KLINISCH BEELD VAN PSYCHOSEN
Jan Dirk Blom: Hallucinaties (2013)
https://www.youtube.com/watch?v=tXojZP-cX5k
Hallucinatie = het waarnemen van iets dat er in de buitenwereld niet is. Een hallucinatie is
een percept. Dat wil zeggen dat het met waarneming te maken heeft. Het is geen gedachte,
geen gevoel, het is iets dat waargenomen wordt. Het wordt waargenomen bij een wakend
bewustzijn, het zijn geen droombeelden, het is niet iets dat bij een verlaagd bewustzijn
plaatsvindt. Het is in de afwezigheid van de bijbehorende prikkel in de buitenwereld.
Hallucinaties komen voor in alle sensorische modaliteiten. Mensen kunnen ook
samengestelde hallucinaties hebben. Extracampiene hallucinatie is een hele vreemde
hallucinatie waarbij ze stemmen horen bijvoorbeeld vanuit hun arm of buik; maar ook op
visueel gebied kan dit voorkomen zo kan iemand bijvoorbeeld zijn kinderen ergens zien. Het
medisch model, die wordt omsloten door het natuurwetenschappelijk model, zegt alleen
dat hallucinaties uit het brein komen: als je iets waarneemt heeft dat een basis in het brein en
dat is ook waar met onderzoek wordt gekeken. Thalamocorticale systeem is verantwoordelijk
voor het genereren van waarnemingen.
Doktoren onderscheiden 15 zintuigen in plaats van 6:
(1) Olfactorisch = reuk; bijvoorbeeld hele vieze geuren ruiken
(2) Gustatorisch = smaak;
(3) Auditief = gehoor; bijvoorbeeld het horen van stemmen die advies geven of het horen van
muziek
(4) Visueel = zien; bijvoorbeeld het zien van stippen of sterren (fosfenen), maar ook
ingewikkeldere patronen zoals spinnenweb, tunnel, honingraat en spiraal of personen /
menselijke figuren die in rijen voorbij lopen of in elk geval geen interactie met hen aangaan,
geen contact maken, niets tegen hen zeggen, niet bedreigend zijn maar ze zijn gewoon
aanwezig
(5) Tactiel = voelen;
(6) Somatisch = op het lichaam en in het lichaam voelen;
(7) Proprioceptief = de houding;
(8) Kinaesthetisch = beweging ervaren die het lichaam niet echt maakt;
(9) Coenesthetisch = lichamelijke identiteit;
(10) Seksueel;
(11) Vestibulair = evenwicht;
(12) ‘Aanwezigheid’ = sensed presence; iemand heeft het gevoel dat iemand in je buurt staat;
(13) Pijn;
(14) Temperatuur;
(15) Tijdsbeleving
Remko van Lutterveld: Hallucinaties bij schizofrenie (2013)
https://www.youtube.com/watch?v=8KJRFcX9EgM
Schizofrenie is een aandoening. Ongeveer 1% van de mensen wereldwijd heeft schizofrenie.
Symptomen kunnen bestaan uit verschillende soorten: (1) positieve symptomen; hiermee
wordt niet bedoeld dat het fijne symptomen zijn maar daarmee wordt bedoeld dat de meeste
mensen de symptomen niet hebben maar mensen met schizofrenie hebben de symptomen
wel (zijn erbij gekomen). Dat zijn bijvoorbeeld wanen en hallucinaties. (2) negatieve
symptomen; er is iets weg of verminderd wat de meeste mensen wel hebben. Bijvoorbeeld
dat je een gebrek aan energie hebt of een gebrek of verminderde motivatie om dingen te
ondernemen. (3) gedesorganiseerde symptomen; een voorbeeld daarvan is
onsamenhangende spraak.
,Hallucinaties die bij mensen met schizofrenie het meeste voorkomen zijn auditieve
hallucinaties (80%). Daarna komen de visuele hallucinaties (30%) en daarna de
tasthallucinaties (4%).
