Week 1
Onderwerpen:
Inleiding in het systeem van het privaatrecht, rechtssubjecten, indeling rechten, rechtsfeiten,
totstandkoming overeenkomsten
Bestuderen:
- Hoofdstukken vermogensrecht, hoofdstuk I en hoofdstuk II, paragrafen 2.1- 2.4
- Schema Rechtsfeiten (Canvas, module week 1)
- De literatuur behorend bij het Verdiepingscollege (Canvas, module week 1)
Arresten:
- HR 5 maart 1905, W 1905, 8191 (Blaauboer/Berlips)
- HR 12 januari 1968, ECLI:NL:HR:1968:AC2286 (Texeira de Mattos)
Opdrachten:
1.Geef van onderstaande casus aan hoe deze zijn in te passen in het rechtsfeitenschema.
Geef, indien van toepassing, aan of een rechtshandeling tot stand komt en zo ja, of deze
eenzijdig dan wel meerzijdig is:
a.Charlotte checkt in bij metrostation Nieuwmarkt.
Gerichte meerzijdige rechtshandeling, wederkerige overeenkomst.
b.Kees gooit de ruiten van het politiebureau in.
Onrechtmatige daad. Valt onder andere handelingen want daarbij is niet relevant of zijn wil
beoogd is, hij dient alsnog schadevergoeding te betalen.
Rechtsfeit en handeling beide gevallen rechtsgevolg tot stand. Een feit is een feit zoals 18
worden en geboren worden. Een rechtshandeling moet een wil hebben tot een bepaald
rechtsgevolg en moet verklaard worden.
c.Lisette schenkt haar fiets aan haar buurmeisje Floor.
Niet-wederkerige meerzijdige overeenkomst.
Niet-wederkerig is dat niet beide partijen een verplichting of recht hebben, maar één. Bij
wederkerig hebben beide partijen dit wel, zoals bij een koopovereenkomst.
Er moet een aanvaarding zijn bij schenking, dus daarom meerzijdig.
d.Karel maakt ten overstaan van een notaris een testament op waarin hij vastlegt wat er met
zijn nalatenschap dient te gebeuren na zijn overlijden.
Ongerichte eenzijdige rechtshandeling.
1
,Ongericht is niet gericht tot een bepaald persoon, niemand die ervan hoeft te weten, geen
geadresseerde nodig. Erfgenaam hoeft geen kennis te hebben van het feit dat hij erfgenaam
is.
e.Nouria zegt de huurovereenkomst van haar appartement op.
Gerichte eenzijdige rechtshandeling.
Het is gericht tegen de verhuurder, dus vandaar gericht
f. Just is met Janna mondeling overeengekomen dat hij de woning van Janna koopt voor €
300.000.
Feitelijke handeling zonder rechtsgevolg.
2.Noem een voorbeeld van een absoluut recht en een relatief recht. Leg aan de hand van
die voorbeelden uit wat het verschil is tussen absolute rechten en relatieve rechten.
Een absoluut recht werkt tegen iedereen in, bijvoorbeeld eigendomsrecht en een relatief
recht werkt alleen binnen een relatie tussen rechtssubjecten, daarvan is een voorbeeld een
koopcontract.
Absoluut recht is recht op goederen.
Absoluut recht heeft zaaksgevolg: het recht dat jij hebt op de zaak, blijft het recht erop rusten
ook als de zaak verplaatst.
Eisen overdracht:
- degene die eigendom wil overdragen moet beschikkingsbevoegdzijn
- Geldige titel (vaak koopovereenkomst)
- Het goed moet daadwerkelijk in de ander zijn bezit worden gebracht (dan pas ben je
de eigenaar).
3.In de etalage van Douce&Gobbanna, een gerenommeerde winkel in dure merkkleding,
staat een modieus aangekleed etalagemodel. Het prijskaartje van de zijden shawl van dit
model dat een bedrag van € 1,99 aangeeft, is ten gevolge van de tocht omlaag gevallen. Het
is terechtgekomen op het jasje, waarvan de koopprijs door Douce&Gobbanna op € 1.199
was vastgesteld. Thans lijkt het jasje slechts € 1,99 te kosten. Een klant wil het jasje voor €
1,99 aanschaffen.
