FYSIOTHERAPEUTISCH HANDELEN
Diagnostiek craniovertebrale instabiliteit
Doelstelling: begeleiden om het hoogst haalbare niveau van activiteiten en/of participatie en laagst
mogelijk niveau van pijn te bereiken + chroniciteit/recidief voorkomen
50-85% kans op recidief
Vaak de reden voor ziekte verzuim
70% nekpijn -> 20% bezoekt fysiotherapeut/huisarts (heeft een hulpvraag)
Psychosociale factoren belangrijk
Prognostische factoren:
Erge pijn en veel beperkingen
Eerdere nekpijn
Hogere leeftijd
Psychosociale factoren
Coping stijl
Werk (hoge druk, veel eisen, type werk)
Klinisch redeneren -> onderzoek -> fysiotherapeutische diagnose
Graad I: aspecifiek
Graad II: aspecifiek met forse invloed op activiteiten
Graad III: neurologische symptomen
Graad IV: ernstige pathologie -> doorverwijzen
Rode vlaggen voor ernstige pathologie:
(Recent) trauma
Constante pijn die niet afneemt in rust of bij verandering van houding
Recent onverklaard gewichtsverlies (> 5 kg/maand)
Kanker in voorgeschiedenis
Nachtelijke pijn
Algemeen onwelbevinden
Al langer bestaande (onverklaarde) koorts
Uitgebreide neurologische tekenen en symptomen
Regiospecifieke rode vlaggen CWK:
Fractuur: oudere leeftijd, trauma, corticosteroïdgebruik, osteoporose
Cervicale arteriële disfunctie: Cerebrovasculaire symptomen, zoals duizeligheid, dubbelzien,
misselijkheid, braken, zwakte van de ledematen en papillaire veranderingen
Ruggenmergletsel: wijdverspreide neurologische tekenen: bilateraal uitval, of sensibiliteit
Tumoren: Kanker in de voorgeschiedenis, onverklaarbaar gewichtsverlies, >50j, hoofdpijn,
braken
Systemische ziekte: hoofdpijn, koorts, uitslag, jeuk
Canadian C-Spine rule (na trauma)
,Eerst:
Ouder dan 65 jaar
Intens trauma
Paresthesie na trauma (tintelingen, prikkelend of brandend gevoel)
Foto maken
Daarna:
Bij simpele kopstaartbotsing geen foto
Patiënt kon al zitten na trauma geen foto
Patiënt heeft geen acute klachten direct na trauma geen foto
Tenzij:
Patiënt kan nek niet verder roteren dan 45 graden
Raamwerkonderzoek:
Screening
o Specifieke screeningstesten voor scheur/opgerekte ligamenten (Graad IV)
Sharp purser test
Anterior stability test atlanto-occipital
Alar ligament shear test
o L’Hermite’s sign (Graad IV)
Bij flexie CWK -> elektrische sensatie vanaf nek naar de rug
(gedemyeliniseerd ruggenmerg)
o Testen Graad III
Cluster van Wainner
Spurlings test
Tractie en distractie
ULTT
Initiële hypotheses
Anamnese -> ICF
o Frequent optredende symptomen MCI
Hoofd- schouder- armpijn
Afwijkende ROM CWK
(cook 2005) automanipulatie, locking, giving way, meerdere recidieven,
schietende pijn bij snelle bewegingen, meer aan eind van de dag,
instabiliteit, pijn bij statische houdingen, spieren voelen stijf
Gele vlaggen -> psychosociale factoren
Diepe nekflexoren test
o Biofeedback of stabiliser
Head and neck position sense
o Laser + dartbord
o Hoge dichtheid spierspoeltjes -> spieren zijn de sensoren voor positie
o Storing bij klachten
Behandeling craniovertebrale instabiliteit
,Behandelprofielen:
A: Graad I & II met normaal beloop (verbetering in eerste 6 weken)
B: Graad I & II met afwijkend beloop
C: Graad I & II met afwijkend beloop + dominante gele vlaggen
D: Graad III
Behandelprofiel A:
Informatie en advies
Risicofactoren
Beloop bespreken
Maximaal 3 behandelingen
Niet de typische instabiliteitspatiënt
Behandelprofiel B:
Ook informatie en advies etc.
Aanvullende aanbevolen therapie:
o Oefentherapie
o Evt. Mobilisaties
o Aansluiten op de doelen van de patiënt
Overwegende therapie:
o Kussen, massage, werkplek interventie
Prognostische factoren gerelateerd aan vertraagd herstel
Behandelprofiel C:
Informatie en advies zelfde als bij B maar echt gefocust op psychosociale factoren
Oefentherapie met nadruk op gedragsmatige principes – ook motivatie
Geen hands-on technieken
Afgeraden therapie: dry-needling, elektrotherapie, shockwave, ultra geluid
Beëindigen therapie: bij bereiken doelen of geen verbetering na 6 weken
MCI:
Aanspannen diepe nekflexoren
Stress
B&C voornamelijk focus op oefentherapie
Cervicale flexoren en –extensoren -> stabiliserende oefentherapie
Spiervezels kunnen van type veranderen:
Normaal zijn de cervicale diepe flexoren en –extensoren type 1 vezels. Deze kunnen veranderen in
type 2B
Head and neck sense:
Beïnvloeden reflexen:
Vestibulo-occulaire reflex -> volgen bewegende objecten
, Vestibulo-colli reflex -> stabiliseren hoofd in de ruimte
Vestibulo-spinale reflex -> stabiliseren lichaam in de ruimte
Cervico-colli reflex -> hoofd positie t.a.v. romp
MCI-behandeling:
Head position sense
Houding
Deep neck flexors met stabilizers
Artrogene en myogene beperkingen
DNF (diepe nekflexoren) hebben veel afferente spierspoeltjes
Dee controleren houding en balans via Feed-forward en feed-back mechanismes
Dysfunctie verstoort deze interactie
Diagnostiek schouderinstabiliteit
Beloop en herstel
30% na 6 weken, 50% na 6 maanden, 60% na 12 maanden
Screening:
Algemene rode vlaggen
Regio specifieke rode vlaggen schouder:
o Ernstige of persisterende klachten, dubbelzijdige klachten, lichamelijk klachten
elders, koorts, malaise, gewichtsverlies
o Heftig uitstralende pijn, ook in nek, krachtsverlies (cervicaal radiculair syndroom)
o Dyspneu, druk op borst
o Gewrichtsklachten elders (Reumatoïde artritis)
o Klachten die niet passen bij de leeftijd
Instabiliteit, ook wel MCI
Abnormale bewegingen GH-gewricht
Caput humeri is inadequaat gecentreerd
o Overmatige translatie naar anterior, posterior, inferior of multidirectioneel
o Oorzaak: traumatisch/atraumatisch/overbelasting
Stabiliserende structuren:
GH-gewrichtskapsel
GH-ligamenten
Negatieve intra-articulaire druk
o Synovia kwaliteit en kwantiteit -> verandering in druk
Labrum
Lange pees biceps
o Stabiliseert vanaf 90 graden abductie
o Gaat door sulcus intertubercularis en hecht vast aan labrum -> meest superieure
deel/12 uur