100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Eerder door jou gezocht
Eerder door jou gezocht
logo
Samenvatting Kennistoets 2.1: GK, VZ, VT, CS, GL €6,46
In winkelwagen
Snel navigeren naar
Voorbeeld
  2.  
  3. Kennistoets 2.1 VZ / C&G
  4.  
  5. Kennistoets 2.1 VZ / C&G

Samenvatting

Samenvatting Kennistoets 2.1: GK, VZ, VT, CS, GL

1 beoordeling
 4 keer verkocht

Dit is een samenvatting van kennistoets 2.1. Verleegkundige zorg + Communicatie & Gedrag. Toetscode 46038. Deze samenvatting bestaat uit 5 vakken; Geneeskunde (GK), Verpleegtechnische vaardigheden (VT), Verpleegkundige zorgverlening (VZ), Communicatie en samenwerking (CS) en Gedragsleer (GL). Met ...

[Meer zien]

Voorbeeld 6 van de 90  pagina's

Document informatie

  • 3 september 2022
  • 90
  • 2021/2022
  • Samenvatting

Onderwerpen

Geschreven voor

Alle documenten voor dit vak (1)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: Newland • 2 jaar geleden

Verkoper

avatar-seller
pietblom

Ontvangen beoordelingen

Voorbeeld van de inhoud

Kennistoets 2.1. Verpleegkundige zorg (VZ) + Communicatie & Gedrag
(C&G) (46038)
Verpleegkundige zorgverlening (VZ) + Verpleegtechnische vaardigheden (VT) + Geneeskunde (GK) +
Communicatie & Samenwerking (CS) + Gedragsleer (GL)


Vakken Lesnummer + Lesnaam Leerdoelen


Verpleegkundige VZ 2.1 Vitale functies 1. Vitale functies beoordelen
zorgverlening 2. Diverse meetinstrumenten toepassen met betrekking tot het meten
van de vitale functies
VZ 2.2 Als het hart faalt 1. De belangrijkste verpleegproblemen benoemen
is de zorg nabij
Verpleegtechnische VT 2.1 Het juiste meten 1. De vitale parameters (ademhaling etc.) op juiste wijze
vaardigheden op het juiste moment! meten/bewaken
2. De vitale parameters (ademhaling etc.) beoordelen op normale en
afwijkende waarden
3. Meetinstrumenten voor het meten van de vitale parameters op de
juiste wijze gebruiken
VT 2.2 Spaans benauwd 1. Klinische verschijnselen in verband brengen met de
saturatiewaarden bij zorgvragers
2. Onderbouwen wanneer zuurstoftoediening aan zorgvragers gegeven
wordt
3. Beargumenteren welke zuurstof-toedieningssysteem het beste kan
worden toegepast
VT 2.3 Hoe kom ik toch 1. Indicaties en aandachtspunten voor steunkousen en
van die dikke, zware compressietherapie toelichten
benen af? 2. Een onderbeen zwachtelen volgens de Ambulante Compressie
Techniek (ACT-techniek)
3. Steunkousen aan- en uittrekken bij een zorgvrager met behulp van
een slim-slide, caran, doff’n donner
VT 2.4 Meten is weten 1. Metingen verrichten en berekenen ten aanzien van gewicht
en hoe verzorg je oren, 2. Oren en ogen verzorgen en meetinstrumenten gebruiken om
ogen en neus problemen rondom visus en gehoor vast te stellen
3. Ondersteuning bij de verzorging van oren en ogen en de
aandachtspunten hierbij beargumenteren
VT 2.5 Subcutaan 1. De indicaties voor en mogelijke complicaties bij een subcutane
injecteren injectie benoemen
2. Een subcutane injectie volgens de loodrechttechniek en
huidplooitechniek uitvoeren
3. Bloedsuikermeting verrichten bij een zorgvrager
VT 2.6 Intramusculair 1. De indicaties voor en mogelijke complicaties bij een intramusculaire
injecteren injectie benoemen
2. Een intramusculaire injectie via de loodrechttechniek uitvoeren
3. Onderbouwen wat de argumenten voor depotmedicatie zijn bij een
zorgvrager
Geneeskunde GK 2.1 Waar gaat jouw 1. Benoemen wat de verschillende onderdelen van het
hart van kloppen? circulatiesysteem zijn (de grote en kleine bloedsomloop, de bouw

