Portfolio
Beschrijving van de persoonlijke en professionele ontwikkeling in
de praktijk
Module VPK-PLPGev5.V021
Studiejaar 2021-2022
OE-verantwoordelijke Anja van den Berg
jf.vanden.berg@windesheim.nl
Pagina 1 van 42
,Gegevens
Studentgegevens
Naam student: Studentnummer:
Telefoonnummer: Mailadres:
Skype-account: - Studiejr./ Jaar 3
semester
Onderwijseenheid: Aankruisen, invullen wat van toepassing is
( ) PL P Basis
(X) PLP Gevorderd
( ) PLP Bachelor
( ) Herkansing VPK-PLP ……………….
Gegevens stageverlenende instelling
Naam Instelling:
Locatie: Afdeling:
Telefoonnummer:
Adres:
Begeleiders
Namen
werkbegeleider(s):
Ervaring De werkbegeleider heeft VAKER / NIET EERDER HBO-V Windesheim
werkbegeleiders(s) studenten begeleid.
Telefoonnummer(s)
Mailadres (sen):
Skype-account: -
Naam Telefoonnummer
Stagedocent:
Mailadres: Skype-account:
Naam LWG docent: Naam SB docent:
Pagina 2 van 42
, Portfolio
Naam student: Studentnummer:
Voorwaarden voor beoordeling portfolio-assessment*: Voldaan Niet voldaan
De student heeft zich gehouden aan de voorwaarden van het stagecontract (SHL deel 1: uren stagegelopen etc.)
Het portfolio is tijdig, compleet en conform de eisen ( zie checklist SHL 2) geüpload op ELO en aan de werkbegeleider
overhandigd.
De student heeft tijdig alle betrokkenen geïnformeerd over wanneer en waar het eindgesprek plaatsvindt en alle betrokkenen
hebben dat bevestigd naar de student.
Het uiteindelijke portfolio bestaat uit maximaal 100 pagina’s, inclusief de verplichte onderdelen en bijlagen.
* Bij 1 of meer ‘niet voldaan’ vindt het eindgesprek plaats en wordt de stage beoordeeld met een onvoldoende (4)
CanMEDS-rol Zorgverlener
Rol Zorgverlener
Kernbegrippen Gevorderd : Begeleiding: Indirect (zelfstandig); Denken en handelen: Improviseren; Complexiteit: Meer
Beoordeling:
0 = onvoldoende ; 1 = voldoende ; 2 = goed; 3 = uitmuntend
1.1 Klinisch redeneren Beginsituatie van dit kernbegrip:
Hoe krijgt het verpleegkundig proces vorm op je stage-afdeling en welke methodiek wordt hiervoor toegepast, licht deze
De student kan volgens een verder toe.
continu proces gegevens De wijkverpleegkundige gaat op intakegesprek met de zorgvrager (en diens naasten). Zij gaat samen het verpleegkundige
verzamelen en analyseren gericht proces doorlopen. Door het verpleegkundige proces door te lopen kom je tot een goede indicatie van de zorg, kun je een
op het vaststellen van vragen en
zorgplan opstellen en kun je zorg verlenen. Een indicatie maakt dus duidelijk wat de zorgbehoeften zijn. Het is altijd een
problemen van minimaal 3
zorgvragers in een midden- en/of maatwerk, afgestemd met de zorgvrager, op basis van dienst zorgvragen en diens context. De wijkverpleegkundige neemt een
hoog complexe zorgsituatie en de anamnese af en verwerkt dit in het Omaha-systeem in het zorgdossier van de zorgvrager (Omaha Systeem, z.d). De anamnese
wordt afgenomen in 4 domeinen (omgeving-, psychosociaal-, fysiologisch en gezondheid gerelateerd). Hierna worden
Pagina 3 van 42
, keuzes beargumenteren van verpleegkundige diagnosen opgesteld door middel van de PES-structuur: P= Probleem, E= Etiologie/oorzaak en S= Symptomen
daarbij passende zorgresultaten (Rosendal & Van Dorst, 2015). De wijkverpleegkundige brengt een prioriteit aan in de verpleegkundige diagnosen en valideert
en interventies. deze bij de zorgvrager en dienst netwerk. Daarnaast stel ook de wijkverpleegkundige de resultaten en diagnosen op. Dit wordt
op basis van de anamnese en voorkeuren van de zorgvrager, dienst naasten en de wijkverpleegkundige opgesteld. ……. kijkt
hierbij op wat kan de zorgvrager nog zelf en wat kan de naasten voor de zorgvrager betekenen. Na de verleende zorg wordt er
in het zorgplan gerapporteerd op bijzonderheden. Voor het verlenen van de zorg wordt het ingevulde profiel, het zorgplan en
de agenda van de taken van die dagen bekeken.
