,Inhoud
Colleges..................................................................................................................................................2
Ontwikkelingsspychologie jongvolwassene/adolescent.....................................................................2
Colitis ulcerosa intensieve zorg...........................................................................................................7
Anesthesie........................................................................................................................................12
Epilepsie...........................................................................................................................................15
Intensieve zorg in de psychiatrie......................................................................................................18
Moreel beraad..................................................................................................................................21
Onderzoeksmethodiek.....................................................................................................................22
Verlieservaring bij ouders:................................................................................................................25
Zorgtechnologie................................................................................................................................28
Triple C..............................................................................................................................................29
Zingeving en ethiek in ziekte, lijden en sterven................................................................................33
Terminale zorg/zorg in de stervensfase............................................................................................35
1. de specifieke psychosociale, intellectuele en seksuele ontwikkelingskenmerken van de
vroege, midden- en late adolescentie beschrijven;
2. de risicofactoren, die kunnen leiden tot psychosociale problemen in de adolescentie
beschrijven;
3. benoemen welke specifieke psychiatrische stoornissen in de adolescentiefase zich
kunnen openbaren.
Adolescentie 12-19 jaar.
Leeftijd Cognitieve periode Psychosociale fase Normale vaardigheden
(Piaget) (Erikson)
12-20 jaar Formeel-operationeel Identiteit vs identiteitsverwarring Relaties met het ander
geslacht,
Piaget hield zich bezig Identiteit verwijst naar de relatie beroepskeuze,
met de cognitieve tussen de persoon en context persoonlijke identiteit,
ontwikkeling; (belangrijke anderen in het losmaken van het
Adolescenten zijn bijzonder), en naar kenmerken die gezin, volwassen,
instaat om los van de de persoon een gevoel van verantwoordelijkheden
werkelijkheid te eigenheid en continuïteit geven en
redeneren die de persoon in de ogen van de
ander uniek maakt
Moet je weten voor
de toets! En hierbij de Met name in de leeftijd 10-14 jaar
lichamelijke bouwt een kind aan zijn sociale
kenmerken, te vinden identiteit. Daarbij staat de vraag
in boek; Jeugd centraal; ‘wat vinden anderen van
gezondheidszorg. mij?’
De verbinding tussen bepaalde structuren in de hersenen ontwikkelen zich pas goed in de latere
periode van de adolescentie.
- Het gaat met name om de ontwikkeling van de netwerk structuren en dus de verbindingen
Frontaal kwab; regelen, handelen, bewegen. Binnen in de frontale kwab bevindt zich de;
- Prefrontale schors; plannen, oorzaak en gevolg, nadenken over scenario en omgaan met
impulsen. Deze schors ontwikkelt zich pas in de latere periode van de adolescentie
Identiteitsvorming gaat in fase;
1. Differentiatie (vroege adolescentie); het verschil met de ouders benadrukken
2. Uitvoering (14-16 jaar); uitproberen, denken alles te kunnen, meer naar vrienden luisteren
dan naar volwassen, geen gevaar zien
3. Naderbij komen (late-adolescentie); angst voor een volledige loskomen doet weer naar de
basis terugkeren
4. Versteviging (einde adolescentie); gevoel van eigen identiteit. De jongere heeft,
onafhankelijk van de ouders, politieke en ideologische ideeën ontwikkeld.
, Identiteitsdiffusie; de adolescent heeft al dan niet een crisis doorgemaakt, maar er is geen verbinding
aangegaan met beroep, politiek e.d.
Moratorium; de adolescent is (langdurig) in crisis
Foreclosure of vooruitlogen; de adolescent maakt geen crisis door, maar heeft politieke en
ideologische ideeën die sterk overeenkomen met die van de ouders. Er zijn geen veranderingen in de
ideeën uit de kindertijd; aan die ideeën wordt vrij rigide vastgehouden.
Sommige jongeren komen los te staan van hun omgeving; moeite om identiteit te ontwikkelen. Deze
jongeren nemen dan soms een identiteit aan door deel te nemen aan een groep, waarbij de ideologie
sterk ontwikkeld is (en die afwijkt van de maatschappelijke normen).
- Die identiteit wordt a.h.w. opgezogen uit een bestaande ideologie; zo ontstaat een
opgezogen identiteit
- De opgezogen identiteit kan een aanleiding zijn tot het zich aansluiten bij extremistische
groepen
- Kan komen door de negatieve identiteit; dat gebeurt als de ‘wat vinden anderen van mij?’
met een negatief antwoord wordt beantwoord.
Specifieke ontwikkelingskenmerken
De vroege adolescent;
- Is concreet, opportunistisch; overziet alleen de korte termijn consequenties
- Heeft (veel) moeite met plannen, regelen, controleren en kiezen
- Is nog wat impulsief en heeft moeite met het remmen van het gedrag
- Is meer gericht op positieve dan op negatieve feedback en heeft nog weinig zelfinzicht
- Heeft heftig emoties en snelle stemmingswisselingen
- Vormt vriendschappen op basis van eigenbelang
- Kan blijdschap en boosheid herkennen; heeft moeite met complexere emoties
De midden- adolescent;
- Kan simpele taken plannen en controleren
- Heeft nog moeite met langeretermijn keuzes of -beslissingen
- Kan omgaan met negatieve feedback
- Neemt nog steeds te snel risico’s
- Kent grote problemen met autoriteit en met grenzen stellen
- Heeft nog steeds heftige emoties en snelle stemmingswisselingen
- Is conformistisch en gericht op aanpassing aan de regels van de peergroup
- Zijn leeftijdsgenoten spelen een belangrijke rol; hij is gevoelig voor sociale druk
- Zijn visie op ‘wat kan en wat niet kan’ wordt vooral beïnvloed door leeftijdsgenoten
De late-adolescent, de jongvolwassene
- Heeft betere plannings- en controle vaardigheden, ook voor ingewikkelde taken
- Is in staat om complexere keuzes te maken, ook voor de middellange termijn (maar nog niet
zo goed als oudere volwassenen)
- Is minder geneigd tot risicogedrag
- Heeft steeds meer grip op het eigen doen en laten
- Heeft een sterk toegenomen vermogen tot zelfreflectie en daardoor een vergroot zelfinzicht
- Heeft een groter verantwoordelijkheidsgevoel
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper alishafelz. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,39. Je zit daarna nergens aan vast.