100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting van het boek: Venema's Common law and Civil Law (inleiding tot het Anglo-Amerikaanse vermogensrecht) (door: W.J. Zwalve) €15,48
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting van het boek: Venema's Common law and Civil Law (inleiding tot het Anglo-Amerikaanse vermogensrecht) (door: W.J. Zwalve)

2 beoordelingen
 660 keer bekeken  15 keer verkocht

Een volledige samenvatting van het boek van W.J. Zwalve bedoelt voor de rechtenstudent die het vak Anglo-Amerikaans privaat- of ook vermogensrecht volgt.

Voorbeeld 5 van de 97  pagina's

  • Ja
  • 12 januari 2016
  • 97
  • 2014/2015
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (1)

2  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: devroonhof • 5 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: mijnprullenmand • 7 jaar geleden

avatar-seller
wrdk
Week 1: Inleiding

Twee grote rechtssystemen hebben het gezicht van het materiele privaatrecht in de westerse
wereld bepaald
1. Het recht van Rome (civil law)
2. Het recht van Engeland (common law) 

Civil Law Common Law
Beinvloed door Ja Niet of nauwelijks
romeins recht:
Beheerst door: Wetten en Het ongeschreven recht
geschreven recht en de gewoonte
(Wetboek genaamd
Corpus Iuris Civilis)

Er zijn drie betekenissen waarin het begrip ‘common law’ wordt gehanteerd en die naar
voren komen in de volgende tegenstellingen:
1. ‘common law’ v. ‘civil law’
2. ‘common law’ v. ‘equity’
3. ‘common law’ v. ‘statutory law’

1. Common law v. Civil Law
Het feit dat in het romeins recht geen invloed heeft gehad op de common law is dat de
common law exclusieve gelding had.

Op het West-Europese continent had je het romeins recht dat het gewoonte recht, die overal
anders was, naar de tweede plek verwees. Ten tweede speelde het codificatieprogramma
van de Franse revolutie een grote rol.

De common law kenmerkte zich in tegenstelling tot dit door een grote mate van continuïteit.
Dit begon in 1066 toen Willem de veroveraar Engeland veroverde. In die tijd was er grote
mate van verscheidenheid in het recht van Engeland. Hij voerde in Engeland het leenrecht in
(law of tenure).
In dat koninkrijk was een perfecte leenrechtelijke piramide opgebouwd, waarvan aan de top
de Koning stond. Iedere gebruiker ontleende zijn recht uiteindelijk aan de koning. In romeins
rechtelijke termen is enkel hij eigenaar en de rest houder (tenant).

De curia regis was moeder van alle latere common law courts. Wanneer) een zaak bij de
curia regis kwam rees de vraag welk gewoonterecht moest worden toegepast. Deze curia
regis bestond vooral uit geestelijken en die waren op de hoogte van het canonieke recht.
De koninklijke curia zette een gewoonte opzij, wanneer deze een duidelijk ‘unreasonable’
karakter droeg.

De centralisering van de rechtspraak begon met de regeringsperiode van koning Hendrik II.
Hij begon de competentie van de lokale gerechten, waarin naar lokaal gewoonterecht werd
recht gesproken, zoveel mogelijk uit te hollen. Hij maakte gebruik van rondreizende rechters
(justices in eyre). Het fenomeen van rondreizende rechters werd ‘Courts of Assizes’
genoemd.
De rondreizende rechters waren vertegenwoordigers van de koning en dus niet verbonden
aan de counties waar zij toevallig rechtspraken. De koning breidde hun bevoegdheden uit,
wat ten koste ging van het lokale recht.

Een ‘writ’ was een geschrift dat een bevel van de koning behelsde en werd opgesteld door
zijn kanselarij, waarvan de Lord Chancellor het hoofd was. Wanneer een onderdaan
rechtsbescherming verzocht, kon de koning een ‘writ’ uitvaardigen waarin bevel werd

,gegeven aan de lokale gezagsdrager (de sherrif) van het district waar de persoon woonde
tegen wie de burger om bescherming vroeg er voor zorg te dragen dat aan de verlangens
van de requirant werd voldaan, tenzij de andere partij bereid was zich voor één van de
rondreizende koninklijke rechters te verantwoorden. In zo’n writ werd tevens opdracht
gegeven aan het lokale gezag een ‘jury’ samen te stellen bestaande uit twaalf vrije en
rechtschapen mannen die over de feiten van de zaak moesten oordelen.