Moet Douce&Gobbanna het jasje voor € 1,99 aan de klant verkopen?
Nee, want uit algemeen weten had de klant kunnen weten dat het jasje niet €1,99 zou
kosten, en dus hoeft het bedrijf het jasje ook niet voor die prijs aan de klant te verkopen. De
wil en de verklaring komen niet overeen, van de winkel. In beginsel komt dan geen
rechtshandeling tot stand; er geen geldig aanbod ligt, waardoor dit niet kan. Er is echter een
uitzondering mogelijk. Mocht je er gerechtvaardigd op vertrouwen dat de wil en verklaring
overeen komen, dan komt een geldige overeenkomst tot stand.
4.Het echtpaar De Groot runt een kleine Bed & Breakfast (B&B). Het echtpaar wil de B&B
verkopen. Op 8 november 2018 doet mevrouw Kleijn een schriftelijk bod van € 350.000. Op
10 november 2018 is het echtpaar De Groot bezig met het opstellen van een brief aan
2
, mevrouw Kleijn waarin het echtpaar het aanbod aanvaardt. Plotseling gaat het brandalarm
af. De nog niet voltooide brief gaat door waterschade verloren. Op 14 november 2018 laat
mevrouw Kleijn aan het echtpaar De Groot weten dat zij van haar aanbod afziet.
Kon mevrouw Kleijn op 14 november 2018 nog terugkomen op haar bod?
Ja, want het aanbod was nog niet aanvaard doordat de brief door waterschade verloren
ging. Kleijn kon haar bod dus herroepen.
5.Soufian heeft zijn racefiets op 7 maart 2019 in een advertentie, voorzien van een fraaie
foto en uitgebreide beschrijving, in het maandblad “Fietsplezier” te koop gezet voor € 2.000.
Klaas ziet deze advertentie en stuurt Soufian op 21 maart 2019 een e-mail die eindigt met
de mededeling “Ik bied voor de fiets de vraagprijs”. Soufian, die op dat moment op een
stedentrip naar Athene is, leest de mail pas bij thuiskomst op 25 maart 2019.
Is tussen Soufian en Klaas een overeenkomst ter zake de racefiets tot stand gekomen op 25
maart 2019?
Nee, want er is geen sprake van aanvaarding doordat de mail alleen is gelezen, want
Soufian kon niet eerder het aanbod aanvaarden en dus is er geen sprake van tijdverloop.
Er is sprake van een uitnodiging tot het doen van een aanbod. Als het gaat om soortzaken,
op kilo waardeerbaar, fietsen in een fietsenwinkel, is er wel een aanbod. Als het gaat om
een specifiek iets zoals een willekeurige fiets of woning is het enkel een uitnodiging tot het
doen van een aanbod. Dus nee er is geen sprake van een overeenkomst.
Week 2
Onderwerpen:
Nietigheid en vernietigbaarheid, vertegenwoordiging krachtens volmacht, het vaststellen van
de inhoud van de overeenkomst
Bestuderen:
- Hoofdstukken vermogensrecht, hoofdstuk II vanaf paragraaf 2.5, III en IV
- De literatuur behorend bij het Verdiepingscollege (zie Canvas)
Arresten:
- HR 15 september 1957, ECLI:HR:1957:AG2023 (Baris/Riezenkamp)
- HR 11 maart 1977, ECLI:NL:HR:1977:AC1877 (Kribbenbijter)
- HR 13 maart 1981, ECLI:NL:HR:1981:AG4158 (Ermes c.s./Haviltex)
- HR 21 december 1990, ECLI:HR:1990:ZC0088 (Van Geest/Nederlof)
Opdrachten:
De financiën van Ontwerpbureau Karelio B.V. (Karelio) staan er slecht voor. Er zijn veel
schuldeisers en te weinig inkomsten. Roberto, een van de schuldeisers van Karelio, komt
3