Samenvatting Inleiding Burgerlijk Recht
Week 1: totstandkoming rechtshandeling & overeenkomst en nietigheid,
vernietigbaarheid en geldigheid
Rechtshandeling: een handeling met een daarmee beoogd rechtsgevolg
3:33 BW: een rechtshandeling vereist een op rechtsgevolge wil die zich door een verklaring
heeft geopenbaard
3 vormen van rechtshandelingen:
1. Eenzijdige ongerichte rechtshandeling: geen instemming/ontvangst andere persoon
vereist (bijv. opmaken van testament)
2. Eenzijdige gerichte rechtshandelingen: geen instemming, wel ontvangst andere
persoon vereist (bijv. opzegging van arbeidsovereenkomst)
3. Meerzijdige rechtshandeling: worden door meer dan 1 persoon verricht (belangrijkste
voorbeeld: overeenkomst 6:217 BW)
Persoon die rechtshandeling uitvoert moet handelingsbekwaam zijn anders
vernietigbaar op grond van art. 3:32 lid 2
Discrepantie van wil en verklaring, bijv. door een vergissing of geestelijke stoornis (art.
3:34) (geen rechtshandeling tot stand)
Soms derdenbescherming (3:34 of 3:35 BW)
Bescherming ex art. 3:34 BW
Lid 1:
Een partij diens geestesvermogens moeten gestoord zijn (denk aan ziekte of
iemand die onder invloed is was bedwelmende middelen)
De stoornis moet een redelijke waardering van de belangen beletten (dus de
persoon met de stoornis kon door de stoornis niet meer helder nadenken
causaliteit)
Lid 1 zegt ook dat dit causale verband wordt vermoed aanwezig te zijn indien de
rechtshandeling voor de gestoorde nadelig was, tenzij dit nadeel niet was te
voorzien (bijv. gestoorde schenkt zijn gouden ring, dit is uiteraard nadelig en dan
gaat dit vermoeden op)
Als daarvan sprake is, lid 2:
Vernietigbaar
Eenzijdige rechtshandeling: nietig
Bescherming ex art. 3:35 BW
Er moet sprake zijn van een verklaring of gedraging van een persoon die;
De wederpartij op een bepaald manier heeft opgevat en die;
Deze wederpartij ook, gelet op alle omstandigheden, zo mocht opvatten
Totstandkoming overeenkomst
Wilsvertrouwensleer: art. 3:33 en 3:35
- Geopenbaarde wil (3:33)
- Het opgewekte vertrouwen (3:35)
Handelingsonbekwaamheid
Art. 3:32 lid 1: tenzij anders is bepaald, is ieder persoon bekwaam tot het verrichten van
eigen rechtshandelingen
De wet bepaalt anders bij:
Minderjarigen (art. 1:234 lid 1 BW): personen onder 18 die ongehuwd zijn of zijn
geweest of een geregistreerd partnerschap hebben gehad (minderjarige kan wel
met toestemming van de wettelijk vertegenwoordiger handelen (art. 1:234 lid 1
BW)
Personen die onder curatele zijn gesteld (art. 1:381 lid 2 BW)( is voor een
meerderjarige die zijn financiële en persoonlijke zaken niet zelf kan regelen en voor
wie beschermingsbewind en/of mentorschap niet genoeg is. Iemand die onder
curatele staat is handelingsonbekwaam)
Gevolg: vernietigbaarheid/nietig (art. 3:32 lid 2)
Handelingsonbevoegdheid
Bekwaamheid ziet toe op kunnen handelen, bevoegdheid op mogen handelen
3:43 lid 1: welke personen zijn niet bevoegd tot rechtshandelingen die zien op verkrijging
Lid 2: uitzonderingen
Gevolg: rechtshandeling is nietig en persoon is schadeplichtig
Overeenkomst
, Meerzijdige rechtshandeling
Komt tot stand door aanbod en aanvaarding daarvan (6:217 BW)
Als de aanvaarding van het aanbod afwijkt, geldt zij als een verwerping van het
oorspronkelijke aanbod en het doen van een nieuw aanbod (art. 6:225 lid 1 BW)
Beginselen overeenkomst- of contractenrecht
1. Contractsvrijheid: de vrijheid om een overeenkomst te sluiten met partij en inhoud naar
keuze (tenzij beperkt door de wet, zie art. 3:40 BW)
2. Beginsel van de verbindende kracht (pacta sunt servanda) (afspraken moeten worden
nagekomen) art. 6:248 lid 1
3. Vormvrijheid (consensualisme) art. 3:37 BW
Meerpartijenovereenkomst: indien meer dan 2 partijen betrokken zijn bij de meerzijdige
rechtshandeling
Bijzondere overeenkomst: indien de wet voorziet in specifieke wettelijke regeling m.b.t. een
bepaald soort overeenkomst (bijv. arbeidsovereenkomst, huurovereenkomst)
Totstandkoming overeenkomst
Aanbod en aanvaarding van het aanbod (2 op elkaar aansluitende wilsverklaringen artt.