Video patiënt: eerst 1 stem, toen 2, 3 en uiteindelijk een stuk of 50; linkte eerst de stemmen
aan de persoon die erbij hoorden, dit lukte daarna niet meer, had het idee dat hij stemmen van
mensen uit zijn flat hoorde, houden hem wakker, praat wel terug de stemmen reageerden
daarop vaak vervelende denigerende of desctructieve reacties.
Bij driekwart van de patiënten werkt antipsychotica tegen auditieve hallucinaties en gaan de
stemmen weg. Bij een kwart van de patiënten werkt het dus niet. Een nadeel van
antipsychotica is dat ze veel bijwerkingen kunnen hebben.
Wat opvalt bij onderzoek naar mensen met schizofrenie die stemmen horen is dat het
symptoom erg kan verschillen. Sommigen horen één stem, anderen 50, sommige horen
bekenden, onbekenden of een mix, sommige horen het continu, anderen af en toe. Ze hebben
onderzoek gedaan bij 118 patiënten was het gemiddeld zo dat mensen ongeveer één keer per
uur een hallucinatie hadden. Die duurde gelijk 40 minuten. De luidheid was iets zachter dan
de spreekstem. Het aantal stemmen was gemiddeld meer dan 10 (11,4). Meerderheid heeft
last van negatieve stemmen die vervelende dingen zeggen en daarom een gemiddelde tot
zware overlast hebben.
Stemmenpoli:
• Hersenscans: laten zien wat er in de hersenen gebeurt. Er wordt gekeken naar de
structuur van de hersenen (vorm, grootte, ‘kabels’) OF naar de hersenactiviteit
o MRI-scan om te kijken naar de structuur: bij patiënten met hallucinaties =
‘kabel’ die taalproductiegebieden (vormen) verbindt met taalperceptiegebieden
(begrip) is van mindere kwaliteit
o MRI-scan voor activiteit: luchtballonnetje in de hand, deze indrukken bij
hallucinatie. Bij patiënten met hallucinaties = gebieden betrokken bij
taalproductie lichten op & gebied betrokken bij begrijpen van taal wordt actiever
op het moment van een hallucinatie.
• Coping verbeteren: kijken naar dingen die je kan doen om afleiding te zoeken
o Mensen hanteren meerdere strategieën om zichzelf af te leiden van de
stemmen (1) hobby 100%, (2) televisie kijken 89%, (3) fysieke activiteiten 78%,
(4) muziek luisteren 67%, (5) slapen of dutje doen 67%, (6) (hardop) lezen
67%, (7) praten met anderen 56%, (8) negeren van de stemmen 33%, (9)
ontspannen 22% of (10) veranderen van houding 22%
• Psychotherapie
• Medicatie optimaliseren: verschillende medicijnen en hoeveelheden
• Groepstherapie olv ervaringsdeskundige
• Experimentele behandeling
In de 6 seconden voordat mensen een hallucinatie krijgen, laat MRI onderzoek zien dat er een
verandering in activiteit in de parahippocampale gyrus plaatsvindt. Dit gebied is betrokken bij
geheugenprocessen. Dit vindt plaats voor mensen de stemmen horen. Ook onderzoek met
een MEG-scanner, zelfde methode zelfde taalproductie gebied gevonden. MEG-scanner is
helemaal stil, MRI kan nog wel eens wat geluid maken. Bij de eerste 2 seconden van een
hallucinatie werd er een veranderde activiteit gevonden in de rechter hippocampus betrokken
bij geheugenprocessen.
Mogelijk worden hallucinaties ‘aangezet’ vanuit het geheugen. In overeenstemming
daarmee komen hallucinaties vaak terug; het is vaak dezelfde zinsnede die wordt gezegd.
