Werkgroepen - Project Criminologie
WG-01: Introductie + afbakenen onderwerp.
Beschrijvende of verklarende onderzoeksvraag beantwoorden in paper. Moet bestaande kennis
vinden (wetenschappelijke literatuur).
Schrijfproces: 4 fasen. 2x door schrijfproces heen: periode 1 en periode 2
1. Planfase: (resultaat: onderzoeksopzet)
- Probleemoriëntatie: waar wil ik het
over hebben, wie wil ik bereiken.
- Vraagstelling: vragen stellen en
opdelen in kleinere vragen.
- Zoekplan: opzoek naar
relevante/actuele wetenschappelijke lit.
Hoe doe je dit?
- Voorlopige tekstindeling: Op papier
zetten wat je tot nu toe hebt.
2. Schrijversfase:
- Onderzoeksopzet vertalen naar tekst,
duidelijk maken voor docent, etc.
3. Lezersfase:
- Tekst herlezen
- Bekijken vanuit oogpunt lezer
- Tekst verbeteren en verduidelijken.
4. Redigeerfase: (resultaat: volwaardig paper)
- Kritische controle
- Inhoud en vorm: pagina nummers, verwijzingen, grammatica, spelling.
- Afwerking
Week 1: Planfase: bedenk (globaal) onderwerp voor literatuuronderzoek.
Keuze uit 3 thema’s:
1. Daders van criminaliteit
2. Slachtoffers van criminaliteit
3. Reacties op criminaliteit (zoals strafrecht/gedetineerden, maar niet juridisch paper, veel juridische
bronnen)
Niet voedselfraude en TBS, blijf binnen 1 thema: onderzoek niet te breed.
Als onderwerp leugendetectie?: Discussie op een rij zetten: waar staan we over leugendetectie.
Bekijk éérst de kennisclip ‘opstart van criminologisch onderzoek’ op de informatiepagina
‘Probleemoriëntatie’. Over onderwerp na gaan denken voor deze week.
Practicum 2: Onderwerp van criminologisch paper en onderzoeksvraag (als onderwerp is
afgebakend).
Voorbereiding PR2:
- Bestuderen informatiepagina ‘Probleemoriëntatie’, incl. Bekijken kennisclips.
- Onderwerp kiezen en invullen op Jamboard (link in mededeling canvas), ziet niet vast, maar
gaat er verder over nadenken in practicum.
- Bestuderen info over “onderzoeksvraag” op pagina “vraagstelling”, incl. bekijken kennisclip.
,Informatiepagina ‘Probleemoriëntatie’: clips
Wat: bedenken en afbakenen van een onderwerp:
1. Opstarten criminologisch literatuuronderzoek:
Bedenkt onderwerp en denkt dan waar je het
specifiek over wilt hebben.
- Stel onderzoeksvraag die je aan de hand van
wetenschappelijke bronnen gaat beantwoorden.
- Criminologisch interessant en relevant onderwerp
kiezen: kijk naar criminologische documentaires bijv.
LET WEL OP!:
1. Is het wel relevant? Is er bepaald belang om meer
over het onderwerp te weten te komen en voor wie
dan?
2. Voldoende literatuur? Moet al onderzoek naar gedaan zijn.
3. Te nieuw onderwerp?: hele nieuwe ontwikkelingen of vormen criminaliteit misschien niet
genoeg bronnen voor literatuuronderzoek.
4. Morele i.p.v. wetenschappelijke discussie?: niet op emotie of opinie focussen, baseren op
wetenschappelijke informatie. Ethisch gevoelige onderwerpen zijn lastig!
Afbakenen van onderzoek:
Onderzoek verder specificeren. Bijv. gekozen onderwerp: organisatiecriminaliteit, daar moet je een
subonderwerp van kiezen. Zoals ‘Fraude’, daarbinnen heel veel typen: zoals ‘vleesfraude’. Door
afbakenen krijg je meer diepgang in je paper en is er makkelijker literatuur te zoeken.
Liever veel schrijven over minder (kleiner onderwerp), dan weinig schrijven over veel. Maar ook weer
niet té specifiek maken (individuele dader/slachtoffer onderzoeken of criminaliteit in een bepaalde
wijk): mogelijk niet voldoende literatuur.
