1. Een datamatrix is een rechthoekig blad met rijen en kolommen, waar alle verzamelde
gegevens worden ingevuld. In de cellen kun je verzamelde gegevens per eenheid invullen.
2. Een variabele is een eigenschap van een object dat in waarde kan veranderen. Bijvoorbeeld
leeftijd.
3. In een categorie van een variabele zitten alle mogelijke waarden die deze kan aannemen.
Bijvoorbeeld bij leeftijd is de categorie jaren.
4. Het meetniveau geeft aan in welke maten je de waarden die je aan een categorie hebt
toegekend, kunt gebruiken om te rekenen.
Nominaal: Dit meetniveau is opgebouwd uit losse categorieën. Als er slechts 2 opties zijn
noem je het dichotoom nominaal.
Ordinaal: Ordinaal meetniveau is iets hoger dan nominaal, het zijn wel lossen categorieën
maar met een bepaalde rangorde.
Interval: De intervallen tussen twee categorieën zijn gelijk. Je kunt hier mee rekenen. Als je
een Likertschaal hebt dan maak je van ordinaal interval. Als je dan meerdere stellingen hebt
tel je de scores op. De samengestelde factor wordt dan op interval niveau geanalyseerd.
Geen nulpunt.
Ratio: Een ratio is het beste om mee te rekenen omdat je gelijke, betekenisvolle
verhoudingen hebt.
5. Een hypothese is een toetsbare veronderstelling van de uitkomst van een onderzoek.
6. Een relatieve frequentieverdeling is als je in een tabel aangeeft hoe vaak iets voorkomt en er
ook bij zet hoeveel procent dit van het totaal is.
7. In een kruistabel kun je twee frequentieverdelingen tegen elkaar uitzetten. Rijpercentages
zijn de percentages van de variabele van de rij, kolompercentages zijn de percentages van de
variabele in de kolom.
8. Centrummaten: Modus; Meest voorkomende categorie. Mediaan; middelste categorie
(50%). Gemiddelde
9. Wat je van een kenmerk wil laten zien en welk meetniveau het kenmerk heeft.
10. Staafdiagrammen, spreidingsdiagrammen en lijngrafieken.
Clusteren is aparte staven van 2 variabelen naast elkaar plaatsen
Stapelen is de gegevens van 2 variabelen in 2 staven op elkaar doen.
11. Spreidingsgrafiek
12. Lijngrafiek
2
1. A. Het zijn allemaal meerkeuzevragen. Ze zijn identiek
b. omcirkelen
c. hoe het in bijlage 1 staat.
2. a. In de rijen staan de antwoorden op alle vragen per persoon
b. in de kolommen staan alle antwoorden op 1 vraag.
c. man
d. 63,75
e. 25%
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper gzwsgenstudent. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.