6:217-225 BW)
Herroepelijkheid
6:219 lid 1: voordat het is aanvaard, is een aanbod in beginsel herroepelijk, tenzij sprake is
van een termijn van aanvaarding, de onherroepelijkheid op andere wijze voortvloeit uit het
aanbod of sprake is van optiebeding (lid 3)
6:219 lid 2: het aanbod kan alleen worden herroepen indien het nog niet is aanvaard of nog
geen mededeling met aanvaarding is verzonden
Ontvangsttheorie: rechtsgeldigheid wordt toegekend aan verzonden documenten op het
moment waarop deze in ontvangst zijn genomen (art. 3:37 lid 3)
Indien het aanbod vermeldt dat het vrijblijvend is, kan het ook na aanvaarding onverwijld
nog worden herroepen (art. 6:219 lid 2 BW)
Een aanbod kan geldig worden ingetrokken als het wordt teruggenomen voordat het werking heeft
gekregen, dus voordat de wilsverklaring de geadresseerde bereikt. Van herroeping spreekt men als
de aanbieder de werking ontneemt aan een aanbod.
Vormvoorschriften
Rechtshandelingen kunnen in beginsel vormvrij verricht worden (art. 3:37 lid 1) =
consensualisme
Uitzonderingsgevallen = formalisme
Partijen kunnen vormvoorschriften overeenkomen
Uit de wet kunnen vormvoorschriften voortvloeien
Sanctie op schending vormvoorschriften
In beginsel nietigheid (art. 3:39 BW)
, Maar uit de wet kan uitdrukkelijk of stilzwijgend voortvloeien dat slechts sprake is
van:
o Vernietigbaarheid: indien het vormvoorschrift slechts 1 partij beoogt te
beschermen (bijv. arbeidsrecht artt. 7:613, 7:650
o Geldigheid: in deze gevallen wordt door de wet wel een bepaalde vorm
voorgeschreven, maar leidt niet-naleving daarvan niet tot enige sanctie
Nietigheid en vernietigbaarheid
Nietigheid: een overeenkomst die door de inhoud of strekking in strijd is met de goede
zeden of openbare orde is nietig (art. 3:40 lid 1)
o Beoogde rechtsgevolg blijft zonder meer uit
Vernietigbaarheid: een overeenkomst gesloten door een handelingsonbekwame is
vernietigbaar (art. 3:32 lid 2)
o Overeenkomst blijft voorhands volledig van kracht, zolang zij niet op initiatief van
de daartoe bevoegde partij (bijv. diens wettelijke vertegenwoordiger) is vernietigd
o Vernietiging heeft plaatsgevonden dan werkt zij terug en heeft de vernietigde
overeenkomst achteraf gezien nooit get beoogde rechtsgevolg gehad. Vernietiging
heeft terugwerkende kracht (art. 3:53 lid 1)
HR:
- Blaauboer/Berlips
- HR Bunde/Erckens (misverstanden-arrest)
- Citronas/Gemeente-energiebedrijf Rotterdam
Week 2: vertegenwoordiging, vernietigbaarheid m.b.t. wilsgebreken en de inhoud van
de overeenkomst
Vertegenwoordiging
1. Volmacht (3:60 lid 1)
2. Wettelijke vertegenwoordiging
Ouder vertegenwoordigt minderjarig kind (1:245 lid 4)
Curator vertegenwoordigt onder curatele gestelde (1:386 jo. 337)
3. Vertegenwoordiging van een rechtspersoon
4. Bevoegde zaakwaarneming (6:201)
Volmacht (art. 3:60 lid 1)
Is de bevoegdheid die een volmachtgever verleent aan een ander, de gevolmachtigde,
om in zijn naam rechtshandelingen te verrichten (art. 3:60 lid 1)
Een handelingsbekwame mag wél optreden als gevolmachtigde (3:63 lid 1 BW)
Indien binnen de grenzen van de volmacht wordt gehandeld, wordt de vertegenwoordigde
gebonden (art. 3:66 BW)
Indien de volmacht wordt overschreden door de vertegenwoordiger, dan wordt de
principaal in beginsel niet gebonden, tenzij (art. 3:61 lid 2)
De wederpartij heeft aangenomen en mocht aannemen dat er een toereikende
volmacht was op grond van een verklaring of gedraging van de principaal
Door feiten en omstandigheden die
o Voor rekening komen van de principaal
o Waaruit naar verkeersopvattingen schijn van bevoegdheid kan worden
afgeleid
De rechtshandeling wordt bekrachtigd door de vertegenwoordigde (Art. 3:69)
Onbevoegde vertegenwoordiging
Geen volmacht verleend of overschrijding volmacht
Geen overeenkomst
Instaan voor bevoegdheid (art. 3:70)
Hoofdregel onbevoegde vertegenwoordiging: geen overeenkomst tussen de achterman en de
wederpartij
Uitzondering:
1. Bescherming van gerechtvaardigd vertrouwen van wederpartij 3:61 lid 2
Of
2. Bekrachtiging door achterman 3:69
In beide gevallen wel overeenkomst tussen A en B
Middellijke vertegenwoordiging: dat door de vertegenwoordiger op eigen naam, maar voor rekening
van de vertegenwoordigde rechtshandelingen worden verricht (lastgeving) 7:419 – 421 jo. 7:424
, Onmiddellijke vertegenwoordiging: vertegenwoordiger handelt zowel op naam, als voor rekening
van de vertegenwoordigde (volmacht)
Overeenkomst van opdracht: overeenkomst waarbij 2 partijen afspreken dat de ene partij een
opdracht uitvoert (opdrachtnemer) voor de andere partij (opdrachtgever), die uit iets anders
bestaat dan het tot stand brengen van een werk van stoffelijke aard, het bewaren van zaken, het
uitgeven van werken of het vervoeren van personen of zaken
Bij een opdracht moet worden gedacht aan het uitvoeren van een taak (bijv.