Als je onderwerp hebt gekozen die is afgebakend, alsnog heel breed: kiest specifieke focus voor je
onderzoeksvraag
Dit zijn geen onderzoeksvragen, maar
globale vragen die je kunt omvormen naar
wetenschappelijke onderzoeksvragen.
2. Oriënterend zoeken in Criminal Justice Abstracts:
Dit is een handige database voor een oriënterende zoektocht naar literatuur voor een criminologisch
,paper.
Toegang met VU-account.
Zoek in Engelse termen, meeste literatuur is Engelstalig.
Kan filters aanzetten: zo vind je specifiekere literatuur naar jouw onderzoek. Klik bijv. op ‘Scholarly
(peer reviewed) papers’.
Zoektocht weinig resultaten?: kan andere website zoeken of andere zoekterm gebruiken.
Waarom en voor wie: Doel(groep) en relevantie:
1. Doel(groep) en relevantie van wetenschappelijk onderzoek:
Waarom is het van belang om hier onderzoek naar te doen (doel/relevantie)? En wat is de
doelgroep?
Onderwerp + doel + doelgroep + relevantie = probleemstelling (of probleemoriëntatie). In de
probleemstelling maak je duidelijk wat je gaat doen en waarom. Leidt uiteindelijk tot vraagstelling
(onderzoeksvraag en deelvragen).
Doelen:
- Informeren
- Verklaren
- Beoordelen
- Adviseren
- Instrueren (zeggen dat iemand het moet doen)
Om doel te bepalen:
- Wat is context van onderzoek waarover ik wil schrijven?
- Wat is de aanleiding van dit onderzoek?
- Wat wil ik met dit onderzoek bereiken?
- Naar welke type informatie of antwoorden ben ik op zoek?
- En dus: wat is het doel van mijn onderzoek?
Doelgroep:
- Voor wie (groep personen) of wat (instantie, organisatie) is dit onderzoek interessant?
- Wie is opdrachtgever van onderzoek?: kunnen criminologen zijn, politie, reclassering of
beleidsmakers. Docent is als het ware opdrachtgever, maar niet doelgroep.
- Wie wil meer over onderwerp te weten komen?
- Wie kan praktisch iets met de resultaten?
Versterkt doel onderzoek en kan relevantie onderbouwen.
Waarom/relevantie:
- Waarom zijn de resultaten van dit onderzoek belangrijk?
- Welk ‘probleem’ lost het onderzoek op?
- Wat is de toevoeging van dit onderzoek?
- Waarom is het onderzoek dus relevant?
, Maatschappelijke relevantie: voor samenleving. Veel actoren (burgers, overheid, politie, etc.), al snel
relevant! Burgers slachtoffer, maar gevolgen criminaliteit voor maatschappij aanzienlijk (economisch
etc.). In mijn paper moet ik specifiek aangeven waarom onderzoek dat ik wil uitvoeren over naar
door mij afgebakend onderzoek relevant is voor maatschappij.
Hoe geef je dit specifiek aan?:
- Verwijzen naar actualiteiten, krantenberichten, recente cijfers, maatschappelijk debat in media of
politiek. Bijv. effecten op slachtoffers, onrust etc.
Wetenschappelijke relevantie: bijdrage/toegevoegde waarde die paper heeft voor
wetenschapspraktijk.
Bijdragen aan halen eerdergenoemde doelen: informeren, verklaren. Wordt als het ware een gat
gedicht.
Hoe geef je dit specifiek aan?:
- Verwijzen naar eerder uitgevoerd onderzoek, toegevoegde waarde uitkomst van dit onderzoek (kan
overzicht van kennis bep. onderwerp/nieuwe combinatie literatuur, vanuit versch. disciplines naar
probleem kijken, of kijken naar opkomend probleem aan de hand van al bestaande theorieën).
Vooral overzicht geven kennis over bepaald onderwerp: overzicht uitkomsten al gedane
onderzoeken. Wel van belang dat je specifieke wetenschappelijke relevantie aangeeft en
onderbouwt!
Wel realistisch blijven over de te verwachten uitkomsten: kan niet zeggen dat bepaalde mensen geen
slachtoffers worden of bep. criminaliteit
voorkomen. Gaat probleem niet met paper
oplossen.
Planfase: maak een duidelijk plan:
- Je thema
- Je afgebakend onderwerp
- Het doel
- De doelgroep
- De relevantie (wetenschappelijk en
maatschappelijk)
Hiermee kom je tot een vraagstelling
uiteindelijk.