Drie elementen waren dus van belang voor de ontwikkeling van de common law:
1. ‘writ’ als het document dat dient om een juridische procedure te openen ten overstaan
van
2. Een koninklijke rechter en waarin
3. Door een jury wordt geoordeeld over de feiten

Het centraliseringsproces werd nog meer bevorderd toen Hendrik II enkele rechters
permanent zitting in zijn nabijheid liet houden in een vast hof in Westminister. Dit werd de
‘Court of Common Pleas’ genoemd en nam van alle op het burgerlijk recht gebaseerde
rechtsvorderingen waarvoor een koninklijke ‘writ’ beschikbaar was kennis.

Hierna ontstonden nog twee andere gerechtshoven in Westminister:
 Court of the King’s Bench
o Ging over zaken waarin het staatsbelang was gemoeid (bijv. strafzaken)

 Court of the Exchequer
o Was vooral bevoegd in belastingzaken

Deze concentratie van rechtspraak is de c.s.q.n. geweest voor het ontstaan van de ‘common
law’.

Henri Bracton zei: the custom of the king’s court is the custom of England, and becomes the
common law. De uitspraken zijn in beginsel niet meer dan vaststellingen van op zichzelf
reeds vaststaande regels van (koninklijk) gewoonterecht.

Men begon met bijhouden van de uitspraken in ‘yearbooks’. Zij dienden als ruggensteun voor
de rechtspraktijk. Ze zijn echter niet te beschouwen als precedentenverzamelingen in de
huidige zin van het woord. Uit niets blijkt dat de middeleeuwse rechters zich gebonden
achtten aan hun eerdere uitspraken (zij zagen het ook niet als rechtsbron). Er was namelijk
maar één rechtsbron: de gewoonte van de king’s court, die men kon vinden in hun
uitspraken.


2. Common Law en Equity’
De Lord Chancelor was het hoofd van de kanselarij die, onder meer, was belast met de
uitgifte van ‘writs’ waarop de competentie van de ‘common law courts’ was gebaseerd. De
‘writs’ waren allen opgesteld in de kanselarij, zodat de verdere ontwikkeling van de ‘common
law’ door middel van de uitgifte van nieuwe ‘writs’ vooral aan de kanselarij te danken is. Dit
werd tegengehouden doordat werd vastgelegd dat in de kanselarij slechts nog nieuwe ‘writs’
mochten worden uitgevaardigd indien deze aansloten bij de reeds bestaande.

Uitbreiding van de common law was nadien nog slechts mogelijk bij ‘statute’, een wet in
formele zin. Een onderdaan die recht zoch in een geval waarvoor in geen van bestaande
‘writs’ een voorziening was getroffen en ook niet aansloot bij een bestaande, kon geen
rechtsingang vinden in de king’s courts.

,Bovendien legden de rechters de common law restrictief uit, zonder extensieve interpretatie
omwille van de billijkheid (equity).

De Lord Chancelor mocht deze billijkheidscorrectie gaan uitvoeren (equity). De Chancelor
was vaak een geestelijke (en meestal archbischop of canterbury). Het canonieke
recht/natuurrecht zat in zijn aard.
Het natuurrecht gaat door zijn waardigheid boven de gewoonte en wet. Want al wat door de
gewoonte is aanvaard of in geschenen wetten is neergelegd moet, wanneer dat in strijd is
met het natuurrecht, als nietig en krachteloos worden beschouwd.
Er ontstaat naast de common law en de statutes een derde rechtsbron, namelijk de equity.
Daarnaast ontstaat er een Court of Chancery.

Equity wordt echter door common law juristen als subjectief ervaren. Het riekte naar
willekeur. Het repliek hierop van de Chancelor is dat hij zich gebonden achtte aan vaste
rechtsregels, regels die ook hij in acht had te nemen. Men begon de uitspraken van de Court
of Chancery te verzamelen, waardoor tot uitdrukking kwam dat men ook de Chancellor
gebonden achtte aan zijn precedenten, zijn eigen ‘custom of the court’.

