijk-Hongarije en de
grondlegger van de psychoanalyse. Hij was van joodse afkomst. Hoewel Freuds theorieën en
methodes omstreden zijn, wordt hij gezien als een van de meest invloedrijke psychologen en denkers
van de 20e eeuw.
Levensloop
Freud was de oudste van acht kinderen en absoluut zijn moeders favoriete kind. Zijn moeder was
twintig jaar jonger dan zijn vader, die nog twee zoons uit een ander huwelijk had. Freud had altijd al
grote dromen, maar dan als generaal, maar het antisemitisme limiteerde hem hierin. Vandaar de
carrière in de geneeskunde aan de Universiteit van Vienna.
Zijn professor, Ernst Brücke, legde de fundamentele basis van Freuds kennis van de dynamische
persoonlijkheid van het individu. Vandaar dat hij na zijn studie begon als neuroloog, maar door de
financiële redenen moest hij stoppen met onderzoeken en werd hij een behandelend arts.
Na de dood van zijn vader leed Freud aan periodes van depressie. Hier begon hij aan de
“self-analysis” wat van onschatbare waarde was voor zijn toekomst. Hij bestudeerde zijn dromen en
gedachten, dromen zouden het onbewuste laten zien.
Als therapeut paste Freud verschillende technieken toe om de psychologische problemen aan het
licht te brengen. Hij gebruikte onder andere:
- Hypnose, wat hij leerde van Jean Charcot, maar niet iedereen kon dit
- Free association: de uitdrukking van de inhoud van bewustzijn zonder censuur als hulpmiddel
bij het verkrijgen van toegang tot onbewuste processen. Dus geen enkele filter of
belemmeringen tijdens het denken en praten.
De theorie van Freud werden jaren lang geboycot. Opgegeven moment spreidde dit uiteindelijk zich
toch steeds verder uit naar Europa en Amerika (1909). Vooral het Free association werd erkend en
toegepast. Toen Freud uiteindelijk overleed in 1939 op 23 september was hij wereldbekend.
The mind as an Energy System
De gedachten zijn een mechanistisch systeem en het lichaam moet gezien worden als een energie
systeem. Hier horen drie hoofdstellingen bij:
- Er is een gelimiteerde hoeveelheid energie
- Energie verdwijnt niet zomaar, als het ergens wordt geblokkeerd uit het zich ergens anders
- Het doel van de geest is een bepaalde staat van bewustzijn en rust
Bij psychoanalyse is er energie dat “vastzit” in de gedachte. Deze kan onder speciale omstandigheden
naar buiten gebracht worden. De centrale vraag bij psychoanalyse is: “Hoe kan ik deze energie naar
buiten brengen?” (Jospeh Breuer)
,Psychoanalyse is een manier om hysterische symptomen te verklaren, symptomen die geen
lichamelijke oorzaak hebben. Breuer en Freud ontdekten een bepaald psychologisch effect genaamd
Catharsis, Catharsis is een term uit de narratologie die "emotionele zuivering" betekent. Het
beschrijft het effect van het opwekken van krachtige emoties zoals verdriet, angst, medelijden, of
zelfs gelach bij de toeschouwer, die vervolgens een zuivering van diezelfde gevoelens ondergaat.
Hierdoor namen de symptomen af. Freud paste dit toe op patiënten met hysterische symptomen wat
leidde tot groot succes. Catharsis bevestigd het feit dat de gedachte een energiesysteem is en het feit
dat de mentale bagage waar personen onbewust van zijn constant actief is in onze gedachten.
Interactie van het individu en de maatschappij
De gedachte van Adam en Eva werd meegenomen in de westerse cultuur: Mensen verlangen altijd
naar meer”. Rousseau was het hier niet mee eens, hij was van mening dat dit kwam door de
maatschappij, dit was een slechte invloed en zorgde voor jaloezie en wantrouwen. In de tijd van
Freud was het vanzelfsprekend dat mensen een ontwikkeling van goed naar slecht volgde gedurende
hun leven, maar Freud vond dat mensen geboren werden met agressieve en seksuele driften en de
maatschappij moest deze zien te bedwingen.
Volgens Freud handelde mensen naar het Pleasure Principle, het instinctief zoeken naar plezier en
het vermijden van pijn om aan biologische en psychologische behoeften te voldoen. Kinderen waren
ver van onschuldig als ze geboren worden en hebben sterke driften die onderdrukt moeten worden.
De wetenschap achter de persoonlijkheid
Freud bevindt zich in een tweestrijd als het gaat om persoonlijkheid van een individu. Aan de ene
kant hield hij stevig vast aan de wetenschapskant van de persoonlijkheid maar ook aan de kan van
de natuurlijke ontwikkeling van het individu. Freud onderzocht ook anders, hij bedacht een enorm
brede theorie en paste dit toe op een relatief smalle groep patiënten. Dit is niet gebruikelijk voor een
wetenschappelijke onderzoeker, deze hebben behoefte aan duidelijk en betrouwbaar bewijs. Wat
ook niet overeen komt met wetenschappers is dat Freud gebruikt maakte van slechts alleen case
studies, geen grote experimenten of testen, hij gebruikte de free association methode op deze
studies en baseerde hierop zijn bewijs.