communicatiebureau wordt ingehuurd om een communicatieadvies te schrijven)
Tegenprestatie van uitvoeren opdracht is loon (lijkt op arbeidsovereenkomst, maar niet
hetzelfde Bij een arbeidsovereenkomst is er altijd sprake van een gezagsverhouding
tussen werkgever en werknemer, bij een opdrachtovereenkomst bestaat deze verhouding
niet. Een opdrachtgever heeft op basis van een opdrachtovereenkomst een fiscaal voordeel
ten opzichte van een werkgever met een arbeidsovereenkomst)
7:400 e.v.
Overeenkomst van lastgeving = een overeenkomst van opdracht
Regels rondom de overeenkomst van opdracht ook op lastgeving van toepassing
Lasthebber en lastgever
Verschil lastgeving en volmacht
Bij lastgeving is de lasthebber verplicht actie te ondernemen, bij volmacht niet (art. 7:414
BW)
Wilsgebreken
Het gebrekkig tot stand komen van de wil tot het sluiten van een overeenkomst, waardoor
een overeenkomst vernietigbaar kan zijn
Bij:
Dwaling (6:228)
Bedreiging (3:44 lid 2)
Bedrog (3:44 lid 3)
Misbruik van omstandigheden (3:44 lid 4)
Indien de overeenkomst tot stand is gekomen door één van bovenstaande wilsgebreken,
kan deze overeenkomst door de benadeelde (of diens vertegenwoordiger) worden
vernietigd
Dwaling (art. 6:288)
Dwaling: indien bij een partij een juiste voorstelling van zaken ontbreekt. In beginsel komt
dwaling voor rekening van de dwalende
Uitzonderingen uitgangspunten (art. 6:228)
Bij een succesvol beroep op art. 6:228 kan de overeenkomst/rechtshandeling worden
vernietigd of kan de overeenkomst worden gewijzigd (art. 6:230 BW)
Vereist voor een beroep is dat de dwalende zonder de dwalingssituatie de overeenkomst
niet was aangegaan of op andere voorwaarden was aangegaan (causaal verband)
Er dient sprake te zijn van 1 van de 3 volgende dwalingssituaties:
1. Onjuiste mededeling: dwaling te wijten aan een mededeling van de wederpartij, tenzij
bijv. sprake is van een aanprijzing/een eigen mening. In beginsel mag verder worden
afgegaan op wat de wederpartij stelt 6:228 lid 1 sub a
2. Wederpartij schond mededelingsplicht: de dwaling is te wijten aan het zwijgen van de
wederpartij 6:228 lid 1 sub b:
De wederpartij is op de hoogte
De wederpartij weet/behoort te weten dat de informatie van doorslaggevend
belang is voor de bereidheid van de wederpartij om de overeenkomst te sluiten
De wederpartij moet rekening houden met het dwalen van de dwalende
wederpartij
De wederpartij had de dwalende behoren in te lichten
3. Wederzijdse dwaling: beide partijen hadden dezelfde onjuiste opvatting en hebben
beide gedwaald. De wederzijdse dwaling dient dan wel van doorslaggevend belang te
zijn geweest voor het ontstaan van de overeenkomst 6:228 lid 1 sub c
De dwalingsactie zou stranden indien sprake is van:
Een louter toekomstige omstandigheid
Indien de dwaling gelet op de aard van de overeenkomst, de verkeersopvattingen of de
omstandigheden van het geval voor de rekening van de dwalende behoort te blijven (o.a.
koper schond eigen onderzoeksplicht)
Dwaling niet kenbaar