Dit is een samenvatting van de belangrijkste stof uit de colleges. De informatie is weergegeven in overzichtelijke rijtjes. De informatie is aangevuld met korte voorbeelden.
Taalverandering
Zolang er taalvariatie is, is er taalverandering, De ene variant kan
de voorkeur krijgen boven de andere variant.
Twee soorten taalveranderingen
1. Intern: aangedreven door het taalsysteem
Uitspraakgemak
Efficiëntie/economisch taalgebruik
Analogie
- Stutevants Paradox: klankverandering is regelmatig, maar veroorzaakt
onregelmatigheid; analogie is onregelmatig, maar zorgt voor
regelmatigheid. Analogie repareert dan rijtjes, maar dat gebeurt wel op een
onregelmatige manier.
Isomorfie principe: taalgebruikers hebben behoefte aan een functionele
taal: ideaal: een vorm, een betekenis. gelijkluidende woorden wordt
vaak dezelfde betekenis gegeven en verschillend klinkende woorden een
andere betekenis. Maar wel homoniemen en synoniemen, dus soms die
neiging dan niet.
Homofonie voorkomen
Blokkering: klankverandering gedeeltelijk tegengehouden door
bijvoorbeeld grammaticale condities. Zoals: Nederlands schwa-apocope,
maar niet bij de verleden tijd van de regelmatige zwakke werkwoorden.
‘Maakte’ wordt niet ‘maakt’ want dan zou de tegenwoordige tijd
samenvallen met de verleden tijd
2. Extern: aangedreven door een impuls buiten het taalsysteem
Taalcontact: verandering door contact met sprekers van andere talen.
Prestige
- Openlijk: volgens algemene normen. Ook normen van groep sprekers met
een hoge positie. Change from above = bewuste taalverandering
- Verborgen: tegenspraak met algemene normen maar in overeenstemming
met de normen van de groep die geen hoge positie in de maatschappij
heeft. Change from below = onbewuste taalverandering.
Sociale factoren (sociolinguïstiek): gender (Poldernederlands: ‘ij’-klanken
wordt verlaagd naar een soort ‘ai’: vraihaid), leeftijd, klasse (zie ook
prestige), etnische groep, regionaal.
Ontlening: woorden uit andere talen. T2 beïnvloedt T1. Veel invloed van
Duitse, Franse en Engelse woorden. We passen deze ontleningen wel
vaak aan. T1 beïnvloedt T2 (interferentie), zoals: Nederlands accent in het
Frans of Engels. Fonologie/morfologie/syntaxis vooral overgenomen.
Pidgin: een taal die ontstaat uit een taalcontactsituatie. Taalcontactsituatie
bestaat uit meer dan twee talen. Geen gemeenschappelijke taal ten tijde van
het ontstaan, niemand spreekt pidgin als moedertaal, imperfect leren.
, Betrekken het gros van hun woordenschat uit één taal, maar de grammatica is
een compromis tussen contacttalen.
Creootaal:
- Moedertaalsprekers
- Kan alleen gebruikelijke functies aan
- Taalkundige en grammatical functies en een grote woordenschat
Talen
- Circa 5000 tot 6000
- Veel moeten nog ontdekt worden
- Veel zijn uitgestorven
- Definitie taal vs. Dialect
Taal: afgebakende fenomenen die onderling onverstaanbaar zijn
Dialect: varianten die bij een taal behoren die onderling verstaanbaar zijn
Classificatie
- Typologisch: SOV, VSO, OVS etc
- Genetisch:
Taalfamilies (groepen gerelateerde dalen die dezelfde voorouder hebben),
Regelmatige klankveranderingen (in een bepaalde periode, conditie
verandert de taal op dezelfde manier)
Systematische veranderingen (shared innovations: verdingen die talen in
een subgroep gemeen hebben ten opzichte van hun voorouder)
- Prototaal (geconstrueerde taal waarin geen geschreven bronnen betaan,
aangegeven met een *) door reconstructie herleiden
Periodisering
- Ca. 1000 v.Chr: protogermaans
- Rond jaar 0: Germaans
- Voor 1100/1200: Oudnederlands
- 1100/1200-1500/1600: Middelnederlands
- 1500-1700: Vroegnieuwnederlands
- 1700-heden: Nieuwnederlands
Klankwetten van Grimm
: wetmatigheid in de verschuiving van medeklinkers in Indo-Europese talen:
Germaanse klankverschuiving
Bh B P f
Dh D T Θ = th
Gh G K H
Zwaktepunten stambomen
- Veronderstelt prototaal zonder dialectvariatie
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper FIMK. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,74. Je zit daarna nergens aan vast.