, van het hart (atria/ventrikels), de hartkleppen en de
coronairarterien
2. Uitleggen hoe het hart bloed rondpompt en begrijp je welke
mechanismen daarvoor nodig zijn (pompfunctie en hartcyclus
(systole/diastole))
3. Benoemen hoe een bloeddruk tot stand komt en op welke manier
deze door het lichaam wordt gereguleerd
GK 2.2 Diagnose 1. Klachten en symptomen van angina pectoris en een myocardinfarct
hartinfarct: Wat nu? herkennen bij een willekeurige zorgvrager
2. Benoemen welke mechanismen ten grondslag liggen aan het
ontstaan van angina pectoris en een myocardinfarct
3. Benoemen welke diagnostische en therapeutische mogelijkheden er
zijn voor angina pectoris en een myocardinfarct, en weet je
eventuele complicaties van de beide aandoeningen te benoemen.
GK 2.3 Je zou er 1. Herkennen welke klachten en symptomen bij een willekeurige
hartkloppingen van zorgvrager passen bij ritmestoornissen en hartfalen
krijgen 2. Benoemen welke mechanismen ten grondslag liggen aan het
ontstaan van een ritmestoornis en hartfalen
3. Benoemen welke diagnostische en therapeutische mogelijkheden er
zijn voor ritmestoornissen en hartfalen en weet je eventuele
complicaties van beide aandoeningen te benoemen
GK 2.4 “To pee or not to 1. Benoemen uit welke onderdelen de nieren en urinewegen zijn
pee” opgebouwd (merg/schors, nefron, ureter, blaas, urethra)
2. Formuleren hoe de nieren de water- en zouthuishouding in het
menselijk lichaam en de bloeddruk reguleren (met begrip van RAAS)
3. Formuleren hoe de nieren invloed uitoefenen op het zuur-base-
evenwicht in het menselijk lichaam en welke verschillende
verstoringen er van dit zuur-base-evenwicht zijn (respiratoire
alkalose/acidose en metabole alkalose/acidose.
GK 2.5 Endocrinologie: 1. Benoemen wat de rol is van de verschillende organen die deel
regulering en interactie uitmaken van het endocriene stelsel
van hormonen 2. Toelichten op welke manier de hormonale huishouding gereguleerd
wordt
3. Verklaren waarom bepaalde klachten/symptomen passen bij een
endocriene stoornis
GK 2.6 Hoe zoet is 1. Herkennen welke klachten en symptomen bij een willekeurige
suikerziekte? zorgvrager typisch zijn voor diabetes mellitus type 1 en 2
2. Benoemen welke mechanismen ten grondslag liggen aan het
ontstaan van diabetes mellitus type 1 en 2
3. Benoemen welke diagnostische en therapeutische mogelijkheden er
zijn voor diabetes mellitus type 1 en 2, en weet je eventuele
complicaties te verklaren
GK 2.7 Anatomie & 1. Benoemen hoe het spijsverteringsstelsel is opgebouwd
fysiologie: 2. Benoemen welke functies de verschillende organen en enzymen van
Spijsverteringsstelsel het spijsverteringsstelsel uitoefenen, en wat hun onderlinge relatie
is
3. Benoemen hoe de voedingsstoffen die het lichaam nodig heeft
worden verteerd en opgenomen
GK 2.8 Oei, ik groei 1. Benoemen welke factoren de groei en ontwikkeling bij kinderen
beïnvloeden

