Maaike de Kleijn Mohammed in heden en verleden 18 januari 2016
Week 5 – Duivelse verzen
Hoorcollege 6 – Mohammed in theologie en filosofie
De profetologie is de wetenschap van profeten en is onderdeel van de theologie (kalam) en
filosofie (falsafa). Het verschil tussen theologie en filosofie gaat over de openbaringen en de
menselijke rede. In de theologie geldt dat de openbaringen van God komen en de menselijke
rede deze niet zelf kan ‘weten’. In de filosofie bevestigen openbaringen dingen die mensen al
weten. De meeste mensen zijn hier echter niet tot in staat, alleen de meest ontwikkelde
filosofen kunnen deze abstracte ideeën omzetten in begrijpelijke taal door middel van
verbeelding.
Mohammed staat binnen de islam centraal vanaf het einde van de 7 e eeuw, toen de shahada
uitgebreid met Mohammed als profeet. Er is dus vanaf het begin van de islam een groeiende
belangstelling voor Mohammed te ontdekken, omdat men zich probeert te onderscheiden van
het christendom en jodendom. Er bestaat discussie over het idee dat Mohammed wonderen
kon verrichten, volgens de Koran was hij namelijk slechts een mens. Toch gaat men op zoek
naar bovennatuurlijke dingen als bewijs van zijn profeetschap. Al-Bayhaqi zegt dat de Koran
één van Mohammeds wonderen is, want hoewel hij dit reciteerde van Gods woord, worden de
rest van de wonderen ook door God mogelijk gemaakt. Toch zijn er ook mensen die zeggen
dat de Koran onnavolgbaar het woord van God is en niet door een mens gemaakt kan zijn,
omdat Mohammed ongeletterd zou zijn. Hier bestaat ook discussie over, omdat de
authenticiteit van het vers niet duidelijk is. Ummi (ongeletterd) en umma (gemeenschap)
lijken namelijk erg op elkaar en kunnen ook een etnische betekenis gehad hebben. Als men
het niet zeker weet: waarom wordt er dan toch zo’n nadruk gelegd op de ongeletterdheid van
Mohammed? Dit komt omdat de wonderlijkheid van Mohammed extra benadrukt wordt,
omdat hij door zijn ongeletterdheid ook geen ideeën afgekeken kon hebben uit andere teksten
zoals de Bijbel of Thora. Ondanks zijn menselijkheid worden er veel wonderen aan
Mohammed toegeschreven in het volksgeloof. Zo zou hij met dieren kunnen praten, zouden
stenen en bomen hen groeten, had hij altijd een wolkje boven zijn hoofd als schaduw, hebben
engelen zijn hart schoongewassen, spleet hij de maan in tweeën en ging hij op hemelreis.
Binnen het Sjiisme konden ook de imams wonderen verrichten. Ook over de vraag of
Mohammed vrij is van zonden bestaat discussie. Volgens de Koran en hadith was hij
menselijk en dus in staat tot het maken van fouten. Velen zeggen echter dat deze fouten vóór
zijn profeetschap zijn gemaakt en dus niet meetellen. De Koran verwijst echter ook naar latere
zonden, die volgens veel gelovigen dan verwijzen naar de zonden van de gehele umma, of
slechts kleine foutjes zijn. De duivelsverzen verwijzen naar een enorme fout die Mohammed
zou hebben gemaakt: het zijn de verzen die door de duivel werden ingegeven om de verering
van drie populaire godinnen in Mekka in 615 toe te staan. Zij zouden dan bovendien in staat
zijn tot voorspraak: de genade die tijdens de Dag des Oordeels aan ernstige zondaars gegeven
kan worden. Uit de Koran blijkt echter dat voorspraak geen nut heeft, omdat God altijd al
rechtvaardig oordeelt. Andere verzen zouden het bestaan van voorspraak wel aanwijzen, maar
door wie – Mohammed of engelen – is niet duidelijk. Mohammed trekt de duivelsverzen
uiteindelijk terug, maar het verhaal brengt de gehele betrouwbaarheid van de Koran in twijfel.
Het verhaal wordt door veel moderne moslims dan ook afgewezen. Dit laat zien dat er in de
vroege islam plaats was voor de zonden van Mohammed, terwijl er pas later het idee ontstond
van een onfeilbare profeet, omdat God geen zonden zou toestaan. Een zeer invloedrijke
islamitische denker was Al-Qadi Iyad (1083-1149) die het ‘Boek der Genezing’ schreef ter
genezing van mensen die foutief over Mohammed denken. Het boek bevat een beschrijving
van de unieke eigenschappen en kwaliteiten van Mohammed. Mohammed is hier het
onderwerp van eerbetoon, heeft speciale rechten en is de ultieme mens voor wie de wereld
geschapen is. Al-Qadi Iyad gaat er vanuit dat Mohammeds hemelreis fysiek plaatsvond en dat
1
, Maaike de Kleijn Mohammed in heden en verleden 18 januari 2016
hij onfeilbaar is. Mohammed mag dan ook niet bekritiseerd worden, want hij heeft niets fout
gedaan. Op kritiek staat dan ook de doodstraf.
