Samenvatting
Samenvatting Huid En Huidderivaten
- Instelling
- Universiteit Utrecht (UU)
samenvatting van de hoorcolleges, werkcolleges en de emodules samen met afbeeldingen.
[Meer zien]Voorbeeld 4 van de 53 pagina's
Voorbeeld 4 van de 53 pagina's
In winkelwagengesponsord bericht van onze partner
Verkoper
Volgen
Voorbeeld van de inhoud
Werkcolleges HHWerkcollege 1
Opdracht 1 Thermoneutrale zone
a) Hoe staan de omgevingstemperatuur, lichaamstemperatuur en metabole
snelheid met elkaar in verband? Wanneer spreek je van homeothermie en
thermoneutrale zone? (Tip: teken een grafiek).
Rode lijn= lichaamstemperatuur
groene lijn = metabole activiteit
zwarte zone = homeothermie zone
blauwe zone = thermoneutrale zone (geen metabole aanpassingen van
dier nodig -> pili errectie, vasoconstrictie en dilatatie)
homeothermie = wanneer met hijgen en metabole activiteit de
lichaamstemperatuur wordt gehandhaafd.
b) Welke thermoregulatiemechanismen kunnen actief zijn bij een dier in rust bij
omgevingstemperaturen:
1) lager dan de Lower Critical Temperature (< LCT)
Rillingen, vasoconstrictie van oppervlakkige bloedvaten, verhoogd metabolisme, vet verbranding
2) tussen de Lower en Upper Critical Temperature (LCT - UCT)
vasoconstrictie en dilatatie, pilo errectie, basaal metabolisme
3) boven de Upper Critical Temperature (> UCT)
Zweten, vasodilatie oppervlakkig, hijgen
c) Door welke factoren verschilt bij jonge dieren de breedte van de homeothermiezone met die van
volwassen dieren?
jonge dieren hebben bruin vet waardoor ze zichzelf warm kunnen houden dat hebben volwassen
dieren niet, maar jonge dieren zijn wel meer afhankelijk van omgevingsfactoren.
jonge dieren hebben minder percentage water, dus minder oploscapaciteit van warmte.
LCT schuift naar rechts, UCT blijft ongeveer hetzelfde omdat de manieren van warmte afdracht niet
veel verschillen van volwassen dieren.
d) De thermoregulatie ligt niet zozeer vast als dat deze afhankelijk is van de fysieke staat van een
dier. Hoe zal bij onderstaande dieren de LCT en UCT zijn verplaatst, ten opzichte van een gezond
volwassen dier van die soort? Leg uit.
- Een hond met obesitas -> LCT en UCT lager, verschuiving naar links, deze dieren hebben het sneller
warm maar minder snel koud. Vet houdt warmte vast, extra isolatie.
- Een kat met linker hartfalen -> energie nodig voor het hart om te pompen, nauwere zone kan niet
meer goed bloed circuleren. UCT omlaag en LCT hetzelfde. Critical temperature wordt gemeten in
kern van het dier.
,- Een paard met hypothyreoïdie -> metabolisme lager, kan wel hogere temperaturen aan. UCT hoger
(want minder snel metabolisme actief) en LCT hoger, grafiek verschuift naar rechts.
- Een neonataal lammetje -> LCT hoger en UCT lager, heeft BAT, minder metabole activiteit.
- Een hoogproductieve melkkoe -> hoog metabolisme, produceert veel warmte, verschuiving naar
links. LCT lager, UCT lager
(Tip: maak een overzichtelijke tabel waarin met ++ of -- wordt aangegeven of de LCT en
UCT hoger of lager ligt.)
