College 1 | Bijzonder strafrecht inleiding
J. de Hullu, Materieel Strafrecht, Kluwer: Deventer 2021, II.1 (p. 59-64)
Historische context
De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden bestond tot 1795. Hierbij waren we
verdeeld in 8 autonome provincies, met 7 vertegenwoordigers in de Staten-Generaal. Alleen
Drenthe mocht niet deelnemen. In de Staten-Generaal werd samengewerkt op thema’s,
verder waren de provincies soeverein. De juridische gevolgen:
Rechtsverscheidenheid
Rechtsonzekerheid
Rechters konden niet vinden welke regels van toepassing waren in een bepaald deel van
NL.
In die tijd was in Frankrijk een koning als machthebber. Rousseau was niet aanwezig bij de
salons van de elite. Zijn verlichte ideeën over de verhouding tussen burger en overheid
werden daardoor populair tijdens de revolutie. Een van de belangrijkste ideeën was het
sociaal contract; burgers moeten minimale vrijheid inleveren en de staat gaat nooit verder de
vrijheid beperken. Ook Becceria en Jeremy Bentham. Ze wisselden ideeën uit.
Bentham kwam met het idee van één codificatie (regels in een samenhangend geheel). Een
belangrijke leer was het utilitarisme: zoeken naar het grootste geluk voor het grootste aantal
personen. Een codificatie moet idealiter voldoen aan:
Rechtszekerheid door het legaliteitsbeginsel
Rechtsgelijkheid door algemene wetten (codificatiebeginsel)
Geen straf zonder schuld (schuldbeginsel)
Met alle ideeën werd nog weinig gedaan, doordat er een absolute monarch was. In 1783
kwam de macht van de massa: volkaanuitbarsting, waardoor half Europa in puin lag. Alle
Franse kwamen in een hongersnood terecht en veel mensen trokken naar de stad. Daardoor
kwam de Franse Revolutie in de 18e eeuw. Er werd hierdoor afstand gedaan van de absolute
monarch en er kwamen meer verlichte ideeën. Napoleon was de eerste die erin slaagde om
een idee neer te zetten over de toekomst van Frankrijk.
Terug naar Nederland…
1795 Franse troepen veroveren Nederland: start Bataafse Republiek
1798 voor het eerst een codificatiebepaling
1802 Napoleon werd keizer van het Franse rijk
1806 Koninkrijk Holland (Napoleon wilde meer macht).
1809 invoering ‘Crimineel Wetboek’, dat Napoleon NL heeft laten ontwerpen. Dit is de
eerste codicifatie.
1811 invoering Code Pénal in NL; Napoleon wil in al zijn veroverde gebieden zijn eigen
wetboeken invoeren. In NL gold vanaf toen een Frans Wetboek, wat lastig was.
1813 Napoleon wordt verslagen en trekt zich terug, omdat het niet lukte om Rusland te
veroveren en hij zich terug moest trekken. Hij laat een belangrijke erfenis achter. Zijn
wetboeken laat hij achter.
1813-1886 Nederland doet pogingen tot vorming nationaal WvSr.
1870 Het lukte niet door de te idealistische ideeën, dus werd een staatscommissie
gevormd dat een wetboek moest gaan maken. O.a. prof. Modderman zat daarin.
1886 invoering Wetboek van Strafrecht. Er komt een grondwettelijke opdracht (107 Gw).
Karakter van WvSr
De staatscommissie nam alleen de hoogstnoodzakelijke leerstukken op, om discussie te
vermijden en deze over te laten aan de rechtspraktijk (pragmatiek). Bijv. opzet en schuld
,niet. Deze worden gevormd door jurisprudentie. Het wetboek is dus geen leerboek. Door de
wetboeken werd het recht centraal en algemeen. In ons wetboek zijn de ideeën terug te zien
van deze historische geschiedenis.
meer pragmatiek dan dogmatiek dit was makkelijker om een wetboek te maken.
Positie WvSr t.o.v. het strafrecht buiten het wetboek
In de Gw is er ruimte om naast WvSr ook wifz te maken art. 107 Gw.
Maar alsnog art 91 Sr…
schakelbepaling tussen het WvSr en het strafrecht buiten het wetboek
Boek 1 wordt van toepassing verklaard op al het materiële strafrecht (deelneming,
onvoltooide delictsvormen en strafuitsluitingsgronden). Opzet en culpa staan niet in
het algemeen deel. Is dit dan iets dat niet geld voor het materiële strafrecht?
o Auteuriteitsargument: Op basis van het systeem kan het niet anders zijn, dat
ook deze begrippen algemeen geregeld zijn
o Opzet en culpa maken onderdeel uit van onvoltooide delictsvormen die wel
geregeld zijn in Boek 1
o Conclusie: wel algemene werking
Dit zorgt ervoor dat je ook buiten het WvSr te maken hebt met één systeem, dus
codificatiegedachte. Ook het legaliteitsgedachte is hier terug te zien.
Invoeringswet (alles afgeschaft, behalve…):
Fiscaal strafrecht. Zie art. 69 Awr. Het fiscaal recht is naar haar aard te veranderlijk
(vanwege de politieke invloed) om binnen het WvSr te regelen. Daarnaast was het
fiscaal recht geen groot rechtsgebied vroeger.
