Classificatie: methode die gebruikt wordt voor het indelen van dieren
Taxonomie: methode van de karakteristieken en het naamgeven van organismen met het oog
op de classificatie
Taxon: een groep soorten
Fylogenie: een methode dat rekening houdt met de evolutionaire geschiedenis van de
diersoorten
Cladistiek: vorm van classificatie die organismen in taxa groepeert op basis van de fylogenie
Clade: groep verwante soorten
Cladogram: de fylogenie en de evolutionaire verwantschap met overige clades wordt grafische
weergegeven
Systematiek: studie dat evolutionaire verwantschappen omvat (fylogenie), samen met hun
naamgevig (taxonomie) en hun classificatie (cladistiek)
Geschiedenis
Linnaeus introduceerde het systeem van de binominale nomenclatuur
Verschillende soorten werden gegroepeerd in een geslacht (=genus)
Alle taxonomische rangen boven het genusniveau worden nier in cursief weergegeven, maar
blijven hun hoofdletter behouden
o Genus species
o Canis lupus
o Canis sp
Trinominale naam
o Genus species subspecies
o Canis lupus familiaris
Clades
Monofyletische groep: alle groepsleden zijn verwant met elkaar en zijn te herleiden tot 1
gemeenschappelijke voorouder
Parafyletische groep: omvat de meest recente gemeenschappelijke voorouder van alle
groepsleden, maar niet alle nakomelingen van deze gemeenschappelijke voorouder
Polyfyletische groep: groepeert verschillende organismen, maar omvat niet de meest recente
gemeenschappelijke voorouder van deze organismen
, Cladogram
Dichotoom vertakkingspatroon: uit een gemeenschappelijke voorouder mogen er maar 2
takken vertrekken gescheiden door een knooppunt
De oriëntatie van het cladogram is willekeurig
Zustergroepen: 2 clades die nauw verwant zijn aan elkaar en waartussen geen extra clades meer
geplaatst kunnen worden
Outgroep: zustergroep dat geen onderwerp is van het onderzoek, maar die wel voorkomt in het
cladogram
Reconstructie van de fylogenie
Lijst opstellen van de verschillende soorten organismen
Lijst opstellen van homologe kenmerken
o Kenmerken die duidelijk vanuit een gemeenschappelijke voorouder evolutionair verworven
zijn
o Convergente evolutie kan leiden tot zeer gelijkaardige kenmerken die verworven zijn door
een gelijkaardige selectie druk, en dus niet door een gemeenschappelijke voorouder. Deze
kenmerken worden analoge kenmerken (gelijkenis in functie) of homoplasie (gelijkenis in
vorm) genoemd
De meer recentere, gemeenschappelijk verworven kenmerken waarmee men zich kan
onderscheiden zijn bruikbaar in het bepalen van evolutionaire verwantschap. Deze kenmerken
worden apomorfie genoemd bv levendbarend
o Plesiomorfie: een kenmerk dat een minder recent, gemeenschappelijk kenmerk is waarmee
men zich kan onderscheiden bv eierleggend
Synapomorfie: een recent aanverworven kenmerk dat door meerdere, maar niet alle, groepen
die onderwerp uitmaken van de studie gedeeld worden
Autoapomorfie: een kenmerk dat recent verworven is, maar slechts voorkomt bij 1 groep
binnen de studiegroep
Omgekeerde evolutie: diersoorten verwerven soms een kenmerk, maar verliezen het erna weer
in latere evolutie (de voorouders van slangen hadden vroeger 4 poten)
Bepalen van de polariteit: wat is de apomorfie en wat is de pleisomorfie
o Is het oude kenmerk het hebben van geen staart of is het oude kenmerk het hebben van een
staart
o Hierdoor is het belangrijk om een outgroup in rekening te brengen
Maximale spaarzaamheid: de meest aannemelijke fylogenetische stamboom is die dat verklaard
kan worden adhv het laagst mogelijke aantal evolutionaire veranderingen/ zo weinig mogelijk
homoplasieën
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper emmahermans1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,99. Je zit daarna nergens aan vast.