Dus de kritiek die veel mensen hadden was:
- Geen empirisch bewijs
- Niet falsifieerbaar, geen mogelijkheid tot tegenbewijs
- Geen representatief onderzoek
- Enkel eigen proefpersonen
Psychoanalytische theorie van de Persoonlijkheid
- Structuur:
o Freud wilde graag een conceptueel model voor het begrijpen van het menselijk brein
o Freud zorgde voor twee modellen:
Model dat de levels van bewustzijn weergeeft, Freud onderzocht dit d.m.v.
het weergeven psychologische fenomenen
1. Conscious, je bent je ervan bewust wat je doet en waar je aan denkt
2. Preconcious, dingen in je geheugen die je je kan herinneren
3. Unconcious, hier kun je je niet bewust van worden zonder speciale
omstandigheden zoals bijvoorbeeld hypnose
, Dromen gaven het onbewuste weer, in de vorm van twee levels:
1. Het manifest onderdeel, dit was de verhaallijn van de droom
2. Latent onderdeel, dit waren de onbewuste ideeën, emoties en driften
Model dat de functie systemen weergeeft
o Gedachten hebben altijd een reden. Ze zijn er niet zomaar en ze gaan niet zomaar
weg. Zowel bewuste als onbewuste gedachten hebben een reden en gaan niet uit
zichzelf weg.
o Het onbewuste verplaatst gedachte naar het onbewuste omdat als ze bewust zouden
blijven een vorm van psychische pijn zouden veroorzaken
o Er is sprake van een one-way-mental gate, omdat materiaal van het onbewuste niet
vrijwillig terug kan worden gebracht naar het (voor)bewustzijn
- Process:
o Twee manieren van het bekijken van het onbewuste:
Psychoanalytisch
Benadrukt het niet logische en irrationele van het onbewuste
Benadrukt de bepaalde wensen en motieven
Focust zich op het gemotiveerde deel van het onbewuste
Cognitieve
Afwezigheid van fundamentele verschillen tussen het bewuste en
het onbewuste
Benadrukt de gedachte
Focust zich op het niet gemotiveerde deel van het functioneren
- Proces: Freud dacht aan het begin van zijn carrière aan de mentale drives m.b.t. seksuele
instincten en positieve aspecten voor zichzelf. In zijn latere carrière focuste hij zich op het
psychoanalytische model met slechts twee aspecten
o Life instinct (eros)
Levenskracten en driften die streven naar plezier, overleven en voortplanten
Libido: Seksuele driftenergie opgewekt door het levensinstinct
o Death instinct (Thanatos)
Aangeboren seksuele en aggressieve driften worden door de maatschappij
bedwongen door bijvoorbeeld sociale normen
Instincten worden op verschillende manieren geuit
Wat is ID, ego en superego (structureel model)?
ID (onbewuste)
- Tot 18 maanden
- Originele bron van alle energie en driften
- Instincten, het wil wat het wil wanneer het wil
- Werkt volgens het plezierprincipe: zoeken naar onmiddellijke spanningsverlaging, ongeacht
de gevolgen. Het ID focust op plezier en vermijd pijn
- Onmiddellijke verlichting van spanning is het doel
, Ego (18 maanden – drie jaar)
- Rationeel en logisch denken
- Mediator tussen ID en superego, zoekt naar realiteit
- Realiteitsprincipe: vervullen van instincten moet wachten tot het werkelijk zorgt voor
maximaal plezier en de minste pijn (bevrediging uitstellen)
- Secundair proces denken: realistisch, rekening houdend met tijd en ruimte.
- Verlangens van het ID worden omgezet naar acceptabele handelingen
- Het ego volgt de verlangens van het ID op en probeert hierbij het Superego niet te schaden.
- Dit kan door dingen uit te stellen of moeilijke situaties uit de weg te gaan
- Kan fantasie onderscheiden van realiteit
Superego (vanaf 5 jaar)
- Morele aspecten van sociaal gedrag, geweten en bewustzijn
- Perfectionistisch, idealen waarnaar we streven als individu, we voelen ons slecht als we niet
voldoen aan deze standaarden die we onszelf opleggen
- Functie is om ons gedrag te controleren door onszelf te belonen (trots, zelfliefde of geluk) of
te straffen (schuld, stress etc.)
- Beinvloed door ouders en maatschappij
- Ego-ideaal regels voor goed gedrag (waarden) opgeslagen
- Introjection: interne representatie van morele regels van de externe sociale wereld. Het
beheerst gedrag door goed gedrag te belonen en slecht gedrag te bestraffen
Wat is een Freudiaanse verspreking?
Een freudiaanse verspreking onthult onbedoeld wat belangrijk is in de geest van de spreker, wat hij
wenst en wat hem pre-occupeert. Het begrip gaat terug op de term Fehlleistung, afkomstig van
Sigmund Freud, een samentrekking van "Fehler" en "Leistung". Door een fout te maken wordt juist
een prestatie geleverd. Het is dus een onbedoelde verspreking vanuit het onbewuste.
- Motivated unconcious: Verborgen en onbekende verlangens die de ware reden zijn voor het
gedrag
- Cognition unconscious: Verwerking van cognitieve aspecten zonder dat je je daar van bewust
bent.
Hoe komt het dat gedrag tegenstrijdig is met je gedachten?
Angst is een pijnlijke emotie die we ervaren als we ons onveilig of bedreigd voelen. Er zijn
verschillende vormen van angst:
Morele angst Conflict tussen ID en ego en het superego, het individu is te bang om tegen de
morele normen van de maatschappij in te gaan en een schuldgevoel te krijgen
Neurotische Conflict tussen ID en Ego, het individu is bang om toe te geven aan de verlangens
angst of eisen van de ID-impulsen
Objectieve Het individu voelt zich bedreigd en/of onveilig door terechte externe factoren,
angst een vorm van bewuste angst met een terechte en duidelijke aanleiding