Militair strafrecht er was tijdens het opstellen van WvSr ook een herziening bezig
in het militair strafrecht en dan zou weer gewacht moeten worden
Overtredingen het was niet te doen om alle overtredingen te regelen, want te
veranderlijk en te veel.
Strafrecht op gemeentelijk of provinciaal niveau (gaat enkel om overtredingen)
Positie bijzondere wetten
Bijzondere wetten zijn volgens art. 107 Gw bijzonder, maar eigenlijk zijn ze niet meer zo
bijzonder omdat je het vaak tegenkomt. Het materiële strafrecht ontwikkelt zich voor een niet
onbelangrijk deel via de bijzondere wetten. Is dat problematisch?
Nee, want de bestudering van het materiële strafrecht, zoals dit in dit vak centraal
staat, verandert er niet door.
Nee, want art. 91 Sr
Ja, als je uitgaat dat de huidige praktijk te ver af staat van de ideeën die ten
grondslag liggen aan ons wettelijk systeem van het materiële strafrecht
College 2 Inleiding penitentiair recht en vrijheidsbenemende sancties
F.W. Bleichrodt & P.C. Vegter, Sanctierecht (derde druk), Deventer: Kluwer 2021,
par. 2.4.
S. Struijk, ‘Duizelingwekkende en zorgwekkende ontwikkelingen in de rechtspositie
van de gedetineerden’, Boom Strafblad 2020/5.
Hoofdlijnen van sanctiestelsel
Penitentiair recht rechtsgebied dat zie top het opleggen en ten uitvoer leggen van
strafrechtelijke straffen en maatregelen (ook wel sanctierecht).
Detentierecht rechtpositie van gedetineerden
, De rechter en de OvJ is bevoegd tot het opleggen van strafrechtelijke sancties. Via
de strafbeschikking (art. 257 Sv) kan de OvJ de volgende straffen en maatregelen
opleggen:
Taakstraf van ten hoogste 180 euro
Geldboete
Onttrekking aan het verkeer
Schadevergoeding
Ontzegging van de rijbevoegdheid
Ook kan de OvJ aanwijzingen opleggen:
Aanwijzing tot het doen van afstand van voorwerpen die in beslag zijn genomen en
die vatbaar zijn voor verbeurdverklaring
Uitlevering, of voldoening aan de staat van de geschatte waarde van voorwerpen die
vatbaar zijn voor verbeurdverklaring
Voldoen van een geldbedrag aan de staat ter ontneming van wederrechtelijk
verkregen voordeel
Storting van een vast te stellen som geld in het schadefonds geweldsmisdrijven
Andere aanwijzingen die het gedrag van de verdachte betreffen
STRAFFEN MAATREGELEN
Hoofdstraffen art. 9 Sr Vrijheidsbenemende maatregelen
Gevangenisstraf art. 10 Sr Plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis
(vrijheidsbenemend) art. 37 e.v. Sr: vervallen per 1-1-2020
Hechtenis art. 18 Sr (vrijheidsbenemend)
Taakstraf art. 22c e.v. Sr (per 1989) - Terbeschikkingstelling art. 37a e.v. Sr
Per 1-4-2012 leerstraf als zelfstandige straf - Tbs met dwangverpleging: niet
is vervallen gemaximeerd art. 38d Sr en gemaximeerd
art. 38e Sr (max 4 jaar)
- Tbs met voorwaarden art. 38 Sr
Geldboete art. 23 e.v. Sr Plaatsing in een inrichting voor
stelselmatige daders (ISD-maatregel art.
38m Sr) (SOV-maatregel)
Bijkomende straffen Vermogensmaatregelen
Kan tegenwoordig ook worden opgelegd
zonder hoofdstraf.
Ontzetting van bepaalde rechten art. 28 e.v. Ontnemingsmaatregel art. 36e Sr
Sr
Verbeurdverklaring art. 33 e.v. Sr Schadevergoedingsmaatregel art. 36f Sr
Openbaarmaking van de rechterlijk Onttrekking aan het verkeer art. 36c Sr
uitspraak art. 36 Sr
Sancties in bijzondere wetgeving o.a. Vrijheidsbeperkende maatregelen
Stilleggen van de onderneming art. 7 onder Rechterlijke vrijheidsbeperkende maatregel
c WED art. 38v Sr (bijv. locatieverbod)
Ontzetting van de bevoegdheid tot het Gedragsbeïnvloedende en
besturen van motorrijtuigen art. 179 WVW vrijheidsbeperkende maatregel art. 38z Sr
Sancties = straffen en maatregelen (tweesporenstelsel)
STRAFFEN MAATREGELEN
Opgelegd o.g.v. het strafbare feit, er Opgelegd n.a.v. het strafbare feit, dus er
wordt dus gekeken naar een feit dat in wordt bij het opleggen meer gekeken naar
het verleden is gepleegd de toekomst
Grondslag = (proportionele) vergelding Grondslag = verbetering, herstel,
voorkomen van gevaar
Leedtoevoeging Geen leedtoevoeging
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper bojansen2. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,19. Je zit daarna nergens aan vast.