Taak 2
Classificatie van seksuele problemen
De seksuele disfuncties zijn ingedeeld op basis van de verschillende fasen
van de seksuele responscyclus, de tot voor kort gebruikelijke
conceptualisatie van het lineaire verloop van seksueel reageren bij
mannen en vrouwen: verlangen, opwinding, orgasme en resolutie, met
daarnaast de niet aan een bepaalde fase gebonden seksuele
pijnstoornissen (vaginisme en dyspareunie). Om van een seksuele
disfunctie te kunnen spreken, dient voor de DSMIV en DSM-IV-TR sprake te
zijn van ‘merkbaar lijden of interpersoonlijke moeilijkheden’. Bij een aantal
parafiliee¨n is het echter mogelijk dat volgens de clinicus sprake is van
een psychische stoornis, terwijl de clie¨nt en eventueel zijn of haar partner
niet onder de desbetreffende ‘aandoening’ lijdt.
Bij seksuele problemen is sprake van multifactorie¨le dynamiek door de
aard van het seksuele proces en door de interactieve context waarin
seksueel gedrag zich afspeelt. ‘Oorzaken’ voor een seksueel probleem zijn
vaak niet meer dan een aanleiding voor het ontstaan.
Diagnostiek
Volgens psycholoog De Bruyn dient het diagnostisch proces in ieder geval
te bestaan uit
een klachtanalyse. Afhankelijk van de vraagstelling kunnen vervolgens een
probleemanalyse, een ernstanalyse, een oorzaakanalyse en/of een
indicatieanalyse worden uitgevoerd. bij seksuele problemen bestaat de
diagnostiek in eerste instantie uit een anamnese, veelal aangevuld met
lichamelijk, laboratorium- en/of psychologisch/ psychiatrisch onderzoek.
Anamnese
De verschillende componenten van de anamnese komen in een of meer
orie¨nterende gesprekken aan bod. Een open, empathische en niet-
oordelende houding draagt bij aan de kwaliteit van het diagnostisch
proces en cree¨ert de veiligheid en het vertrouwen die nodig zijn voor het
vrij uiten van gevoelens, zorgen en verwachtingen ten aanzien van het
probleem en een eventuele behandeling. In aanvulling op de anamnese
kan gebruik worden gemaakt van vragenlijsten. Het seksueel functioneren
wordt daarbij op een gestandaardiseerde manier uitgevraagd.
Componenten anamnese:
- Analyse van het probleem: aard en duur van de klacht, relatie tot
seksuele responscyclus, primair of secundair, gegeneraliseerd of
situatief.
- De gevolgen van de klacht voor het seksueel functioneren van de
patie¨nt en eventuele partner(s).
- De last van de klacht, bepaald door de gevolgen van de klacht op
het dagelijks leven (psychische, lichamelijke en sociale aspecten).
- Het beloop van het probleem in de tijd. Wat is er tot nu toe aan
gedaan en wat was het resultaat?
, - Mogelijke lichamelijke en/of psychische comorbiditeit.
- Medicatie, roken, alcohol- en middelengebruik (en andere relevante
lifestylefactoren).
- De medische, psychologische, relationele en psychiatrische
voorgeschiedenis.
- Eventuele traumatische (seksuele) ervaringen.
- Nadere precisering van de hulpvraag, eigen ideee¨n over de klacht,
wensen en verwachtingen ten aanzien van een eventuele
behandeling.
Tijdens het diagnostisch proces moet overwogen worden of en wanneer
het nodig is medisch seksuologisch onderzoek uit te voeren in aansluiting
op de anamnese en de eventueel afgenomen seksuologische
vragenlijst(en). Dergelijk onderzoek Seksuologie kan bestaan uit
lichamelijk onderzoek, hormonale bepalingen en/of psychofysiologisch
onderzoek.
Lichamelijk onderzoek
Bij lichamelijk onderzoek kunnen enerzijds somatische factoren die een rol
spelen bij het ontstaan of blijven voortbestaan van de seksuele disfunctie
worden onderzocht. Anderzijds kan het lichamelijk onderzoek de
patie¨nt/clie¨nt informeren over de anatomie en fysiologie van diens
geslachtsorgaan en op die manier een educatieve en/of therapeutische
functie vervullen.
a. Het diagnostisch onderzoek: Het onderzoek dient ter vaststelling of
uitsluiting van lichamelijke factoren die het seksuele probleem
veroorzaken, eraan bijdragen of een gevolg zijn van het seksuele
probleem. In essentie verschilt dergelijk onderzoek niet van
onderzoek van de geslachtsorganen zoals dat in andere situaties
door huisarts, gynaecoloog of uroloog wordt uitgevoerd.
b. Het educatief en/of therapeutisch seksuologisch onderzoek: Het
onderzoek heeft vooral tot doel de patie¨nt te informeren ten
aanzien van de normaliteit van de eigen seksuele anatomie en
fysiologie, en inzicht te verschaffen in de mogelijk lichamelijke
oorzaken van het seksuele probleem. Soms kunnen afhankelijk van
de gepresenteerde klacht tijdens het onderzoek instructies worden
gegeven over het aan- en ontspannen van de bekkenbodemspieren,
het inbrengen van een tampon of pelotte (vaginastaaf) of het
terugtrekken van de voorhuid. Deze educatieve interventies kunnen
zo een aanvulling zijn op een seksuologische behandeling. Het
onderzoek kan in principe door elke (huis)arts, gynaecoloog of
uroloog worden uitgevoerd die geı¨nteresseerd en/of opgeleid is in
de somatische aspecten van de seksuologie.
Psychologisch onderzoek
Een uitgebreid psychodiagnostisch onderzoek valt buiten de
deskundigheid van veel seksuologen. Zij dienen bij vermoeden van
psychopathologie, zoals een psychose, depressieve stoornis,