KT 1.1
FH
Sagitta – pijl
Sagittale as of AP-as loodrecht op frontaal vlak (abductie bv)
Longitudinale of verticale as loodrecht op transversaal vlak (rotatie)
Frontale as of transversale as (mediolateral) loodrecht op sagitaal vlak (flexie en extensie)
massage
KNGF: lage rugpijn, artritis knie en heup, parkinson masseren whiplash niet
Massage klinisch bewezen en financieel effectief bij blessures en gezondheidsproblemen
Andere interventies goedkoper
Weefselschade : onstekingen, verklevingen, proliferatie fase
Verklevingen tussen fasies (opper en onderhuid)
Verminderen lymf oedeem
Triggerpoints (klein gedeelte spier in contractie)
Pijnvermindering
Stimulatire parasympatisch zenuwstelsel
Handen wassen
Inspectie en palpatie
Technieken
Intermittent drukken
Effleurage
Petrissage
Frictions
Tapotage
Huid translatie(rollen)
Spier schudden en rollen
Handen wassen
Raamwerk onderzoek:
Screening (DTF), anamnese, inspectie (in rust), palpatie, klinimetrie, basisonderzoek(functioneel en
functie onderzoek) , specieel onderzoek(actieve en passieve structuur)
Methodisch handelen
,Screening: zonder verwijzing naar de fysiotherapie: klinische vlaggen: screenen op ernstige
pathologie. Moet er doorverwezen worden.
Symptomen: door patient
Signs: wat je zelf ontdekt
Anamnese: vraaggesprek
Fysiotherapeutisch onderzoek - palpatie, klinimetrie, basisonderzoek(functioneel en functie
onderzoek) , specieel onderzoek(actieve en passieve structuur)
Formulering van de fysiotherapeutische diagnose en indicatiestelling – wel of niet
behandelen
Behandelplan maken – einddoel subdoel tijd en hoe
Uitvoering van de behandeling
Evaluatie
Afsluiting
Klinimetrie: instrumentele metingen, perfomance tests, observatie lijsten, PROMS
MRC – medical research council
FET- force evaluating testing
Basisonderzoek:
Functioneel onderzoek: orienterende testen op problematische handelingen en elementaire
basisvaardigheden
Functie-onderzoek – ROM :
-Lokaal actief (door client uitgevoerd, rond anatomische assen)– testen totale fysiologische
gebeuren van de bewegingen in te onderzoeken regio. Pijn: wanneer, waar, wat voor soort,
herkenbaar. Rom. Coordinatie. Crepitaties , bereidwilligheid om te bewegen
-Lokaal passief (door fysio, anatom.)– testen op niet contractiele structuren en lengte
musculatuur. Weerstand: angst, pijn, neurologisch . pijn:etc. crepit. Rom. Eindgevoel
-Algemene weerstand – orienterende testen op muscolo-tendinogene problematiek: algemene
kracht. Isometrische contractie . MLPP(ruststand gewricht) weerstand langzaam opbouwen en
afbouwen
-Aangrenzende regio
Keuzes:
Specieel onderzoek
Actieve structuren:
Spierlengte: opsporen verkortingen, pijnprovocatie
Selectieve weerstand: meten spierkracht 0-5
, Selectieve weerstand pijn: pijnprovocatie bevestigen welke spier pijn doet. Isometrisch
Gecombineerde testen: als spiercontractie, uitduwen en drukken. Passieve verlengen
Passieve structuren:
Ligamenten: bandentesten . ligamentaire insufficientie, provoceren van pijn
Compressie: kraakbeen (discus intervertebralis), gewrichtsoppervlakken, bot,
slijmbeurs(bursa) provoceren van pijn
Joint-play
Neurologische testen- zenuwrek of compressie, CNA
Sensibiliteit
Reflexen
ROM – maximale bewegingsuitslag van het gewricht
Flexibiliteit – Rekbaarheid van de spier
Verminderde musculaire lenigheid:
Relatieve spierverkorting -> hoge spiertonus (kracht die de spier uitoefent op
aanhechtingspunten in rust) -> behandelen: rekken, ontspanningstherapie, massage,
dryneedling
Absolute spierverkorting - > contractuur (vermindering sacromeren) -> behandelen:
contracties spier in verlengde positie(excentrisch trainen), actief oefenen gewenste trajecten
Botten niet belasten: osteoporose
Kraakbeen niet belasten: artrose
Spieren niet belasten: artrofie (use it or lose it)
Sacromeren als je niet gebruikt worden inactief. Prikkel aanbieden die nieuwe sacromeren activeert
MET (muscle energy techniques):
R.I.(reciproke inhibitie): antagonist aanspannen
Chronisch:
PFI (post-facilitatie inhibitie) na contractie spier onstaat er automatisch korte en latente periode van
ontspanning van deze spier. Rek met aanspanning zorgt voor een betere doorbloeding
PIR (postisometric relaxation)
Statisch rekken: vermoeidheid van myotatische reflexboog en adaptie van het zenuwstelsel aan de
verlengde positie
, Verhoogde tolerantie voor rekspanning en rekpijn
Dynamisch rekken: verbeterde doorbloeding, toename temperatuur waardoor een veranderde
viscoelasticiteit afname viscose toename elasticiteit
Ballistisch rekken: geeft myotatische reflex geen kans te beschermen. Kans op scheuring
PNF: hold-relax(PFI), contract-relax(PFI), HRAC (PFI en PI)
Reksensor reflex voor contractie spier: spierspoel
Spanningssensor voor ontspanning ter bescherming: G.T.O. Golgi pees sensoren
Antagonist en agonist: R.I. : reciproke inhibitie
Kramp: antagonist aanspannen
Functioneel bewegen: optimaal afgestemd op structuur van het lichaam, efficient, natuurlijk
Grondvormen van bewegen: basisdingen lopen trekken duwen springen
Grondmotorische eigenschappen: CLUKS :
Coordinatie: activatie en onderlinge afstemming van de activiteit van de motorische eenheden in
spieren, Intra- en intermusculaire coordinatie
Lenigheid: flexibiliteit en bewegingsuitslagen in gewrichten
Uithoudingsvermogen: langere tijd inspannen: weerstand bieden tegen vermoeidheid
Cardiovasculair(hart long systeem), spieruithoudingsvermogen
Anaerobe en aerobe uithoudingsvermogen
Kracht: dynamische kracht en statische kracht. Voor handhaven houding en beweging.
Krachtuithoudingsvermogen maximaal kracht, snel kracht en explosieve kracht
Snelheid: afstand per tijdseenheid, bewegingssnelheid van lichaamsdelen. Startsnelheid,
reactiesnelheid, versnellingvermogem, snelheidsuithoudingsvermogen, maximale snelheid
Training: bewust creëren van fysiologische aanpassingen die het prestatievermogen vergroten;
Regelmatige, planmatige, systematische en doelgerichte toediening van prikkels
Doel paramedische training: vergroting belastbaarheid en bevordering herstel, verbetering
prestaties, preventie
Trainen fysieke belastbaarheid: lichamelijk prestatievermogen, techniek, tactiek, mentaal aspect
Lichamelijk prestatie vermogen: CLUSK