Opdracht 2 Warmteoverdracht
- Bekijk ter inleiding op deze opdracht de video over de pinguïns op Bb. Dieren die in groepen leven
tonen in groepsverband gedrag dat te maken heeft met thermoregulatie.
a) Verklaar het gedrag van de pinguïns uit de video aan de hand van de verschillende manieren van
warmteoverdracht.
ze staan dichtbij elkaar zodat het effectieve oppervalk verkleint en raken ze minder warmte kwijt aan
omgeving.
ze bewegen in de groep om zichzelf warm te houden
jonge dieren blijven onder moeder om warm te houden
voeten van de grond om verlies van warmte via grond te vermijden
Op heel warme zomerdagen kan het voorkomen dat je bij schapen hetzelfde gedrag waarneemt, dat
ze in een groep dicht tegen elkaar gaan staan.
b) Hoe kun je dit gedrag van de schapen verklaren aan de hand van verschillende manieren van
warmteoverdracht.
krijgen schaduw van elkaar, effectieve oppervlak waar zon op schijnt vermindert
c) Zou je adviseren om de schapen direct te scheren, als voor de volgende dagen extreem warme
temperaturen (35-40°C) worden voorspeld? Waarom wel of niet?
niet, de isolerende werking van wol voorkomt dat schapen snel warmte opnemen en met de wol
verbranden ze niet.
Opdracht 3 Ectothermie
Ectotherme dieren zijn afhankelijk van hun omgeving voor lichaamswarmte.
a) Wat is een voordeel en een nadeel van ectothermie?
voordeel: de dieren hoeven zich niet aan te passen, ze gaan mee met de omgevingstemperaturen,
geen energie nodig
nadeel: afhankelijk van de omgeving
b) Teken in het figuur van groep 1 hoe de lijnen in de grafiek lopen
die passen bij een poikilotherm ectotherm dier.
c) Op welke manieren kan een ectotherm dier zijn
lichaamstemperatuur regelen? Welke gevolgen heeft dit voor de
huisvesting (waar moet een terrarium voor een reptiel aan
voldoen)?
,Liggen onder zon of warmte lamp (radiatie en conductie) met steen eronder, modderbad tegen
verbranden, water
d) Kan een reptiel koorts krijgen?
nee want ze hebben geen set point om te verplaatsen, maar ze kunnen wel warmte opzoeken bij een
infectie en dan een hogere lichaamstemperatuur aanhouden dan normaal.
Opdracht 4 Oververhitting hond
- Bekijk ter inleiding op deze opdracht de video op Bb.
- Als achtergrondinformatie kun je ook gebruik maken van het artikel op Bb
a) Wanneer de omgevingstemperatuur stijgt tot boven de lichaamstemperatuur, op welke manier
kan een dier dan warmte verliezen?
hijgen, vasodilatatie, zweten via voetzolen
De hond in de video is aan het hijgen/panten om zijn lichaamstemperatuur niet te hoog op te laten
lopen.
b) Van welke omgevingsfactoren hangt de efficiëntie van warmteverlies door verdamping af?
Waardoor raakt de hond in de auto oververhit?
luchtvochtigheid, temperatuur, geen convectie (stromende lucht), oppervlakte
c) Vergelijk respiratoire (hond) en cutane (paard) verdamping met elkaar. Welke vorm is de meest
efficiënte manier om warmte te verliezen en waarom? (Tip: gebruik de grafiek in de powerpoint)
Hijgen kost veel energie maar efficiënter bij hogere luchtvochtigheid en verlaagt dan de
luchtvochtigheid in de hond, bij het paard verdampt het zweet van de huid dat kost minder energie
en cutane gaat over groter oppervlak. Maar voor elk diersoort is iets anders beter.
d) Welke behandeling zou je als dierenarts instellen, wanneer een eigenaar met een oververhitte
hond (apathisch, sterk hijgend, droge tong, gedesoriënteerd) aankomt bij de dierenkliniek?
vocht infuus langzaam, verkoeling huid, water maar niet in een keer veel
e) Wat is de prognose voor deze oververhitte hond?
slecht, ligt eraan hoelang het dier oververhit is
Opdracht 5 Acclimatisatie en inspanning
De circulatie transporteert O2 naar de weefsels toe en voert CO2 af.
