Inleiding recht voor de ondernemer
Les 1:
- Verschil tussen beroepsbeoefenaar en een bedrijfsbeoefenaar:
- Bij een beroepsbeoefenaar ligt de nadruk op geestelijke arbeid/ jouw capaciteiten (chirurg die
goed kan opereren, een dierenarts).
- Bij een bedrijfsbeoefenaar ligt de nadruk op het commerciële (handel)
- Wat is een onderneming? Art. 2 Handelsregisterbesluit:
‘Van een onderneming is sprake indien een voldoende zelfstandig optredende organisatorische
eenheid van één of meer personen bestaat waarin door voldoende inbreng van arbeid of middelen,
ten behoeve van derden diensten of goederen worden geleverd of werken tot stand worden gebracht
met het oogmerk daarmee materieel voordeel (geld verdienen) te behalen. ’
- Hoe begin je een onderneming?:
- Naam
- Ergens registreren dat je bestaat
- Jas kiezen (rechtsvorm) (beroepsbeoefenaar (alleen/samen), besloten vennootschap,
bedrijf)
- Interne zaken regelen (wat gebeurt er als ik ziek ben? Wie heeft beslissingsmacht?
Arbeidscontracten op orde)
- Externe zaken regelen (registratie van het bedrijf, deponeren van een merk,
handelsverdragen (wat mag ik waar en wanneer betalen)).
Handelsnaam:
- Je kiest voor een handelsnaam om onderscheid te maken. Een handelsnaam ontstaat door het
gebruik ervan.
- Juridische kwalificatie handelsnaam(recht)?
- Een handelsnaam is een intellectueel eigendomsrecht
- Wat is een handelsnaamrecht?
- In tegenstelling tot het merkenrecht gaat het er bij de handelsnaam niet om het ene
product van het andere te onderscheiden, maar om de hele organisatie. De handelsnaam
is de naam waaronder de onderneming wordt gedreven. Het handelsnaamrecht is
geregeld in de Handelsnaamwet (Hnw). Die stelt dat ondernemers in principe vrij zijn om
een naam te kiezen, maar dat de naam wel voldoende onderscheidend moet hebben. Dit
criterium was bij het merkenrecht ook al van groot belang. Het houdt in dat soortnamen
ook voor een handelsnaam niet zijn toegestaan. Als een bakker zijn zaak ‘de bakkerij’ wil
noemen, zal dat verwarring opleveren bij de consument. Als de bakker zijn eigen naam
ervoor zet, dan kan het weer wel. Een handelsnaam moet kunnen worden uitgesproken
om bescherming te verkrijgen. Daarin verschilt het van het recht op een merk.
,- Handelsnaamwet en handelsregisterwet
- Art. 1 Hnw: ‘Onder handelsnaam verstaat deze wet de naam waaronder een onderneming
wordt gedreven.’
- Art. 3 Hnw:
1. Het is de eigenaar ener onderneming verboden een handelsnaam te voeren, die in strijd met
de waarheid aanduidt, dat de onderneming, geheel of gedeeltelijk aan een ander zou
toebehoren.
2. Het eerste lid is mede van toepassing, indien de in de handelsnaam voorkomende
aanduiding slechts in zo geringe mate van de naam van die ander afwijkt, dat
dientengevolge bij het publiek verwarring van deze met de eigenaar der onderneming, te
duchten is.
3. Het eerste lid is niet van toepassing, indien de handelsnaam en de onderneming afkomstig
zijn van iemand, die die naam heeft gevoerd niet in strijd met deze wet.’
- Art. 4 Hnw:
1. Het is verboden een handelsnaam te voeren, die in strijd met de waarheid aanduidt, dat de
onderneming zou toebehoren aan een of meer personen, handelende als een vennootschap
onder een firma, als een vennootschap en commandite of een rederij, of wel aan een
naamloze vennootschap, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, een
onderlinge waarborgmaatschappij, een coöperatie, een vereniging of aan een stichting.
2. In de handelsnaam duidt de vermelding van meer dan één persoon, ook al worden hun
namen niet genoemd, aan, dat de onderneming toebehoort aan personen, handelende als
een vennootschap onder een firma; de woorden "en compagnie", dat de onderneming
toebehoort aan personen, handelende als een vennootschap onder een firma of aan een of
meer personen, handelende als een vennootschap en commandite; het woord
"maatschappij", dat de onderneming toebehoort aan een naamloze vennootschap, aan een
besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid of aan een vereniging, en het woord
"fonds" aan een stichting; alles voor zover niet uit de handelsnaam in zijn geheel het
tegendeel blijkt.
