SUMMERCOURSE 2022
SAMENVATTING EXTERNE VERSLAGGEVING
MASTER ACCOUNTANCY NYENRODE
ANNE VAN ASTEN
,College 1
Onderwerpen:
- Structuur en inrichting van Titel 9 BW 2 en de RJ-richtlijnen; structuur en inrichting van het Conceptual
Framework, de standaarden en de interpretaties van de IASB; het endorsement proces van IFRS binnen
de Europese Unie
- Omvang van rechtspersonen (groot, middelgroot, klein, micro) en daaraan gekoppelde verslaggevingsver-
eisten
- Waarderingsgrondslagen, in het bijzonder actuele waarde en fair value accounting en actuele waarde
- Sturen van cijfers (earnings management)
Doel externe verslaggeving
- Inzicht in de financiële positie
o Normen maatschappelijk verkeer (Titel 9, RJ, IFRS, jurisprudentie)
o Economische beslissingen; beslissingen die vermeerdering of vermindering van economisch potenti-
eel met zich meebrengen
o Vermogen, resultaat, liquiditeit en solvabiliteit
▪ EV: verschil activa en verplichtingen, géén verplichte uitstroom middelen
▪ VV: verplichte uitstroom van middelen
▪ Lasten/ kosten: vermindering economisch potentieel
▪ Baten: vermeerdering economisch potentieel
▪ Opbrengsten: verschil met baten is dat de opbrengst daadwerkelijk ontstaat vanuit de core-
business
▪ Solvabiliteit: vermogen van onderneming om op langere termijn te voldoen aan economische
verplichtingen
▪ Liquiditeit: vermogen van onderneming om op korte termijn te voldoen aan economische ver-
plichtingen
o Inzicht gekoppeld aan kwalitatieve kenmerken informatievoorziening (zie hieronder ‘kwaliteitscriteria’)
- Verantwoording door bestuur
o Terugkijken
o Decharge voor het bestuur van onderneming verlenen van kwijting aan een bestuurder voor het ge-
voerde beleid
Verschillen tussen RJ en IFRS ontstaat m.n. omdat RJ zich aan de Nederlandse wet (titel 9) moet houden.
Kapstokartikel 9:362
Jaarrekening dient volgens normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd een zo-
danig inzicht te geven dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd omtrent het vermogen en het resultaat, als-
mede voor zover de aard van een jaarrekening dat toelaat, omtrent de solvabiliteit en de liquiditeit van de rechtsper-
soon.
Maatschappelijk verkeer: iedereen die een belang heeft bij de jaarrekening (gebruikers jaarrekening)
Eigen vermogen is ‘duurder’ dan vreemd vermogen doordat het risico hoger is.
Instituties EV
- Europese wetgever (richtlijnen en verordeningen)
- Nederlandse wetgever
- Raad voor de Jaarverslaggeving
- Rechterlijke macht (ondernemingskamer + Hoge raad)
- Toezicht op financiële verslaggeving door: Wet toezicht financiële verslaggeving, AFM
Wet- en regelgeving: IAS, IFRS, Titel 9, RJ, Jurisprudentie, Toezicht op financiële verslaggeving
IAS-verordening
- Goedkeuringsmechanisme (endorsement)
- Afdwingen consistente interpretatie en toepassing (enforcement)
- Uitbreiding scope
1
,IASB --> IFRS standaarden worden uitgevaardigd door IASB
- Regelgevend orgaan
- Privaatrechtelijk
- Opvolger van IASC-board
- Volledig onafhankelijk
- Vaardigt standaarden en interpretaties (IFRS) uit
- Heeft bestaande standaarden (IAS) en interpretaties indertijd overgenomen
Conceptual Framework IASB
1. Objective of General Purpose financial reporting
2. Qualitative characteristics of useful financial information
3. Financial Statements and the reporting entity
4. Elements of financial statements
5. Recognition and Derecognition
6. Measurement
7. Presentation and Disclosure
8. Concepts of Capital and Capital Maintenace
Stramien
Stramien (richtlijn 930) - fundering waarop de jaarrekening is gebaseerd
- Gebruikers en doel jaarrekening
- Grondbeginselen zie toelichting hieronder
- Kwalitatieve kenmerken
- Elementen jaarrekening
- Verwerking (recognition)
- Waardering (measurement)
- Vermogensbegrippen en vermogensinstandhoudingsdoelstellingen
Stramien vs. Conceptual Framework
- Hoofdkenmerken stramien: Begrijpelijkheid, Relevantie, Betrouwbaarheid, Vergelijkbaarheid
- Fundamentele kenmerken FW: Relevantie, Getrouwe weergave
Kwaliteitscriteria (Stramien) op deze manier inzicht in financiële positie
- Betrouwbaarheid Vrij van wezenlijke fouten en vooroordelen [A]
- Relevantie Als dit de economische beslissingen van gebruikers beïnvloed
- Begrijpelijkheid Voor verstandelijke leek
- Vergelijkbaarheid Binnen de jaarrekening, in tijd en binnen branche
[A] Verschil tussen wezenlijke en materiele fout: bij een wezenlijke fout zal de economische beslissing van een
gebruiker zeker worden beïnvloed. Bij een materiele fout zou de economische beslissing van een gebruiker beïnvloed
kunnen worden.
