FH
Aspecifieke rug- en nekklachten
Algemene en regio specifieke rode vlaggen
Regio-specifiek; LWK
Rondom heiligbeen
Uitstralend – motorisch uitval
Profielen
1- aspecifiek met normaal beloop herstel
2- Afwijkend beloop zonder psychosociale factoren
3- Afwijkend met psychosociale factoren
Psychosociale factoren, gele vlaggen, herstelbelemmerend:
Stress, somatisatie, depressie, angsten
Andere factoren: beperking, uitstraling, wijdverbreiding, leeftijd, gezondheid, relaties collegas,
werkintensiteit.
Diagnostiek: TWK, LWK, SI, Heup
Evalutie behandeling, meetinstrumenten pijn NRS, PSK, QBPDS
CWK: invloed van klachten op dagelijks leven
4 graden: 4 –ernstige rode vlaggen
3- neurologisch
PSK NRS NDI FABQ
Relevante regios: CWK, CTO, Schouder
Langer dan zes weken – afwijkend beloop
A: 1 en 2 met normaal beloop
B: 1 en 2 met afwijkend zonder psychosociale factoren
C: 1 en 2 met afwijkend met psychosocialen factoren
D: 3 met neurologische tekenen en symptomen
Heup en knie artrose
Artrose:
Gewrichtskraakbeen
Subchondrale bot
, Botwoekering (osteofyten) aan gewrichtsranden
Synoviale membraan
Raamwerk
Screening rode vlaggen:
o Specifiek voor de knie:
Warmte en gezwollen (rode) knie
Onverklaarbare pijn in heup
Zwelling in lies
Ernstige slotklachten
Hevige pijn in rust
Anamnese: hypothese opstellen
o ICF
o Comorbiditeiten
o Klinimetrie (VAS, NRPS, PSK, HOOS, KOOS, WOMAC)
Inspectie: vanuit stand
Functioneel: bewegingskwaliteit
BFO
Specieel onderzoek
Behandeling:
ICF, Hulpvraag, motivatie, bevorderende- of belemmerende factoren, verwachtingen t.a.v. herstel
Niet behandelbaar maar begeleiden en trainen:
Mobilisaties: actief en passief
Trainen: stabiliteit, kracht en uithoudingsvermogen
Prevalentie: gedeelte van de bevolking waarbij de aandoening aanwezig is
Incidentie: aantal nieuwe gevallen per jaar
Risicofactoren: risico om het te krijgen (vooraf)
o Overgewicht
o Overbelasting
o Vrouwen: stand heupen, worden ouder, overgang (kunnen dan minder belasting
aan)
o Roken
Prognostische factoren: invloed op het proces van de ziekte (toekomst)
o Belemmerend: comorbiditeit, omgang met klachten
o Bevorderend: actieve coping, hoge mate van zelfredzaamheid
KNGF-richtlijn artrose heup en knie
Functie en activiteiten: lichamelijk onderzoek
Heup:
Pijn
Flexie ≤ 115
, Endorotatie < 15
Liespijn -> zeurend
Vaak ouder dan 45 j
Knie:
Crepitaties
Zwelling -> geen warmte
Indicatie voor fysiotherapie:
1. Kortdurende voorlichting, advies en oefen- en beweeginstructies
2. Idem + kortdurende begeleiding (6-8 w, 2x p.w.)
3. Idem + langdurige begeleiding (12-16 w, vaak met co morbiditeit of met pijn erger dan
klacht)
4. Pre- en/of postoperatieve oefentherapie
Constante pijn en dusdanige ROM-beperking -> orthopeed
Oefentherapie: alleen passief mobiliseren bij angst, anders gewoon actief
TKP: pas uit ziekenhuis bij ROM van 90 flexie (uitzonderingen)
Na operatie: niet meer op knieën kunnen zitten, niet meer kunnen hurken. ROM nooit meer als de
oude.
Na operatie mobiliteit en kracht verbeteren van mm. Quadriceps femoris, hamstrings en m. gluteus
maximus
Heup revalidatie (8-10 w) gaat vaak sneller dan knie (14-16 w)
THP: dorsaal laterale benadering of ventrale benadering
Bij dorsaal lateraal (meest voorkomend): eerste 6 weken geen adductie, flexie > 90 en endorotatie
Expliciete uitleg om luxatie te voorkomen, leefregels voor de patiënt
Eerste 4-6 weken oefenen op functieniveau en focussen op doorbloeding tegen trombose. Circulatie
moet weer op gang komen. ROM en kracht moet ook weer opgebouwd worden. Na TKP zorg voor
volledige extensie.
Fysiotherapie: docent rol en coach rol.
Reumatoïde artitis
Diagnostiek RA
Chronische, systematische ziekte
Auto-immuun ziekte – oorzaak onbekend
Met name in perifere gewrichten
Ontsteking synoviaal weefsel
Schade aan kraakbeen en bot, osteofyt vorming
Bursitis, tendinitis, en/of tendovaginitis
, Mogelijke risicofactoren: erfelijk en omgeving niet 100% zeker
Gevolgen:
Moeite met: verplaatsen, transfers, zelfzorg, huishouden, werk en hobby
Alles duurt veel langer en doet veel pijn.
Angst speelt ook een rol
Klinisch beeld:
Artritis
Aangedane ligamenten, peesschede, bursae
Pijn, zwelling, stijfheid
Bewegingsbeperkingen
Instabiliteit
Deformiteit
Spierkrachtverlies
Vermoeidheid
Mindere uithoudingsvermogen
Ochtendstijfheid langer dan 30 min – anders artrose
Verhoogd kans op andere ziekten, comorbiditeit:
Stress/depressie, infecties, CVA, COPD, malignteiten, osteoporose, diabetes type 2, secundaire
artrose
Reumatoloog doet diagnose
Beloop:
30 – 60% heeft weinig tot geen klachten
5% heeft hele erge klachten en continue pijn – zijn al in revalidatie centrum. Hebben
mantelzorger nodig
Overig – beloop is afwisselend – angst, meer begeleiding
Rol fysio:
Leren omgaan met beperking – informeren en instrueren
Verbeteren van algehele spierkracht en conditie
Samen een beweegplan maken - wat vind je patiënten leuk, wat zijn de affiniteiten van de patiënt
Communicatie is zeer belangrijk
Algemene rode vlaggen, stekende pijn, zwelling, roodheid, warmte, pijn in rust
Gele vlaggen:
Gegoogled – bang, afnemend psychisch en emotioneel welbevinden, verminderd zelfbeeld, medisch
shoppen