3. Het eerste lid is niet van toepassing, indien de handelsnaam wordt gevoerd door één persoon
zonder vennoten, en die naam en de onderneming afkomstig zijn van een vennootschap
onder een firma of van een vennootschap en commandite, die die handelsnaam heeft
gevoerd niet in strijd met deze wet.’
- Art. 5 Hnw: ‘Het is verboden een handelsnaam te voeren, die, vóórdat de onderneming
onder die naam werd gedreven, reeds door een ander rechtmatig gevoerd werd, of die van
diens handelsnaam slechts in geringe mate afwijkt, een en ander voor zover dientengevolge,
in verband met de aard der beide ondernemingen en de plaats, waar zij gevestigd zijn, bij het
publiek verwarring tussen die ondernemingen te duchten is.
- Art 5a Hnw: ‘Het is verboden een handelsnaam te voeren, die het merk bevat, waarop een
ander ter onderscheiding van zijn fabrieks- of handelswaren recht heeft, dan wel een
aanduiding, die van zodanig merk slechts in geringe mate afwijkt, voor zover dientengevolge
bij het publiek verwarring omtrent de herkomst van de waren te duchten is.’
, - Art. 5b Hnw: ‘Het is verboden een handelsnaam te voeren, welke een onjuiste indruk geeft
van de onder die naam gedreven onderneming, voor zover dientengevolge misleiding van het
publiek te duchten is.’
- Art. 6 Hnw:
1. Indien een handelsnaam wordt gevoerd in strijd met deze wet, kan ieder belanghebbende,
onverminderd zijn vordering krachtens titel 3 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek, zich bij
verzoekschrift tot de kantonrechter wenden met het verzoek, degene die de verboden
handelsnaam voert, te veroordelen, daarin zodanige door de rechter te bepalen wijziging
aan te brengen, dat de gestelde onrechtmatigheid wordt opgeheven.
2. Het verzoekschrift wordt gericht tot de rechtbank van het arrondissement waarin de
onderneming is gevestigd, die onder de verboden handelsnaam wordt gedreven. Is de
onderneming buiten het rijk in Europa gevestigd, doch heeft zij in dat rijk een filiaal of
bijkantoor, of wordt zij aldaar vertegenwoordigd door een gevolmachtigde handelsagent,
dan is de rechtbank van het arrondissement waarin dat filiaal of bijkantoor of die
handelsagent is gevestigd, bevoegd. Indien volgens de voorgaande bepalingen geen
rechtbank bevoegd is, is de rechtbank van het arrondissement waarin de woonplaats des
verzoekers is gelegen bevoegd. Is de onderneming in meer dan één arrondissement
gevestigd, dan is bevoegd de rechtbank van elk van deze arrondissementen, ter keuze van de
verzoeker. Hetzelfde geldt ingeval de onderneming buiten het rijk in Europa is gevestigd,
doch in meer dan één arrondissement een filiaal of bijkantoor heeft of door een
gevolmachtigde handelsagent vertegenwoordigd wordt. Het verzoekschrift wordt behandeld
door de kantonrechter.
3. Het verzoekschrift wordt aan de wederpartij betekend. De kantonrechter beschikt niet op het
verzoekschrift dan na verhoor of behoorlijke oproeping van partijen.
4. De griffier zendt een afschrift van de beslissing van de kantonrechter aan partijen. Binnen
een maand na de dag van de verzending van dit afschrift kan door hem, die daarbij geheel of
gedeeltelijk in het ongelijk is gesteld, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof, dat
in raadkamer beslist. Het derde lid vindt overeenkomstige toepassing.
5. De griffier zendt een afschrift van de beslissing van de het gerechtshof aan partijen. Binnen
één maand na de dag van de verzending van dit afschrift kan door hem, die daarbij geheel of
gedeeltelijk in het ongelijk is gesteld, beroep in cassatie worden ingesteld. Het daartoe
strekkend verzoekschrift wordt aan de wederpartij betekend.
6. De rechter kan de voorlopige tenuitvoerlegging van zijn beschikking bevelen.’
- Wat als een ander in strijd handelt met de bovengenoemde artikelen:
- Art. 6:162 BW
- Art. 6 Hnw
- Art. 7 Hnw