Bestuurlijke Ethiek
H1: Inleiding
Ethiek
Kritiek ethiek Weerlegging kritiek
We weten allemaal al wat goed/slecht is We hebben lang niet altijd een idee van
wat goed/slecht is
Ideeën over wat goed/slecht is, zijn Transcendentie: normen zijn niet
subjectief subjectief, ze overstijgen ons. Een groep
mensen hangt dezelfde normen en
waarden aan
Wetenschap gaat over feiten ipv over Wetenschap gaat wel over ethiek (wat is
waarden waardevol om te onderzoeken? Wat is
goed bestuur? Aan welke normen moet
worden voldaan?)
Afspraken over bestuur zijn wettelijk Besef hebben van eigen normen en
vastgelegd waarden en bestaande normen en
waarden in de samenleving. Recht kan
dus niet op zichzelf bestaan, het is ethisch
zo bepaald
In de politiek zit ethiek in de weg Politicus moet juist ethisch zijn
De goede vorst
Erasmus:
- Deugdzaam: rechtvaardig, vrijgevig en eerlijk deugdzaamheid is haar eigen
beloning: je wordt er zelf een beter, gelukkiger en voller mens van
- Voorbeeldgedrag
- Vermijdt oorlog
Zorgt voor stabiliteit en welvaart in de samenleving
Machiavelli:
- Durf ondeugdzaam of slecht te zijn als het nodig is, maar doe dan wel alsof je
deugdzaam bent, want de massa trapt hier toch wel in, omdat zij liever goedheid
dan slechtheid willen zien in een vorst. Ondeugdzaam durven zijn, omdat andere
mensen ook slecht zijn.
- Deugdzaam zijn als het mogelijk is, moreel goed handelen als het mogelijk is. Een
goed bestuurder heeft dus wel deugden.
- Ethiek zit in de weg bij politiek. Hij ontkent ethiek en politiek niet. Politiek heeft
gewoon haar eigen regels.
- Doel van politiek handelen is veiligheid, vrijheid en welzijn van het volk. Dus niet
machtsbehoud!
Wat moet een heerser dan doen volgens Machiavelli?
- Beter gierig dan vrijgevig zijn, want als je vrijgevig bent dan moet je steeds meer
geven wat niet kan waardoor teleurstellingen komen.
- Beter gevreesd dan bemind: een beetje angst creëren zodat je als vorst op je plek
kan blijven en het meeste geregeld krijgt.
- Beter liegen dan woord houden, want de bevolking wil dat de bestuurder te
vertrouwen is en wil resultaten zien. Je moet dus liegen om de schijn hoog te
houden.
Radicale positie ten opzichte van ethiek en twee andere benaderingen
- Ethiek doet er niet toe: goed/slecht is een verzinsel. Politiek gaat om winnen
Maar twee andere benaderingen:
De mens is van nature goed en wordt slecht door de omgeving
, Ethiek speelt overal een rol. Ethische deliberatie is onvermijdelijk
H2: Utilisme
Redenen voor ethische theorieën:
1. Normatief: geeft aanwijzingen over wat goed/slecht is
2. Transcendentie: gemeenschappelijke basis
Kenmerken utilisme
- Consequentialisme: kijkt naar de gevolgen van de handeling
- Utiliteitsprincipe: neutraal calculeren wat zoveel mogelijk plezier en zo min
mogelijk pijn (= geluk) teweeg brengt voor de grootste groep, de samenleving
(calculerend). Moeilijke afwegingen worden dus gereduceerd tot hanteerbare
eenheden, zodat zaken vergeleken kunnen worden
- Gaat om nut
- Is een organisatie-theorie: ze overziet het geheel waarin verschillende dingen
tegen elkaar af worden gewogen door ze een gemeenschappelijke noemer te
geven
Nadelen utilisme
- Moeilijke inschatting van gevolgen
- Moeilijke afweging van alternatieven
- Is het calculerende karakter, met het beste voor de meerderheid wel zo goed? Bij
een rechtszaak zou dat automatisch betekenen dat door een meerderheid iemand
onterecht kan worden opgepakt.
- Nadruk op gevolgen, kijkt niet naar intenties of intrinsieke motivaties. Hierdoor
kan dus de morele kern onder tafel worden geschoven en komt het principe het
doel heiligt de middelen naar boven.
- Lust en plezier zijn subjectieve gewaarwordingen van de vervulling van het
streven naar iets goeds/waardevols. Je doet dus iets met het oog op positieve
gevolgen. Wij beogen dus niet simpelweg lust of plezier.
