Nederlands Theorie Leesvaardigheid
Leesvaardigheid: Inleiding leesvaardigheid
Leesdoel Lees- Aanpak
strategie
Bekijk bij een boek:
Titel, flaptekst, inhoudsopgave,
- Onderwerp vaststellen Oriënterend voorwoord, auteur
- Snel bepalen of een lezen Bekijk bij een artikel:
tekst voor jou bruikbaar is Titel, lead, eerste alinea,
tussenkoppen, illustraties, laatste
alinea, auteur, publicatieplaats
Lees de voorkeursplaatsen (eerste
- Deelonderwerpen Globaal alinea’s en laatste alinea’s en eerste
vaststellen lezen en laatste zinnen van tussenliggende
alinea’s), let op de tussenkoppen en
witregels
Lees de tekst helemaal. Stel de
- De tekst helemaal goed betekenis van moeilijke woorden vast.
begrijpen Intensief Zoek naar kernzinnen van alinea’s en
- De hoofdzaken van de lezen naar signaalwoorden die verbanden
tekst vinden aangeven (middenstuk). Bepaal de
hoofdgedachte (inleiding/slot).
Kijk naar anders gedrukte woorden
- Bruikbare informatie Zoekend (vet, cursief, onderstreept). Let ook op
vinden lezen opvallende tekens (bolletjes,
nummeringen, sterretjes enzovoort).
Stel vast: Is de informatie juist, volledig
en niet eenzijdig? Is de auteur
- De betrouwbaarheid van deskundig en onpartijdig? Noemt de
de informatie en de auteur bronnen? Hoe actueel zijn
argumentatie in een tekst Kritisch lezen deze? Geeft de auteur voldoende
beoordelen onderbouwde argumenten? Noemt
een weerlegt de auteur belangrijke
tegenargumenten? Bevat de tekst
drogredenen?
Lees de tekst oriënterend, globaal en
- De inhoud van een tekst Studerend intensief. Maak overhoorvragen. Maak
onthouden lezen een uittreksel. Probeer of je de
bedachte vragen kunt beantwoorden.
Lees je uittreksel enkele malen door.
Voor welke lezers een tekst bedoeld is, kun je zien aan:
- Het onderwerp - Het taalgebruik
- De inhoud - De toon
- De bron - De lay-out
, Schrijfdoel Functie Tekstsoorten
Lezers vermaken
door iets leuks of
Amuseren interessants te -
vertellen
Uiteenzetting, handleiding,
Lezers vertellen wat gebruiksaanwijzing, instructie,
er gebeurd is of recept, studieboek,
Informeren gebeuren gaat; informatieve folder, rapport,
lezers uitleggen hoe nieuwsbericht, familiebericht
iets in elkaar zit (geboorte, huwelijk,
overlijden), notulen
Lezers de Beschouwing, recensie
gelegenheid geven (bespreking van een boek,
Opiniëren zich een mening te film, toneelstuk, cd), verslag,
vormen over een discussiestuk
onderwerp
Lezers met Betoog, ingezonden brief,
Overtuigen argumenten redactioneel commentaar,
overhalen tot een column
bepaalde mening
Lezers aanzetten om Reclamefolder, brochure,
Activeren iets te gaan doen direct mail, advertentie,
affiche/poster, flyer
Leesvaardigheid: Tekstopbouw
De inleiding van een tekst bestaat vaak uit de eerste twee à drie alinea’s en valt te
herkennen aan de volgende kenmerken:
Inhoudelijke kenmerken inleiding:
1. De inleiding van de tekst trekt de aandacht van de lezer met behulp van:
- De actualiteit (bijv. de aanleiding om de tekst te schrijven)
- De geschiedenis (door een situatie in het verleden te vergelijken met nu)
- Een anekdote (een kort, grappig, meestal waargebeurd verhaaltje)
- Een voorbeeld
- Het belang voor de lezer (door het nut van de tekst te laten zien)
2. De inleiding geeft aan wat het onderwerp van de tekst is.
3. De inleiding geeft soms de opbouw van de tekst aan.
Typografische kenmerken inleiding:
1. Witregels scheiden de inleiding van het middenstuk.
2. De inleiding is gecursiveerd of vetgedrukt.