Sjoerd van Dekken: Het complot van stemmen (2013)
,https://www.youtube.com/watch?v=YdCDvKVOkpI
Jongen heeft het idee dat zijn docent/mentor hem wil laten zakken en zijn vader en vrienden
tegen hem zijn. Hij gaat niet meer naar zijn lessen toe, spijbelt van school. Hij rookt joints en
is steeds meer in zijn eigen wereld waarin hij stemmen hoort. Is snel boos en geïrriteerd. Hij
maakt het uit met zijn vriendinnetje die hem zegt dat hij hulp moet zoeken. Daarna slaat hij
een van zijn vrienden in elkaar. Hij is in de laatste maanden erg veranderde en dat het steeds
erger werd. Vaak niet op school, vermoeidheid, drugsgebruik, dingen niet meer willen. Hij trok
zich steeds meer terug op zijn kamer. Is een spel aan het spelen en heeft het idee dat hij met
een soldier kan spreken, denkt dat hij wordt afgeluisterd via kabels. Hij gaat bij het station
zitten en laat zich beïnvloeden door zijn stemmen.
Jesper van Langen: De Waan (2013)
https://www.youtube.com/watch?v=wRZCfDCHV_0
Een jongen is opgenomen in een psychiatrische inrichting. De reden dat hij daar zit is dat hij
te kampen heeft met waanideeën. Dit wil zeggen dat hij dingen denkt en ziet die er niet zijn. In
de video krijg je te zien dat de jongen uit de inrichting ontsnapt en krijg je een kijkje in zijn
waan.
Todd Grande: Examples of Delusions | How are Delusions Treated? (2019)
https://www.youtube.com/watch?v=KQxGu6J5ihA
Een waanvoorstelling is een vaste valse overtuiging die niet verandert in het licht van
tegenstrijdig bewijs en wordt beschouwd als iets dat in de loop van de tijd gebeurt. Soms
worden wanen verward met hallucinaties. Hallucinaties zijn een apart construct; het is wanneer
iemand iets ziet dat andere mensen niet kunnen zien, horen of voelen. Vaak gaan waanideeën
en hallucinaties samen maar dit hoeft niet per se het geval te zijn. Soms versterken
hallucinaties de waan. Waanideeën zijn consistent met het concept van psychose: ze breken
met de realiteit. Wanneer iemand psychotisch is, 65% van de tijd zien we dat waanideeën
aanwezig zijn.
Wanneer je waanideeën probeert te beoordelen is het belangrijk om voorzichtig te zijn.
Waanideeën verschijnen op een continuüm of potentieel waangedrag verschijnt op een
continuüm. Je moet kijken naar de valse overtuiging en iemands bereidheid om die overtuiging
te veranderen. Geloven ze de valse gedachte volledig of staan ze open te geloven hoe
doordringend de waanideeën zijn? Is het iets dat het individu af en toe beïnvloedt of is het een
alledaags verschijnsel? Hoe toegewijd zijn ze aan de overtuiging? Nemen ze extra stappen
als gevolg van de valse overtuiging die gevaarlijk kunnen zijn? Niet alle valse overtuigingen
betekenen dat er waanideeën zijn. Wanneer er sprake is van wanen wordt er een soort patroon
gezien.
Een term die vaak wordt gebruikt met waanideeën is de term paranoia. Iemand is bang dat
anderen erop uit zijn om hem/haar iets aan te doen (80% van de gevallen). Milde paranoia
komt bij veel mensen voor en is eigenlijk normaal. Ernstige paranoia wat in lijn zou kunnen zijn
met samenzweringstheorieën. Ernstige paranoia zou kunnen worden veroorzaakt door
trauma, pesten en sociale uitsluiting. Er zijn verschillende theorieën die belichten dat
paranoia er is om stress te verlichten om het zelfgevoel te beschermen. Wanneer iemand
anderen de schuld geeft, geeft dat hen controle en helpt het hen om zich te oriënteren.
Er zijn veel verschillende soorten wanen en er zijn veel manieren om ze te verdelen.