, 2. De verschillen tussen normale en abnormale groei herkennen, deels
op basis van de groeicurve
3. Benoemen welke ziektebeelden gepaard gaan met groei- en
ontwikkelingsstoornissen
Communicatie & CS 1.1 Inleiding, 1. Kwaliteiten en valkuilen noemen om actief te luisteren
Samenwerking waarnemen en 2. Factoren benoemen die het proces tussen waarnemen en
interpreteren interpreteren beïnvloeden
CS 1.2 1. Vier vormen van samenvatten onderscheiden
Gespreksvaardigheden:
de basis
CS 1.3 Feedback 1. Benoemen wat de regels van feedback geven en ontvangen zijn
2. Benoemen wat het nut van feedback geven en ontvangen voor de
verpleegkundige is
CS 1.4 Non-verbale 1. De functie, aspecten en het belang van non-verbaal gedrag
communicatie, benoemen
voorstellen en informeel
contact
CS 1.5 1. De verschillende onderdelen van een communicatiemodel
Communicatiemodellen- benoemen
en typen 2. Een communicatieproces beschrijven
3. Uitleggen wat de invloed van ruis en technologie is op een
communicatieproces
CS 2.1 1. Een indeling maken in regulerende gespreksvaardigheden en
Gespreksvaardigheden: luistervaardigheden (verder ingedeeld in selectieve en niet-
vervolg selectieve
CS 2.2 1. De drie fases in een slechtnieuwsgesprek benoemen en toelichten
Slechtnieuwsgesprek en 2. Benoemen welke fasen het participatiemodel kent
adviesgesprek
CS 2.3 Interculturele 1. Uitleggen wat het verschil is tussen fijnmazige en grofmazige
communicatie culturen
CS 2.6 Presenteren 1. Verwoorden wat belangrijke aspecten zijn bij het presenteren
Gedragsleer GL 1.1 Bronnen voor de 1. Beschrijven hoe de menswetenschappen filosofie, psychologie,
verpleegkundige antropologie, pedagogiek en sociale invloed uitoefenen op het
professionaliteit (lessen denken over, en handelen in het verpleegkundig beroep
uit de verschillende 2. Benoemen welke kenmerken professionaliteit heeft binnen de
menswetenschappen beroepsuitoefening en voor welke aspecten van professionaliteit de
menswetenschappen van belang zijn
GL 1.2 1. Kenmerken van de verschillende menswetenschappen herkennen
Menswetenschappen in binnen verpleegkundige professionaliteit
de verpleegkundige 2. Je vanuit verschillende menswetenschappen onderbouwing geven
beroepsuitoefening voor verpleegkundige professionaliteit
GL 2.1 Hoe word ik goed 1. Beschrijven welke rol reflectie heeft bij het onder de knie krijgen van
in mijn vak en in andere vaardigheden
vakken? 2. De kenmerken beschrijven van mensen die in een bepaald vak
uitblinken
3. Verschillende leertheorieën onderscheiden
GL 2.2 Hoe help ik 1. Reflectie toepassen op verpleegkundige praktijksituaties
iemand ergens goed in 2. Leerprincipes toepassen in de omgang met patiënten
worden?
GL 2.3 De normale 1. Verwoorden wat de belangrijkste kenmerken zijn van de
ontwikkeling ontwikkeling volgens Piaget, Kohlberg, Freud en Erikson

, 2. Heb je een beeld van de verschillende ontwikkeltaken tot en met de
adolescentie
GL 2.4 De Abnormale / 1. Culturele aspecten benoemen die de ‘beleving’ van ontwikkeling
afwijkende / beïnvloede beïnvloeden
ontwikkeling 2. Uitleggen hoe de lichamelijke, sociale, emotionele en cognitieve
ontwikkeling begrepen moet worden in de context van
Bronfenbrenners bio-ecologische ontwikkelmodel
GL 2.5 Ontwikkeling 1. Binnen verpleegkundig handelen verschillen in
ontwikkelingstheorieën herkennen
2. Beïnvloedende factoren op de ontwikkeling herkennen in de
verpleegkundige beroepsuitoefening