Equity is dus het geheel aan rechtsregels dat is opgesteld door de ‘Court of Chancery’ en dat
dezelfde graad van juridische precisie heeft weten te bereiken als de common law. Het is
ontwikkeld om de common law aan te vullen, te ondersteunen of desnoods te corrigeren.

Een belangrijk verschil is dat hier geen jury over de feiten oordeelde.

Eind 19e eeuw worden alle gerechten afgeschaft en samengevoegd tot de Supreme Court of
Judicature. Hier was onderscheid tussen een rechtbank voor eerste aanleg (High Court of
Justice) en een hof van beroep (Court of Apeal). Tegen het beroep staat nog hoger beroep
open bij de House of Lords.


Common Law en Statutory Law
Naast de wet staat traditioneel een tweetal andere, autonome, rechtsbronnen, te weten
‘common law’ en equity. Wat is nou de verhouding tussen het rechtersrecht en de wet in
formele zin?

Mag de rechter een wet in formele zin toetsen aan de common law? In Dr. Bonham’s Case
werd bepaald van niet. Het parlement is soeverein en heeft de bevoegdheid de common law
aan te vullen of te wijzigen, zonder dat het de rechter vrijstaat de wetten van het parlement te
toetsen aan de algemene rechtsbeginselen die onderdeel uitmaken van de common law.
Hierdoor proberen Engelse rechters een zo beperkt mogelijk uitleg te geven aan de Acts of
Parliament/Statutes.

Onder interpretation verstaat men het normale taalkundige proces waardoor een betekenis
aan een woord wordt gehecht.
Construction is het proces waarbij aan onduidelijke of dubbelzinnige bepalingen in een wet
een duidelijke betekenis wordt toegekend.

Het is de taak van de rechter de wet toe te passen in overeenstemming met de ‘bedoeling’
van de wetgever, maar die bedoeling kan de rechter slechts ontlenen aan de woorden van
de wet. Wanneer de woorden voor meer dan één uitleg vatbaar zijn, of bij letterlijke uitleg tot
een absurd resultaat leiden, geldt, ter nadere bepaling van wat de bedoeling van de
wetgever kan zijn geweest, de ‘mischief rule’. Men dient in dan in zo’n geval te achterhalen
wat de toestand was van de common law voordat de wet werd uitgevaardigd en wat de
misstand of het gebrek was dat het parlement wilde verhelpen. Uitgaande van deze

,vaststellingen kan dan een zinvolle uitleg aan de dubbelzinnige woorden in de wet worden
gegeven.

Naast de ‘literal approach’ is er nog de purposive approach (teleologisch).

Statutes are to be strictly interpreted is eigenlijk tot vandaag de dag het motto.


‘Law reporting’ en ‘stare decisis’
Om het recht bij te houden werden reports gemaakt vaak in Law French, een kunsttaal die
eigen was aan een bepaalde beroepsgroep. De talloze reports van individuele rechters en
juristen bevatten nog steeds geldend recht.
Law reporting was een geheel op het privé-initiatief van de individuele reporter berustende
aangelegenheid. Hierdoor ontstond dikwijls sterk afwijkende reports over een zelfde zaak. Er
werd in 1865 een stichting in het leven geroepen die zich ging bezighouden met de publicatie
van beslissingen van de hoge gerechtshoven. Deze gaf de Law Reports uit (LR).

De common law heeft de fictie in stand weten te houden dat het recht niet door de rechter
wordt gemaakt, maar slechts door hem wordt gevonden. Blackstone zei hierover noemde het
‘the evidence of what is the common law’.
Een individuele uitspraak zou niet genoeg zijn om the custom of the court vast te stellen.
Deze opvatting verklaart de gewoonte van advocaten om naar een zo lang mogelijke reeks
precedenten te verwijzen. Er bestond bij the King’s courts gee enkele aarzeling om van een
incidentele eerdere uitspraak af te wijken. Pas toen in 1898 de House of Lords had verklaard
zich aan zijn eigen eerdere uitspraak, zelfs wanneer dat er slechts één was, gebonden te
achten, veranderde dit. Hier ligt de leer van de ‘stare decisis’ aan ten grondslag (blijven bij
beslissingen).