Wat heb je afgelopen jaar/jaren geleerd over klinisch redeneren en het verpleegkundig proces, welke methodieken heb je
hiervoor al geleerd en toegepast?
‘’Klinisch redeneren is continu procesmatig gegevens verzamelen en analyseren gericht op het vaststellen van vragen en
problemen van de zorgvrager, en het kiezen van daarbij passende zorgresultaten en interventies’’ (Lambregts et al., 2016, p.
10). Ik heb met meerdere methodieken gewerkt in de afgelopen jaren. Ik heb het meest gewerkt met PES, de 11 patronen van
Gordon en Subjectief, Objectief, Analyse en Plan (SOAP). Op de opleiding wordt er gebruik gemaakt van de ADRIE (anamnese,
diagnose, resultaat, interventie en evaluatie). Deze methodieken gaan altijd in een cirkel en sluiten op elkaar aan. Dit proces
heb ik in mijn PLP Basis stage kunnen uitvoeren waardoor ik gestructureerd gegevens kan verzamelen en verwerken in een
zorgplan. Voor het verzamelen van de gegevens heb ik mij verdiept in de functionele gezondheidsproblemen van Gorden
(Rosendal & Van Dorst, 2015). Met behulp van Carpenito, 2017 kon ik een verpleegplan maken met verpleegkundige
diagnosen, interventies en (SMART) doelen. Voor het uitwerken van een beroepstaak heb ik gebruik gemaakt van EBP- principe
(Evidence Based Practice) (Munten & Staa, 2016). Ik gebruikte dit om mijn interventies te onderbouwen, maar ook om mijn
kennis te onderbouwen. In mijn vorige stage heb ik veel gebruik gemaakt van de SOAP (Bakker, 2017). Ik stelde dit voor
zorgvragers op als er een andere discipline betrokken moest worden. Het afgelopen jaar heb ik de minor Complexe zorg
afgerond. Ik heb hier veel gebruik gemaakt van de methodieken: 6 stappen van Marc Bakker en de Situation, Background,
Assessment, Recommendation (SBAR). Deze methodieken waren in mijn situatie gericht om snel een plan van aanpak op te
stellen en hiernaar te handelen. Door aan gegevens te komen maakte ik gebruik van de Airway, Breathing, Circulation,
Disabillity en Exposure (ABCDE-methode) (Bakker, 2017). Terugblikkend op mijn PLP Basis stage heb ik ontdekt dat het
koppelen van kennis aan mijn observaties erg van belang is. Ik kan hierdoor keuzes van mijn interventies beter
beargumenteren. Door te observeren ben je nieuwsgierig en neem je cliëntenproblemen waarin, dit gebeurt op professionele
kennis. Door mijn observaties te beargumenteren stel ik mijn observaties vast, dit helpt om klinisch te redeneren (Van Straalen
et al., 2016). Door het meetinstrument De Dementia Care Mapping (DCM) te gebruiken in mijn PLP Basis stage liet ik zien dat ik
kon klinisch redeneren met meetinstrumenten (Meetinstrumenten in de zorg, 2020b).
Waar zitten jouw sterke kanten en wat zijn jouw ontwikkelingspunten met betrekking tot dit kernbegrip?
Mijn sterke punten bij dit kernbegrip zijn: Ik ben goed in het zoeken en beargumenteren van interventies en passende zorg
resultaten bij zorgvragers. Ik probeer op een creatieve manier een passende zorg te vinden. Hierbij denk ik na om de
Pagina 4 van 42