,Inhoudsopgave
VZ 2.1. Vitale functies .............................................................................................................................. 6
VZ 2.2. Als het hart faalt is de zorg nabij ............................................................................................... 12
VT 2.1. Het juiste meten op het juiste moment!................................................................................... 13
VT 2.2. Spaans benauwd! ...................................................................................................................... 16
VT 2.3. Hoe kom ik toch van die dikke, zware benen af? ...................................................................... 19
VT 2.4. Meten is weten en hoe verzorg je oren, ogen en neus............................................................. 22
VT 2.5. Subcutaan injecteren ................................................................................................................ 24
VT 2.6. Intramusculair injecteren .......................................................................................................... 27
GK 2.1. Waar gaat jouw hart van kloppen? ........................................................................................... 29
GK 2.2. Diagnose hartinfarct: wat nu? .................................................................................................. 34
GK 2.3. Je zou er hartkloppingen van krijgen ........................................................................................ 39
GK 2.4. “To pee or not to pee” .............................................................................................................. 44
GK 2.5. Endocrinologie: regulering en interactie van hormonen .......................................................... 48
GK 2.6. Hoe zoet is suikerziekte? .......................................................................................................... 51
GK 2.7. Anatomie en fysiologie: Het spijsverteringsstelsel ................................................................... 55
GK 2.8. Oei, ik groei ............................................................................................................................... 59
GK 2.9. Consult (oefentoets) ................................................................................................................. 64
CS 1.1. Inleiding, waarnemen en interpreteren .................................................................................... 65
CS 1.2. Gespreksvaardigheden: de basis ............................................................................................... 68
CS 1.3. Feedback.................................................................................................................................... 69
CS 1.4. Non-verbale communicatie; voorstellen en informeel contact ................................................ 71
CS 1.5. Communicatie modellen en typen ............................................................................................ 72
CS 2.1. Gespreksvaardigheden: Vervolg ................................................................................................ 73
CS 2.2. Slechtnieuwsgesprek en adviesgesprek .................................................................................... 74
CS 2.3. Interculturele communicatie ..................................................................................................... 76
CS 2.6. Presenteren ............................................................................................................................... 77
GL 1.1. Bronnen voor de verpleegkundige professionaliteit (lessen uit de verschillende
menswetenschappen) ........................................................................................................................... 78
GL 1.2. Mensenwetenschappen in de verpleegkundige beroepsuitoefening....................................... 80
GL 2.1. Hoe word ik goed in mijn vak en in andere vakken?................................................................. 82
GL 2.2. Hoe help ik iemand ergens goed in worden? ............................................................................ 83
GL 2.3. De normale ontwikkeling .......................................................................................................... 85
GL 2.4. De abnormale / afwijkende / beïnvloedende ontwikkeling? .................................................... 85
GL 2.5. Ontwikkeling.............................................................................................................................. 90

, VZ 2.1. Vitale functies
Leerdoelen

1. Vitale functies beoordelen
2. Diverse meetinstrumenten toepassen met betrekking tot het meten van de vitale functies

Vitale functies

 Ademhaling
 Circulatie (hartslag/bloeddruk)
 Temperatuur
 Bewustzijn

Indicatie voor het meten van vitale waarden
 Uitgangswaarde(n) bepalen bij opname
 Verandering in toestand zorgvrager
 Voorafgaand aan procedure/ingreep
 Voor/na toediening van medicament of (bloed)-product

Ademhaling
 4 kwaliteiten van ademhaling
o Frequentie
 Hoe groot is het aantal in- en uitademingen per minuut?
 Kinderen vanaf 0 t/m 11 jaar hebben een hogere frequentie
o Diepte
 Is er sprake van een oppervlakkige of diepe ademhaling?
o Regelmaat
 Is de ademhaling regelmatig?
o Ademhalingspatronen
 Is er een steeds terugkerend patroon in de ademhaling?
 Ademhalingspatronen
o Apneu
 Afwezigheid van ademhaling
o Dyspneu
 Benauwdheid / kortademig
o Hyperventilatie
 Overademhaling  Langdurig diep ademhalen
o Kussmaulademhaling
 Zeer diepe, ononderbroken en regelmatige ademhaling
die ontstaat bij een zorgvrager met ernstig ontregelde
diabetes
 Ontstaat door verzuring van het lichaam
o Cheyne-stokesademhaling
 Diepte van de ademhaling neemt eerst toe, daarna af en stopt dan even
 Komt voor bij een verminderde pompfunctie van het hart bij
slagaderverkalking in de hersenen en bij stervende zorgvragers
o Zuchtende ademhaling
 Regelmatige ademhaling met af en toe een zucht

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper pietblom. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,46. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 68175 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Begin nu gratis
€6,46  4x  verkocht
  • (1)
In winkelwagen
Toegevoegd