Taylor:
Taylor’s kritiek op het utilisme
We hebben preferenties van de eerste en tweede orde: onze verleidingen (eerste
preferentie, iets dat je wilt: bijvoorbeeld elke dag snacks eten of een sigaret roken) en het
kwalitatief karakter van de tweede orde preferenties (wat je écht wil: bijvoorbeeld het
grotere belang voor jouw gezondheid). De tweede orde preferenties kunnen tegenstrijdig
zijn en er kan een zaak van grote waarde op het spel staan. De menselijke ervaring en
beleving wordt miskent door het utilisme. Het houdt geen rekening met eerste en tweede
orde preferenties.
Reflectieve zelf-evaluatie: je kan op twee manieren kijken naar de eerste orde
preferenties.
1. Weak: kijken naar de eerste orde preferenties in de zin van voel ik me er lekker bij
(Bentham’s geluksbegrip, kwaliteit bestaat niet, gaat om het geven van getallen
aan preferenties, kwantiteit).
2. Strong: kijken naar de eerste orde preferenties in de zin van of het goed is. Gaat
om de kwaliteit van preferenties volgens Taylor. Soms vind je jouw preferenties
goed en soms minder goed. Wij evalueren onszelf in allerlei kwalitatieve begrippen
die bepalen of iets wel of niet goed is, gaat dus niet alleen erom of je, je er lekker
bij voelt.
Big Data
, Bij Big Data werk je met hele grote bestanden waaruit je bepaalde resultaten kunt
krijgen. Je accepteert daarbij de slordigheid en rommeligheid en dat je dus niet alles hebt
meegenomen. Je probeert door de grote hoeveelheid data bepaalde patronen te zien.
Voorbeelden hiervan zijn algoritmes op websites.
Gaat soms mis:
- Als een algoritme een verkeerd kledingstuk aanraad is het niet zo erg, maar als
algoritmes worden gebruikt bij het uitnodigen van sollicitanten, dan kan dat ertoe
leiden dat bepaalde mensen niet worden uitgenodigd terwijl die misschien wel
geschikt waren.
- Wat als op basis van foutieve algoritmen een onschuldig iemand wordt opgepakt?
H3: Ethiek van Rechten en Plichten - deontologie
Normatieve theorie: zegt niet hoe de wereld is, maar hoe hij zou moeten zijn. Je kan er
dus niet aan toetsen of hem verifiëren, waardoor je niet kan zegen of hij waar of onwaar
is.
Kant
Mens volgens Kant: wij zijn allemaal gelijk in het fenomeen dat wij vrije wezens zijn: wij
zijn deels onderhevig aan de gedetermineerde x y wereld, maar kunnen ons hieraan
onttrekken door onze vrije wil, door onze ratio.
Waarom Kant geen utilist is:
- Kijkt niet naar gevolgen, maar kijkt naar het plichtsgevoel en de goede wil daarbij.
Je handelt niet omdat je een bepaalt effect beoogt bij Kant.
- Gaat erom dat je iets doet wat inherent en intrinsiek goed is. Dus de handeling
moet intrinsiek goed zijn, gaat om de motivatie erachter (input ipv output). Gaat
om de kwaliteit van de maxime.
- Goed handelen is dat wat op zichzelf goed is, niet iets wat in jouw voordeel is
(denk aan een moedige brandweerman en een moedige terrorist).
Kritiek op utilisme:
- Utilisme is niet objectief: er is geen duidelijk idee wat voor ons allemaal geluk/nut
is
- Wij hebben niet altijd volledige grip op onze gevolgen: het resultaat heb je nooit
helemaal aan de hand
- Wij verschillen van dieren in de zin van dat wij wel gedetermineerd zijn, maar dat
wij wel onze vrije wil hebben. Als je alleen naar de gevolgen kijkt dan ga je dus
ervanuit dat wij net als dieren zijn.
Alternatief voor utilisme: kenmerken deontologie (plichtethiek, regel-ethiek, rechten-
ethiek)
Drie stappen:
1. De goede wil: omvat de plicht om zich aan de regels te houden die een redelijk
wezen zichzelf zou stellen. Dat wat wij onvoorwaardelijk goed vinden, gaat om de
bedoeling achter een handeling niet om het resultaat. Als jij dus moeite hebt
gedaan voor iets met een goede bedoeling, maar het is uiteindelijk mislukt, dan is
het alsnog goed wat je hebt gedaan.
2. Handelen uit plicht: een handeling doen vanuit een bepaald plichtsgevoel,
omdat de handeling een intrinsieke waarde heeft.
3. Handelen op basis van een eenduidige richtlijn, een maxime: regels voor
jouw handelen, gebaseerd op jouw eigen verstand. (voorbeelden: ik betaal mijn
schulden altijd terug, mijn familie gaat altijd voor,