Er is altijd sprake van een spanningsveld tussen relevantie en betrouwbaarheid, hoe meer relevant minder betrouw-
baar, hoe betrouwbaarder, hoe minder relevant. 5 jaar na balansdatum is jaarrekening doorgaans heel betrouwbaar
(schattingsonzekerheid neemt af), maar veel minder relevant omdat aandeelhouders etc. er niets meer aan hebben.
2
, Grondbeginselen
- Toerekeningsbeginsel Transacties toerekenen aan de periode waarop deze betrekking heeft
- Continuïteitsbeginsel Waardering op basis van veronderstelling dat onderneming > 1 jaar
(1 jaar vanaf vaststellen jaarrekening)
Als je het toerekeningsbeginsel niet toepast dan kasstelsel (kosten verantwoorden wanneer je ze ook uitgeeft, baten
verantwoorden wanneer je ze ook ontvangt). Balans bij kasstelsel zou bestaan uit enkel kas en eigen vermogen. Kas-
stelsel wordt enkel toegepast bij Rijksoverheid.
Als je het continuïteitsbeginsel niet toepast dan liquidatiewaarde (aan de debetzijde wat men nog minimaal kan van-
gen voor de activa als deze verkocht zal worden, aan de creditzijde wat men nog maximaal moet betalen om aan
verplichtingen te voldoen). Liquidatiewaarde wordt enkel toegepast als een faillissement van onderneming onontko-
melijk is.
Principes/ beginselen (arceringen horen bij voorgenoemde grondbeginselen + kwaliteitscriteria)
- Matching-beginsel Kosten matchen aan opbrengsten
- Realisatiebeginsel Opbrengsten nemen zodra deze gerealiseerd zijn + kosten verantwoorden
wanneer ze zich voordoen
o.b.v. regelgeving opbrengstverantwoording (college 2)
- Voorzichtigheidsbeginsel Verliezen nemen zodra ze worden voorzien [A]
--> het geval als kosten niet meer gematcht kunnen worden aan opbrengsten
- Substance over form Economische realiteit prevaleert voor juridische vorm
--> als je de economische risico’s loopt, dan activeren
- Stelselmatigheid Gelijke waarderingsgrondslagen binnen jaarrekening + over jaren heen
- Materialiteitsbeginsel Zorgt het weglaten of onjuist zijn van gegevens de beslissingen van gebruiker
[A] Verliezen zijn alle kosten die je niet meer kan matchen met toekomstige opbrengsten
Elementen jaarrekening (Stramien vs FW)
Stramien Framework
Actief [A] Een uit gebeurtenissen in het verleden Bestaand economisch middel, voortgekomen
voortgekomen middel, waarover onderne- uit gebeurtenissen in verleden, waarover on-
ming beschikkingsmacht heeft en waaruit derneming volledige beschikkingsmacht heeft
economische voordelen zullen voortvloeien
Vreemd vermogen/ Bestaande verplichtingen voortkomend uit Een bestaande verplichting om een econo-
verplichtingen [B] gebeurtenissen in het verleden waarvan de misch middel over te dragen voortkomend uit
afwikkeling resulteert in een middelenuit- gebeurtenissen in het verleden
stroom die economische voordelen in zich
bergt
Eigen vermogen Overblijvend belang in de activa na aftrek van al haar vreemd vermogen, leidt niet tot een
verplichtte uitstroom van middelen
Baten Vermeerdering van economisch potentieel, Vermeerdering in activa/ vermindering van
uitmondend in een toename van EV, leidt passiva die tot een vermeerdering in het EV
tot instroom van middelen. Anders dan leidt
transacties met aandeelhouder.
Lasten Vermindering van economisch potentieel, Vermindering in activa/ vermeerdering passi-
uitmondend in een afname van EV, leidt tot va, dit tot een vermindering in het EV leidt
uitstroom van middelen. Anders dan trans-
acties met aandeelhouder.
[A] - Activeringscriteria
- Waarschijnlijkheid economische voordelen (virtual certainty: de kans dat opbrengsten worden teruggenomen
moet heel klein zijn, je mag dus alleen opbrengsten nemen als de kans dat deze worden teruggenomen heel
klein is)
- Economische beschikkingsmacht; jij kan bepalen of het ingezet wordt voor economische activiteiten en loopt
het economische restrisico
- Transactie ontstaan uit verleden
- Omvang betrouwbaar vast te stellen
[B] – Criteria verplichting twee soorten verplichtingen: schulden en voorzieningen
- Feitelijke (door gedragingen organisatie) of in rechte afdwingbare (juridisch afdwingbaar) verplichting
- Waarschijnlijke uitstroom van middelen (more likely than not)
- Transactie ontstaan uit verleden
- Omvang betrouwbaar vast te stellen
Verschil voorziening en schuld --> omvang en/ of moment van afwikkelen is onzeker bij een voorziening
3