Belangrijke termen Covey:
Eigenschap 1: Wees proactief
Eigenschappen zijn vaste patronen in menselijk gedrag. Het leidt tot effectiviteit.
Als je proactief bent, kies je zelf hoe je reageert. Je bent verantwoordelijk voor je eigen leven. Ons
gedrag is het gevolg ten aanzien van de beslissing.
Voorbeeld: Als het regent, kan je ervoor kiezen om te fietsen ookal is dit slecht voor je humeur.
Tegenovergestelde is reactief: je laat je leiden door de mensen en omstandigheden om je heen, je
maakt keuzes gebaseerd op anderen. De regie ligt buiten jezelf, laat je leiden door gevoelens etc.
neemt geen initiatief.
Bij een stimulus heb je keuzevrijheid wat leidt tot je respons.
De sociale spiegel = het gangbare sociale paradigma en de meningen van mensen om je heen.
Verklaring vd mens door determinisme = alles wordt bepaald door vaststaande oorzaken.
- Genetisch determinisme = het is de schuld van je grootouders. Het zit in je DNA.
- Psychologisch determinisme = schuld van je ouders. Opvoeding/ervaring hebben je gevormd.
- Omgevingsdeterminisme = schuld van iets of iemand in je omgeving die verantwoordelijk is
voor jouw toestand.
Gezonde persoonlijke bankrekening = proactief zijn = keuzes maken en eigen beloftes nakomen.
Cirkel van betrokkenheid = alle dingen waar je je druk over kan maken. Zo klein mogelijk maken
want je kan er toch niks aan doen, het is verspilde moeite. bij reactieve mensen is dit groter.
Voorbeeld: je bent je pinpas vergeten als je iets wil kopen en hebt geen contant bij.
Cirkel van bezigheid: alles waar je mee bezig bent. Familie/school/werk/vrienden etc.
Cirkel van invloed: je maakt je er druk over maar hebt er wel invloed op dus je kan er iets aan doen.
Zo groot mogelijk maken als effectieve, proactieve leider.
Voorbeeld: vertraging van het ov heb je geen invloed op, een trein eerder pakken wel.
Situaties te maken met ons eigen gedrag = directe invloed.
Situaties te maken met gedrag van anderen (erdoorheen praten) = indirecte invloed = cirkel van
invloed
Situaties uit verleden of omgeving = geen invloed = cirkel van betrokkenheid.
Voorbeeld: je kan er geen invloed op hebben als je enig kind bent maar je kan wel zelf bepalen wat je
reactie hierop is.
De p/pc balans:
P = productie, pc = productie capaciteit. Door te focussen op pc (jezelf) kun je op lange termijn veel
meer bereiken bij p.
, Eigenschap 2: Begin met het einde voor ogen
Je moet een duidelijk beeld hebben van je eindbestemming, waar je nu staat en welke stappen
daarvoor nodig zijn. Alles wordt 2x geschapen: het concept in je hoofd en erna de uitvoering. In cirkel
van invloed zit je einddoel inclusief visie en waarden.
Leider is eerste schepping (concept) je visie hoe je je doel wil bereiken.
Management is tweede schepping (uitvoering) het daadwerkelijke regelen.
Door middel van voorstellingsvermogen, geweten en zelfbewustzijn.
Iedereen heeft een centrum met wat zij belangrijk vinden(cirkel van bezigheid), maar niet iedereen
erkent dit bewust.
Persoonlijke missie is waar jij je bed voor uitkomt (een soort eigen grondwet). Dit kan je schrijven
door je cirkel van invloed. Hierin moeten principes staan (zijn onveranderlijk, geven zekerheid, zijn
effectief en zijn gebaseerd op realiteit).
Bedrijfsmissie zou kunnen zijn 100% slaafvrije chocolade (Tony’s)
Linker hersenhelft is logisch ingesteld (concept bedenken), rechterhelft meer intuïtief (uitvoering)
Eigenschap 3: Belangrijke zaken eerst; het daadwerkelijke doen
Persoonlijke integriteit: het vermogen om de daad bij het woord te voegen en verplichtingen
tegenover jezelf na te komen.
Maak een planning op korte/lange termijn met
prioriteiten voorop. Indien de planning niet lukt kan je
het altijd nog aanpassen.
Efficiëntie = tijd indelen gaat ten koste van de
spontaniteit van mensen. Voldoening is niet afhankelijk
van verwachtingen, maar ook van je ontplooiing = cirkel
van invloed.
Effectiviteit = delegeren = iets aan anderen overlaten.
Delegeren aan de knecht: ‘doe dit, ga hierheen etc.’
Delegeren aan de rentmeester: mensen mogen zelf kiezen welke aanpak ze voor een opdracht
gebruiken. Het gaat om de resultaten en niet om de methode. Geef richtlijnen en hulpmiddelen voor
het gewenste resultaat, stel aansprakelijkheid vast, geef aan wat anders de consequenties zijn
vertrouwen is belangrijk.
Tijdsmanagementmatrix bepaalt hoe dringend en belangrijk het is. zie afbeelding.
Om kwadrant II uit te voeren, moet je:
1. Rollen definiëren, je rol bij je familie, op je werk etc.
2. Doelen kiezen, 2/3 resultaten die je binnen een week wil halen.
3. Schematiseren; een tijdsplanning maken.
4. Dagelijkse aanpassing; je moet je dagen aanpassen op je prioriteiten en op een zinvolle
manier op onverwachte gebeurtenissen reageren.