Volgens de filosofische benadering van profeetschap is dit een natuurlijk fenomeen. Harun al-
Rashid (786-809) was een belangrijke Abbasidische kalief, onder wie een bloeiende kunst- en
wetenschapscultuur ontstond. Hij had veel waardering voor de klassieke filosofie van Plato en
Aristoteles en bouwde voor onderwijs het Huis der Wijsheid in Bagdad. Al-Kindi (801-873)
was één van de belangrijkste wetenschappers in dit Huis. Hij dacht dat de Koran niet letterlijk
opgevat moest worden, omdat het bestond uit metaforen en vergelijking. Het enige dat
vastgesteld kon worden was de eenheid van God en God als het ‘eerste principe’. Hier
bouwen andere filosofen op voort, zoals Al-Farabi en Ibn Sina. Zij veronderstellen een aantal
dingen: (1) Het meest waardevolle van de mens is de rede, (2) God is puur rede en intellect,
(3) Tussen God en mens bestaat een connectie via de rede en (4) Hoe meer de mens de rede
ontwikkelt, des te dichterbij hij bij God kan komen, maar hij zal hem nooit kunnen benaderen.
In de filosofie is hiervoor het emanatie-model ontwikkeld. Tijdens een openbaring worden het
‘actieve intellect’ van het ‘hogere’ en het ‘verworven menselijke intellect’ samengebracht,
zodat de abstracte kennis het brein van de mens invloeit. Deze abstracte kennis wordt door de
verbeelding van de profeet omgezet in verhalende en begrijpelijke verhalen, die overgebracht
kunnen worden op de normale mens. De Koran en hadith zijn dus minder pure teksten, omdat
ze aan interpretatie onderhevig zijn. Het is een versimpelde versie van de openbaring en dus
ook niet meer Gods woord. Alleen de zeer ontwikkelde profeten kunnen hun verworven
intellect samenbrengen met het actieve intellect, maar in principe is elk mens dus in staat – na
veel training – in contact te komen met God. Profetie is dus een natuurlijk fenomeen.
Mohammed was wel uniek omdat hij niet onderwezen was, maar wel een enorme verbeelding
had, zodat hij de boodschap goed kon overbrengen. Daarom was hij ook de perfecte leider. Op
deze ideeën ontstond kritiek omdat iedereen dus ineens profeet kon worden en God zijn
profeten niet uitzocht. Religie draaide volgens velen bovendien niet alleen om het intellect,
maar ook om gevoel en emotie. Bovendien was deze theorie door en voor de elite van
filosofen ontwikkeld en was het volk het hier niet mee eens. Later is deze stroming verbonden
met het soefisme. Al-Ghazali heeft de theorie bovendien opgepakt en er een betere versie van
gemaakt, die ook aansloeg op het normale volk. Hij werd hiermee de brug tussen de filosofie
en de Arabische mystiek (soefisme).
De nachtreis en de hemelreis (volgens Ibn Ishaq, vert. Wim Raven,76-87).
Mohammed werd op de rug van Boeraak door Djibriel meegenomen naar de ‘Verste Moskee’
in Jeruzalem tijdens de nachtreis en maakte daarna een hemelreis naar het paradijs. In
Jeruzalem ontmoet Mohammed de andere profeten, namelijk Abraham, Mozes en Jezus,
waarna hij voorgaat in de salat. Dit symboliseert zijn verbondenheid met het christendom en
het jodendom, maar tegelijkertijd ook zijn superioriteit ten opzicht van hen. Hierna wordt hij
onderworpen aan een test: hij krijgt de keuze tussen wijn, water en melk en maakt de goede
keuze. Vervolgens klimt hij via een lange ladder naar de hemel, waar hij door verschillende
engelen een rondleiding door de verschillende lagen van de hemel én hel krijgt. Hij ontmoet
de profeten en uiteindelijk ook God, van wie hij de opdracht krijgt 50 keer per dag te bidden.
Mozes zegt dat hij terug moet gaan en moet vragen om verminderen. Mohammed weet het
aantal uiteindelijk terug te krijgen tot 5 keer per dag. De nachtreis werd later bewezen door
aan Abu Bakr te beschreven hoe Jeruzalem eruit ziet, terwijl hij er zelf nog nooit was geweest.
Toch geloven veel mensen ook dit nog niet, dus wordt er navraag gedaan bij karavanen: zij
bevestigen dat er water uit hun drinkbekers was gedronken en dat er kamelen waren gevlucht.
Het is nog steeds onduidelijk onder moslims of de reis fysiek heeft plaatsgevonden of dat het
een droom of visioen was (een reis van de geest).
2