Bijvoorbeeld stemmingscongruent of stemmingsincongruent. Bijvoorbeeld als iemand manisch
is (bijv. met een bipolaire stoornis) en ze hebben een waanvoorstelling en gaan naar het casino
en zeker miljoenen winnen is dat een stemming die congruent is (winnen met manie). Er zijn
ook waanideeën die niet overeenstemmen met de stemming, dus iemand heeft die waan maar
, is depressief. In termen van de typen die je zou kunnen zien zou je waanideeën als
achtervolging, zijn er andere typen zoals grandioos, referentieideeën en dat veel mensen
aangetrokken zouden zijn tot de persoon en een aantal andere waanideeën.
• Paranoïde / vervolgingswanen: deze zijn negatief; persoon is bang dat iemand hem
kwaad probeert te doen (bijv. de CIA bespioneert je; vooral federale overheid). Ze
kunnen ook denken een alien te zijn waar de overheid naar op zoek is om ze te pakken
o Sommige waanideeën zijn indicatief voor persoonlijkheidsstoornissen;
paranoïde persoonlijkheidsstoornis
• Grandioos: iemand gelooft de koning(in) te zijn, een soort god of te zijn geselecteerd
door een god om iets belangrijks te bereiken of een beroemdheid zijn, belangrijke
mensen kennen of ze kunnen geloven een alien te zijn die met een doel hier is.
o Indicatief voor narcistische persoonlijkheidsstoornis waar grootsheidgevoel is
maar het niet stijgt tot een waanniveau.
• Idee van referentie: iemand gelooft dat gebeurtenissen van buitenaf die niets met hen
te maken hebben wel met hen te maken hebben. Iemand zou kunnen zeggen dat ze
dachten ze een natuurramp in een ver land veroorzaakten omdat ze negatieve
gedachten hadden. Externe gebeurtenissen hebben een persoonlijke betekenis
o Indicatief voor schizotypische stoornis
• Waanvoorstelling van aantrekking: iemand gelooft dat een beroemdheid of mensen
die niet beroemd zijn zich echt aangetrokken voelen tot hen en dat beroemdheden
berichten in films of via tv sturen om hun aantrekkingskracht te laten blijken
bijvoorbeeld door telepathie.
o Indicatief voor theatraal persoonlijkheidsstoornis
In termen van het begrijpen van een structuur van wanen is het belangrijk te onthouden dat
we meestal een centrale waan zien of een paar belangrijke wanen en dan een aantal kleinere
perifere wanen die er bijna alleen lijken te zijn om de belangrijkste waan te ondersteunen.
Iemand moet nieuwe waanideeën creëren die de belangrijkste valse overtuiging ondersteunen
om daarin te blijven geloven. Het is ongebruikelijk om slechts één primaire waanvoorstelling
te zien en helemaal geen andere waanvoorstellingen.
Verschillende behandelingsstrategieën: een goede therapeut-patiënt relatie/band
opbouwen, vervolgens de bestaande twijfel zoeken; zoeken naar scheuren in de overtuiging
en vervolgens helpen alternatieve theorieën te genereren en te testen of verklaringen voor de
waanvoorstelling. Soms is een waanvoorstelling zo stevig dat alle nieuwe informatie de
waanvoorstelling alleen maar sterker maakt of de nieuwe informatie wordt genegeerd. Iemand
zal vooral aandacht schenken aan zaken die de waanvoorstelling bevestigen. Afhankelijk van
de basis van de waanvoorstelling, niveau van inzicht, de psychische stoornis die tot psychose
zou kunnen leiden en hoe cyclisch die stoornis is, kunnen behandelstrategieën effectief zijn.
Psychosenet: Bram over zijn psychose en herstel (2015)
https://www.youtube.com/watch?v=EM9W02jAsT8
Kreeg een psychose toen hij 15 was. Hij wilde iets in de horeca gaan doen, hij verdiepte zich
daar veel in tot diep in de nacht. Hij werd verward, ging slecht slapen, eten en ging zich
afzonderen. Vanuit de collegebanken zat hij ineens op een gesloten afdeling. Hij kreeg na de
beginnende klachten stemmen die hem ook opdrachten geven, dit proces ging langzaam. Dat
ontstond niet in één keer, het sluimert er in en ineens raak je de regie kwijt en eindig je in een
psychose.