Daarnaast heeft de circulatie ook een belangrijke functie in het afvoeren
van geproduceerde warmte naar de periferie, zodat deze aan de
omgeving afgegeven kan worden.
a) Welk ‘conflict’ ontstaat er voor het circulatiestelsel bij langdurige
zware inspanning in warme omstandigheden?
door vasodilatatie gaat het bloed langzamer stromen om meer warmte af
te geven en dat zorgt ervoor dat er minder zuurstof wordt
getransporteerd. En er moet meer bloed naar de spieren bij inspanning
dan naar de huid.
Lees het kopje “Pathophysiology of heatstroke” uit het artikel op Bb.
b) Hittestress kan leiden tot Multiple Organ Dysfunction Syndrome, leg dit uit.
overmatig vochtverlies -> bloeddruk omlaag (door verwijde vaten) -> shock -> dysfunctie van
organen
, Een dier heeft ongeveer 10 tot 20 dagen nodig om te acclimatiseren om beter te kunnen presteren
tijdens inspanning in warme omstandigheden.
c) Op welke manieren zou een dier zich kunnen aanpassen aan warme omstandigheden?
vacht verlies, meer water drinken, modderbad nemen, schaduw zoeken
WERKCOLLEGE 2 - WONDGENEZING
Opdrachten – Casus Paarden met wonden.
Op een zomerse middag wordt u gebeld door een stalhouder die meldt dat er verschillende paarden door de
omheining zijn gerend. De eigenaar heeft het niet zien gebeuren en weet ook niet wat de toedracht is geweest.
U spoedt zich naar de stal en treft daar 2 paarden aan met verwondingen:
Paard 1: Een 6 jarige merrie die op de rechter boeg een forse winkelhaakvormige huidwond heeft en aan
dezelfde zijde een forse verwonding mediaal van het kniegewricht, waar pulserend bloed uit stroomt
Paard 2: Een 2 jarige ruin heeft dorsomediaal op het pijpbeen rechtsachter een wond van 4 bij 6 cm met zicht
op het bot. Verder heeft dit paard een rafelige snede dorsaal op het kootgewricht
LET OP: Op Blackboard staan afbeeldingen van de wonden gepubliceerd.
1. Welk paard krijgt als eerste uw aandacht en hoe pakt u dat aan?
paard 1; zorgen voor haemostase. Bevinden van lichamelijk onderzoek; hoe
hoger de ademhaling en pols, de te plakkeriger de slijmvliezen. Bij acute
bloeding blijven de slijmvliezen in eerste instantie nog roze en blijft hematocriet
normaal, als het paard in shock raakt, worden de slijmvliezen bleek.
bloedend bloedvat afbinden, manuele compressie, tourniquet, drukbandage.
geven van een infuus.
2. Hoe verloopt uw wondonderzoek en kunt u per paard aangeven waar u
specifiek op zou letten?
inspectie, palpatie en sonderen van wondgebied. Controleren op betrokkenheid van gewrichten. Belangrijk
is: leeftijd van de wond(golden period is 6 uur, hierna wond beschouwd als geïnfecteerd), locatie van wond,
betrokkenheid van essentiële structuren, aanwezigheid corpora aliena, steriele gewrichtspunctie.
3. Zijn de wonden geïnfecteerd? Zo ja: waarom? Zo nee, waarom niet?
de wonden zijn gecontamineerd maar nog niet geïnfecteerd.
traumatisch opgelopen wonden zijn gecontamineerd maar nog niet geïnfecteerd. Infectie treedt op als
bacteriën zich gaan vermenigvuldigen en dat begint gemiddeld 6 uur na verwonding.
geïnfecteerde wonden zijn vies of kunnen necrotisch weefsel of corpora aliena bevatten.
4a. In de wondgenezing onderscheiden we verschillende methoden van wondbehandeling, zoals per primam
of per secundam. Wat houden deze methoden in en welke behandeling kiest u per paard? Motiveer uw
keuze.
per primam = hechten; zou kunnen bij paard 2, borstwond kan ook geprobeerd worden te hechten. Maar
de beenwond kan nog openspringen bij paard 2 en dan per secundam.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lmwijker. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,00. Je zit daarna nergens aan vast.
Is Stuvia te vertrouwen?
4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)
Afgelopen 30 dagen zijn er 67866 samenvattingen verkocht
Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen