POLITIEK EN BELEID SV VAN ARTIKELEN
W1: Essay Arjen Boin
POLITIEKE BELOFTEN EN IDEALEN
Politieke idealen: beloften aan de kiezer over een bepaald soort staat en maatschappij die ze mogen
verwachten.
Na het maken van de beloften tijdens verkiezingen, maar ook nu tijdens persconferenties over de
coronacrisis, komt vaak weinig terecht van de beloftes. Deels speelt hier mee dat er altijd vanuit een
coalitie geregeerd wordt en er dus wel compromissen moeten worden gesloten.
Om te kijken en te weten te komen waarom de overheid doet wat ze doen, moet je kijken naar
beleid.
Beleid: de term beleid verwijst naar de combinatie van intenties en acties die politici en ambtenaren
inzetten om politieke beloften gestalte te geven. Beleid bepaalt hoe burgers, bedrijven en andere
landen de politieke idealen en beloften van politici ervaren.
Politiek beslist (=intentie), ambtenaren voeren uit (=actie).
DOEL VAN DE COLLEGEREEKS
Beleid: beleid is de verzamelnaam voor alle voornemens, keuzes en acties van een of meer
bestuurlijke instanties die zijn gericht op de sturing van bepaalde maatschappelijke ontwikkelingen.
- Beleid als voornemen
- Beleid als een dominante richtsnoer voor handelen
- Beleid als software waarop de overheid draait
Kenmerken van beleid:
1. Gaat over problemen
2. Biedt de oplossingsrichtingen
3. Bevat voorgeschreven handelingen en geboden
Beleid werkt op verschillende manieren:
1. Gericht op verdelen van middelen
2. Gericht op herverdelen van middelen
3. Gericht op reguleren
4. Gericht op institutionaliseren
5. Gericht op faciliteren
6. Gericht op stimuleren van gedrag
Formeel beleid: wetten, plannen en beleidsnota van bijvoorbeeld gemeentes of universiteiten.
Informeel beleid: gewoonten en praktijken die niet op papier staan. ‘zo doen wij dat nu eenmaal
hier’.
,IDEAALTYPE: SOMS WERKT BELEID HEEL GOED
Na WO2 verschillende voorbeelden te noemen van het maken van goed beleid.
Voorwaarden goed beleid: het moet….
1. Effectief zijn. Het gewenste resultaat moet worden gebruikt.
2. Efficient zijn. Niet te hoge kosten, te veroorloven.
3. Legaal zijn. Wetten mogen niet worden overtreden.
4. Legitiem zijn. Burgers moeten vertrouwen hebben in het beleid, anders gaat het gebeuren en
werken.
Hoe maak je goed beleid:
1. Technocratische benadering. Rationeel beleid maken. Beleid moet evidence based zijn.
Rationele beleidsmodel.
a. Verzamel alle benodigde info, identificeer alle opties, bekijk de consequenties,
beoordeel de consequenties, maak een keuze voor de beste oplossing.
2. Doormodderen: stapje voor stapje vooruit. Het rationele beleidsmodel werkt vaak niet.
Steeds iets proberen en anders weer verwerpen. Vallen en opstaan.
a. Consensus over doelen, weten we wat mensen moeten doen, voldoende tijd en
middelen. We zijn eigenlijk niet zo rationeel. Veel conflicten. Oplossingen kunnen wel
verzonnen worden maar moeten ook nog worden uitgevoerd.
HOE WE BELEID BESTUDEREN: HET FASEMODEL
Beleidscyclus:
1. Probleem krijgt politieke aandacht
2. Probleem bereikt de politieke agenda
3. Beleid wordt geformuleerd
4. Beleid wordt gemaakt
5. Beleid wordt uitgevoerd
6. Evaluatie
7. Heeft het beleid gewerkt? Is dit de oplossing?
8. Stap 1
DE AMBITIE VOOR ONS ALLEMAAL: BETER BELEID MAKEN
Dit ondermijnt de capaciteit van de overheid om kwalitatief hoogwaardig beleid te maken:
1. Verlies vertrouwen in de politiek
a. Versplintering van het electoraat, individualisering en ontzuiling
b. Veel politieke partijen
c. Mediatisering
d. Onrealistische verwachting van burgers
2. Uitgeholde staat
a. Minder zeggenschap van staat door globalisering
b. De staat heeft minder te besteden door COVID-19
,W1: Framing en reframing in het klimaatdebat, Bruijn,
Bueren en Kreiken
Taal speelt een belangrijke rol in het begrijpen en interpreteren van onze wereld. Met taal kun je
lezers of luisteraars sturen in een bepaalde richting, framing.
Een ontvanger heeft een referentiekader dat bestaat uit eerder verkregen informatie, emoties en
gebeurtenissen. Als de ontvanger iets hoort komt dit in het referentiekader. De zender probeert
zodanig te spreken door bijvoorbeeld metaforen te gebruiken, dat dit door de ontvanger in een
bepaald referentiekader komt.
Kenmerken framen:
1. Een inherente logica: verklaart een verschijnsel
2. Bewuste keuze van woorden, definities en zinsdelen probeert de zender de ontvanger
ontvankelijk te maken voor zijn beeld van de werkelijkheid en te overtuigen tot bepaalde
interpretaties.