De House of Lords zei in 1966 dat het niet meer absoluut gebonden was aan eigen
uitspraken. Voor de lagere rechters is geldt dit echter niet. Deze blijven dus gebonden aan
eigen uitspraken EN aan uitspraken van de hogere rechters. Een hogere rechter kan echter
wel een uitspraak van een lagere rechter ‘overrulen’.
De hoogste rechter kan tot slot overruled worden door Parliament, want statutory law gaat
boven common law in geval van conflict.

Slechts in een aantal gevallen kan the court of appeal wijken van zijn eigen eerdere
beslissingen:
a) Wanneer er beslissingen zijn die met elkaar in strijd zijn
b) Een eerdere uitspraak die duidelijk ‘per incuriam’ (door gebrek aan zorg) is gewezen.

Een rechterlijke uitspraak bevat drie elementen:
1) In rechte vastgestelde feiten
2) Het dictum
3) Motivering daarvan  enige die bindend is

Wanneer is dan een rechtsoverweging bindend? Indien zij:
a) Onmiddellijk op de in rechte vastgestelde feiten is gebaseerd
b) Onmiddellijk ten grondslag ligt aan de uiteindelijke beslissing
Wanneer hier niet aan is voldaan spreekt men van een obiter dictum.

In de VS ontstonden de ‘restatements’. Het betrof een poging van een particuliere instelling
om enig systeem aan te brengen in de stroom precedenten waarmede Amerika werd
overspoeld. De rechter is niet gebonden aan de restatements, enkel aan de precedenten
waaruit die zijn samengesteld.
Het Anglo-Amerikaanse recht

, De common law verspreide zich over de wereld omdat Engeland een van de grootste
koloniale machten was. De VS is heden ten dage de belangrijkste common law-jurisdictie
buiten Engeland.

Na de Amerikaanse revolutie (afscheiding van Engeland) bleef de common law bestaan. De
vraag die rees na de afscheiding wasL welke was de status van Engelse precedenten en
‘statutes’ in Amerikaanse rechtbanken. Bepaald werd dat wetten en precedenten van vóór 4
juli 1776 (Independence day/declaration of Independence) bleven gelden en de latere niet
meer.

Iedere staat had en heeft zijn eigen rechterlijke organisatie, maar daarnaast bestaat een
federale rechterlijke organisatie en boven alle staat de Supreme Court. De Supreme Court
trachtte eenheid van privaatrecht op nationaal niveau te bevorderen.
The Supreme Court achtte zich niet gebonden aan deelstatelijke rechtersrecht. In plaats
daarvan creëerden zij een eigen federale common law. In 1937 kwam hier een einde aan en
er bestaat dus geen federaal Amerikaans privaatrecht.

Een federaal privaatrecht kan dus enkel door de volksvertegenwoordigingen van de
deelstaten worden bewerkstelligd.

De codificatiebeweging in de VS bewerkstelligde een Field Code, een soort wetboek van
Burgerlijke Rechtsvordering, in de staat New York. De deelstaat California nam dit over als
de Civil code, maar de Supreme Court ontnam iedere kracht aan het boek door te bepalen
dat het diende te worden beschouwd als een samenvatting van de binnen die deelstaat
geldende common law, zonder exclusieve werking.

De Supreme Court kan deelstatelijke wetgeving vernietigen als deze in strijd is met:
1. Constitution
2. Bill of Rights
3. Federale wetten

De American Bar Association kon wel voor elkaar krijgen dat enkele stukken recht
geüniformeerd werden. Het gaat dan vooral om bepaalde onderdelen van het privaatrecht
die voor het handelsverkeer van groot belang zijn. De Uniform Commercial Code is in alle
staten behalve Louisiana nu van kracht. Het is echter slechts een gedeeltelijke codificatie en
voor de rest geldt de common law.

De enige plek waar de civil law in de VS heeft weten door te dringen en de common law
minder is dan in andere staten, is de staat Louisiana. Dit gebied behoorde vroeger tot
Frankrijk.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper wrdk. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €15,48. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 49497 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€15,48  15x  verkocht
  • (2)
In winkelwagen
Toegevoegd