Privaatrecht periode 2
Theorie week 1:
De bezitter (art. 6:173, 6:174 en 6:179), de bedrijfsmatige gebruiker (art. 6:175) respectievelijk de
exploitant (art. 6:176 en 6:177) is in zijn hoedanigheid aansprakelijk, zonder dat deze daartoe zelf
een toerekenbare onrechtmatige daad moet hebben gemaakt RISICOAANSPRAKELIJKHEID: omdat
de aansprakelijkheid wordt gevestigd los van de omstandigheid of de aansprakelijke een
onrechtmatige daad valt te verwijten.
Kwalitatieve aansprakelijkheid voor gebrekkige zaken (art. 6:173 lid 1) aansprakelijke persoon is
de bezitter, indien:
- Het een roerende zaak betreft, die niet valt onder uitzonderingen van lid 2 waarvan
- Bekend is dat zij; zo zij
- Niet voldoet aan de eisen die men in gegeven omstandigheden aan de zaak mag stellen
(‘gebrekkig’ is);
- Een bijzonder gevaar voor personen of zaken oplevert; en
- Dat gevaar zich verwezenlijkt.
Kwalitatieve aansprakelijkheid voor opstallen (art. 6:174 lid 1) aansprakelijke persoon is de
bezitter, indien:
- Het een opstal betreft; die
- Niet voldoet aan de eisen die men daaraan in gegeven omstandigheid mag stellen
(‘gebrekkig’ is); zij aldus
- Een gevaar voor personen of zaken oplevert; en
- Dat gevaar zich verwezenlijkt.
Kwalitatieve aansprakelijkheid voor dieren (art. 6:179) aansprakelijke persoon is de bezitter, tenzij
er geen aansprakelijkheid bestaat in het geval dat indien de bezitter het dier wel in zijn macht zou
hebben gehad, aansprakelijkheid op grond van afdeling 6.3.1 zou hebben ontbroken (‘tenzij-formule’
tweede zinsdeel). Alleen zelfstandig door het dier veroorzaakte schade valt onder
risicoaansprakelijkheid van 6:179 BW. Lag de gedraging van het dier ‘in de macht’ van een persoon,
dan blijft 6:179 buiten toepassing wel kan de persoon die de gedraging van het dier in zijn macht
had, aansprakelijk zijn op grond van 6:162 BW.
Beperking van kwalitatieve aansprakelijkheid: de ‘TENZIJ-FORMULE’ (6:173, 174 en 179) er bestaat
geen aansprakelijkheid indien, in de hypothetische situatie dat de bezitter wel met het gebrek
bekend was of het dier wel in bedwang had, aansprakelijkheid op grond van afdeling 6.3.1 zou
hebben ontbroken. Zij beperkt aldus de aansprakelijkheid tot de omvang van de aansprakelijkheid uit
hoofde van een eigen onrechtmatige daad, zou hij het gebrek hebben gekend of het dier onder
controle gehad.
Zaakwaarneming (6:198 BW) in het belang van iemand anders, dient daarbij niet met de kosten te
blijven zitten. Uitzondering: als de handelde bevoegd is krachtens een rechtshandeling of een elders
in de wet geregelde rechtsverhouding. Dat met de behartiging van belangen van de ander mede het
eigen belang wordt gediend, hoeft zaakwaarneming niet uit te sluiten. Wie echter bij de behartiging
van zijn eigen belang toevallig ook het belang van een ander behartigt, is geen zaakwaarnemer.
- Geen verplichting tot zaakwaarneming 6:199 lid 1 wel verplicht haar voort te zetten als zij
eenmaal tot zaakwaarneming zijn overgegaan.
, - 6:200 lid 1 BW: verplichting tot schadevergoeding, die de zaakwaarnemer als gevolg van de
zaakwaarneming heeft geleden (enkel alleen voor zover de zaakwaarnemer het belang van
de belanghebbende naar behoren heeft behartigd.
Ongerechtvaardigde verrijking:
- Gericht op schadevergoeding art. 6:212 lid 1 BW, begrenzing van dit artikel:
1. Het maximum van vordering beloopt tot ten hoogte het bedrag van de verrijking.
2. Daarnaast kan zij nooit meer belopen dan het bedrag van de verarming: het betreft
immers een vordering tot schadevergoeding.
3. Verplichting tot schadevergoeding slechts ‘voor zover dit redelijk is’.
Hoorcollege 8 week 1:
Kwalitatieve aansprakelijkheid: aansprakelijkheid van een derde.
Het moet toerekenbaar zijn in art. 6:162 BW dan kom je terecht bij de artikelen 6:164, 6:169 etc.
Aansprakelijk is de “bezitter” (art. 6:173, 6:174 en 6:179 BW)
- Hoeft niet de “houder” te zijn (bij bijvoorbeeld een huurhuis, is verhuurder aansprakelijk en
niet huurder/bewoner 3:107 BW)
- Hoeft niet de “eigenaar” te zijn (degene die andermans eigendom niet respecteert, is bezitter
bijv. 7:10 lid 1 BW en 6:180 lid 2 BW)
Art. 6:174 en 6:173 BW bezitter van een roerende zaak of onroerende zaak die een gebrek heeft
waardoor schade ontstaat, is de bezitter aansprakelijk (‘risico’’), tenzij:
- Het geen onrechtmatige daad van de bezitter zelf zou zijn (‘schuld’) als hij het gebrek had
gekend (bijvoorbeeld beroep op noodweer).
- Als je niet weet dat er een gebrek is, is dit artikel van toepassing (als je namelijk wel van het
gebrek af weet kelderluik-arrest).
Als een dier schade aanricht (art. 6:179 BW), is de bezitter aansprakelijk (‘risico’), tenzij:
- Het geen onrechtmatige daad van de bezitter zelf zou zijn (‘schuld’) als hij het dier hiertoe
opdracht had gegeven.
- Dit artikel ziet dus alleen op gevallen waarbij het dier uit zichzelf dingen doet, tenzij als de
bezitter hem wel de opdracht gaf maar deze opdracht geen onrechtmatige daad zal
opleveren.
Tenzij alleen van toepassing bij gekke gevallen.
Zaakwaarneming (ongevraagd iets zelf opknappen voor een ander):
- Als iemand op redelijke grond andermans belangen naar behoren behartigt, moet die ander
de schade vergoeden (art. 6:200 BW).
- Als niet aan deze eisen is voldaan, kan belanghebbende de zaakwaarneming ‘goedkeuren’
(art. 6:202 BW).
- Zaakwaarneming kan ook inhouden dat zaakwaarnemer in naam van belanghebbende een
overeenkomst sluit (art. 6:201 BW).