De gezondheidspatronen volgens Gordon
1- Patroon van gezondheidsbeleving en -instandhouding
Het patroon van gezondheidsbeleving en -instandhouding omvat wat de patiënt van zijn gezondheid en welzijn
vindt en hoe hij voor zijn gezondheid zorgt. Het gaat om de wijze waarop de patiënt zijn gezondheid beleeft in
relatie met zijn huidige en toekomstige activiteiten. Daartoe horen ook de omgang met gezondheidsrisico's en
het algehele gezondheidsgedrag zoals activiteiten m.b.t. de geestelijke en lichamelijke gezondheid, het
opvolgen van gezondheidsvoorschriften
en de medewerking aan nazorg.
2- Voeding/stofwisselingspatroon
Dit patroon bevat de inname van vocht en voedsel in verhouding tot de fysiologische behoeften, alsmede
indicatoren van de plaatselijk aanwezige voedingsmiddelen. Denk hierbij aan individuele eet- en drinkpatronen,
de dagelijkse eettijden, soorten en hoeveelheden geconsumeerd vocht en voedsel, voorkeuren voor bepaalde
voedingsmiddelen en het gebruik van voedings- en vitaminesupplementen. Ook borstvoeding en het
voedingspatroon van zuigelingen behoren tot dit patroon. Verder vallen eventuele huiddefecten en het
algemene vermogen tot genezing onder dit patroon. Tot slot ook de toestand van huid, haar, nagels,
slijmvliezen en gebit, en lichaamstemperatuur,lengte en gewicht.
3- Uitscheidingspatroon
Dit patroon omvat de uitscheidingsfunctie van darmen, blaas en huid. Inbegrepen zijn de subjectief beleefde
regelmaat van de uitscheiding, eventueel gebruik van laxantia of andere middelen om de ontlasting op te
wekken en eventuele veranderingen of problemen wat tijd, wijze, kwaliteit en/of kwantiteit van uitscheiding
betreft. Ook eventuele hulpmiddelen (katheter, plaswekker, stoma-artikelen) vallen onder het
uitscheidingspatroon.
4- Activiteitenpatroon
Het activiteitenpatroon omvat het geheel van lichaamsbeweging, activiteiten, ontspanning, recreatie en
vrijetijdsbesteding. Hieronder vallen alle ADL-activiteiten zoals wassen, kleden, koken, boodschappen doen,
eten, werken en het huishouden. Ook de soort, kwaliteit en kwantiteit van lichaamsbeweging en regelmatig
beoefende sport horen tot dit patroon. Daarnaast zijn inbegrepen factoren die een belemmering vormen voor
het gewenste of verwachte individuele patroon, zoals neuromusculaire functiestoornissen, benauwdheid, pijn
op de borst of spierkrampen bij inspanning. Tot slot maken de vrijetijdsbesteding en alle recreatieve
activiteiten die de patiënt alleen of met anderen onderneemt, deel uit van dit patroon. De nadruk ligt op
activiteiten die van groot belang zijn voor de patiënt.
5- Slaap/rustpatroon
Dit patroon omvat het patroon van perioden van slaap, rust en ontspanning verspreid over het etmaal. Hierbij
horen ook de subjectieve beleving van de kwaliteit en kwantiteit van slaap en rust en de hoeveelheid energie,
en eventuele hulpmiddelen zoals slaappillen of bepaalde gewoontes voor het slapengaan.