Professionele Opvoeders
Hoorcollege 1 – Gehechtheidstheorie op professionele
opvoeders
Er zijn drie microsystemen die door
de colleges worden behandeld,
namelijk: kinderopvang, jeugdzorg
& school.
De Gehechtheidstheorie
Volgens Bowbly willen kinderen zich hechten aan hun ouders. Ze vinden
de affectieve/emotionele zorg belangrijk. Bowbly experimenteerde met
aapjes die weggehaald zijn bij hun moeder en geplaatst zijn bij een
surrogaatmoeders. Waarvan een surrogaatmoeder kaal is en voor voeding
zorgt en de andere surrogaatmoeder warm en zacht is, maar zonder
voeding. Als er sprake was van bedreiging, bleek dat het aapje ging
vluchten naar de warme en zachte moeder, en het grootste deel van de
dag was het aapje bij de warme en zachte moeder. Dit experiment liet
zien hoe belangrijk de affectieve zorg is en dat het niet alleen meer gaat
om basisbehoeftes, zoals eten.
- Ainsworth kwam met een nieuw experiment gebaseerd op die van
Bowbly, namelijk “de vreemde situatie procedure”. Dit experiment
meet hoe gehecht een kind is aan hun moeder, een kind werd
gescheiden van hun moeder en er werd gekeken hoe een kind
hierop reageerde (in combinatie met een vreemde).
- Er zijn vier typen gehechtheid, volgens Ainsworth:
1
, 1) Veilige hechting:
o Het kind durft te exploreren in de aanwezigheid van de
moeder;
o Kind kan protesteren bij vertrek van de moeder;
o Het kind is soms troostbaar door de onbekende;
o Kind reageert positief op terugkomst door moeder, laat
zich troosten door moeder en dan is het weer goed.
2) Vermijdende hechting:
o Kind toont niet veel exploratie en is weinig gericht op de
moeder in de situatie dat ze in de onbekende ruimte
zitten, met de onbekende persoon;
o Geen emoties als de moeder weg gaat;
o Niet veel verschil hoe die reageert op de onbekende
persoon;
o Als de moeder terugkomt, dan zoekt het kind geen
contact op en ontwijkt de moeder.
3) Ambivalente hechting:
o Weinig exploratie in aanwezigheid van moeder;
o Extreem emotionele reactie als moeder weggaat;
o Niet troostbaar door onbekende;
o Terugkomst van moeder is kind heel claimed, passief of
boos op moeder als ze toenadering zoekt.
4) Gedesorganiseerde hechting (geassocieerd met
verwaarlozing en mishandeling)
o Sterk in de war als moeder weggaat en als moeder
terugkomt, zoals verstijving of zelftroostend gedrag
(heen en weer schommelen). Kan gezien worden als
stressvol gedrag;
o Kind vertoond inconsistente gedragingen, je kan niet
zien of kind blij of niet blij is. Kind benaderd ouder met
de rug;
o Niet veel exploratie want kind is chronisch bang.
2
,Intern werkmodel
Het zijn van een sensitieve ouder heeft gevolgen voor de mentale
representatie van een kind. Dit is het intern werkmodel, wat gaat over
jezelf en de sociale wereld. Ben jij de moeite waard (zelfwaardering) en
kun je andere vertrouwen (emotionele veiligheid). Als je deze twee punten
bezit, dan kun je de wereld gaan exploreren en dingen gaan ontdekken,
wat uiteindelijke gevolgen heeft voor de sociaal-emotionele, het gedrag en
het cognitief. Dit model laat zien waarom de relatie met ouders belangrijk
is voor een kind.
Kunnen relaties met professionele opvoeders (leerkrachten, pedagogisch
medewerkers, groepsleiders) gezien worden als een gehechtheidsrelatie?
De relatie met de professionele opvoeder is geen gehechtheidrelatie,
omdat die niet langdurig en exclusief is. Tegelijkertijd, kan het een
gehechtheidsrelatie zijn onder bepaalde voorwaarden.
Een gehechtheidsrelatie is “…a relatively long-enduring tie in which the
partner is important as an unique individual and is interchangeable with
none other” (Ainsworth, 1989). Het is dus een speciale emotionele
(affectieve) band die:
3
, - Een duurzaam, exclusief (uniek) karakter heeft: je hebt een
langere tijd een relatie met degene. Met een leerkracht zit je
bijvoorbeeld maar één jaar met elkaar in de klas, hierdoor is deze
relatie anders dan met je ouder. Het is exclusief, omdat de relatie
tussen jou en de opvoeder uniek is. Terwijl een leerkracht vaak een
hele groep kinderen heeft om mee om te gaan.
- Niet per definitie wederkerig: het kind zoekt steun en veiligheid
bij de ouder, maar de ouder doet dit niet bij het kind, mits het een
gezonde relatie is.
- Een belangrijke context biedt voor het (leren) reguleren van
emoties.
Het unieke aan een gehechtheidsrelatie, ten opzichte van een andere
relatie, is dat het meer is dan een affectieve band. Het onderscheidende
kenmerk is dat één van de twee veiligheid zoekt bij de ander, waarbij
romantische relaties je dat allebei doen.
Relaties met professionele opvoeders als gehechtheidsrelaties
(Verschueren & Koomen, 2012)
De relatie met een professionele opvoeder is niet langdurig, het is soms 1
– 2 jaar. Daarnaast is het niet exclusief, professionele opvoeders hebben
namelijk te maken met een grote groep kinderen. Ondanks dat zijn er toch
gelijkenissen, er is een vergelijkbare reactie bij kinderen in tijden van
stress.
- Veilige haven: in tijden van stress zoek je nabijheid bij de
gehechtheidsfiguur. Als je valt, zoek je de gehechtheidsfiguur op,
wat zorgt voor troost (mits je veilig gehecht bent).
- Veilige basis: als de gehechtheidsfiguur aanwezig is, dan voelt een
kind zich veilig om de omgeving te exploreren en de omgeving te
ontdekken.
De veilige haven en basis zien we terug bij de kinderopvang bij jonge
kinderen en kleuters, die voor het eerst naar school gaan en in de pauze
bij de juf blijven.
4