3. Een frame activeert onderliggende waarden.
4. Gebruik taalkundige middelen als metafoor.
5. Herhalen van de boodschap. Zodat de boodschap blijft hangen bij de ontvanger maar ook in
het referentiekader (stickiness).
Hoe meer frames raken aan onderliggende waardes en emoties van mensen, hoe sterker de impact
van het frame.
Frames worden heel erg vaak herhaald. Daardoor is een sterk frame ook moeilijk te weerleggen. Als
een frame ter discussie wordt gesteld is dit vaak in de termen van het gebruikte frame, het frame
wordt dus constant herhaald. Om hier nu iets tegen in te brengen, moet een lange argumentatie
gebruikt worden.
Om een voorbeeld te geven van framing wordt het klimaatdebat gebruikt en daarvan vier frames
besproken.
Frame 1: we verliezen de controle: vanaf 1972 door de Club van Rome. We leven in een systeem
waar talloze variabelen met elkaar verbonden zijn in een dynamisch evenwicht. Door structurele
overbelasting ontstaan veranderingen die niet te voorspellen zijn. Er moet nu actie worden
ondernomen, anders verliezen we de controle. Aanwijzing is de smeltende ijsbergen.
Fight en fly doen mensen niet, dat is niet mogelijk. Je kan niet vluchten voor
klimaatproblemen, droogte en hongersnood achtervolgt mensen. Het bevechten van de
klimaatproblemen gaat ook lastig, de wereldleiders slagen hier nog niet in. Freeze, of bevriezen, is
vaak de reactie. Dit maakt mensen gevoelig voor tegengeluiden over dat de klimaatverandering niet
waar is of beperkt. Daarnaast kan het mensen ook aanzetten om nieuwe oplossingen te zoeken.
Frame 2: we moeten onze kinderen een leefbare wereld nalaten: in dit frame wordt gekeken naar
hoe de wereld wordt achtergelaten aan ons nageslacht. Dit lijkt heel lief. Maar zorgt ook voor een
soort slachtoffers vs schurken. De huidige generatie zijn schurken. Er wordt men een schuldgevoel
aangepraat, terwijl mensen door schuldgevoel vaak hun gedrag niet veranderen.
Frame 3: we moeten zelf veranderen: je eigen gedrag moet veranderen, het begint bij jezelf. Echter
blijkt oproepen tot gedragsverandering weinig effect te hebben. Psychologische theorieen tonen dat
, een combinatie van factoren nodig is om gedrag te veranderen. Daarnaast biedt de culturele
cognitievetheorie ook een verklaring.
Frame 4: we kunnen wetenschappers vertrouwen: vooral op het gebied van klimaatverandering
komen veel onderzoeken op hetzelfde uit. Er is echt een probleem. Hierin moeten we de
wetenschappers geloven.
Conclusie
Een frame reframen is lastig, omdat dit vaak wordt gedaan binnen dezelfde termen van het frame,
waardoor je het frame eigenlijk kracht bijzet.
W1: artikel Weiss
‘problem definition is a package of ideas that includes, at least implicitly, an account of the causes
and consequences of undesirable circumstances and a theory about how to improve them’.
probleemdefinitie is niet een lijst van alle problemen.
Sommige aspecten worden belicht, waardoor andere in de schaduw vallen. Er worden sommige
oplossingen genoemd en andere oplossingen genegeerd.
Aan het begin van de beleidscyclus staat een probleem. Vaak wordt dit probleem niet op een manier
gedefinieerd, door het beleid maken krijgt het probleem verschillende omschrijvingen afhankelijk
van de politieke partij die spreekt. Elke partij wil natuurlijk dat zijn definitie het meest gebruikt
wordt.
Casus in artikel: aan de ene kant is de bureaucratie die steeds meer gegevens van Amerikaanse
burgers wil verzamelen om de democratie en staat te kunnen laten draaien. Aan de andere kant zijn
de Amerikaanse burgers die achterdochtig zijn naar de overheid en niet in hun privacy willen laten
inbreken.
Verandering tussen twee definities:
Definitie 1: Government Intelligence definition: de overheid heeft informatie nodig om alles te
kunnen regelen en overzien. De burgers geven deze informatie af, niet zeuren. Overheid bepaald wat
ze willen weten, burgers moeten niet zeuren en meewerken, twee bedrijven mochten niet eenzelfde
persoon om dezelfde info vragen, dus konden dit uitwisselen.
Definitie 2: Paperwork Reduction definition: kritiek op al het papierwerk dat burgers en de
economie moeten invullen. Kritiek op bureaucratie dat ze zoveel informatie nodig hebben. De
overheid drong binnen bij prive zaken.
Transitie van Government Intelligence to Paperwork Reduction
De overgang van de ene definitie naar een andere definitie gaat niet van zelf. In dit geval werd het
aangezet door president Ford. Hij wilde dereguleren, dit houdt in dat er minder regels komen van de
overheid en burgers en bedrijven meer vrij zijn. In zijn speeches sprak hij dan ook over vrijheid als het
ging om het niet invullen van papierwerk. Ford vond dat minstens 10% van het papierwerk vanuit het